De heersers en de machthebbers van de duisternis

Efeziërs 6:10-17

In de dagen van Paulus werd het kwaad vertegenwoordigd door de Keizer in Rome. Die besliste over leven en dood. In de buitengewesten had hij vertegenwoordigers aangesteld die daar, namens hem, over leven en dood konden beslissen. Zo had Pilatus kunnen beschikken over de dood van Jezus van Nazareth, ook al had hij moeten uitroepen dat er geen schuld in de man te vinden was. Die Keizers beschouwden zichzelf als goden en lieten zich ook vaak als goden vereren. Overal werden dan beelden van de regerende keizer opgericht waarvoor offers gebracht moesten worden. Daardoor kan Paulus hier schrijven dat de strijd van de gemeente in Laodicea en de strijd van alle christenen in zijn dagen gericht is tegen de zogenaamde hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten die de Keizer adviseren. Maar er is kennelijk een wapenrusting die zelfs bestand is tegen dit machtige wereldomvattende keizerrijk. Het eerste wat een soldaat te doen heeft is zich omgorden, dit woord kom je in de Bijbel vaak tegen als het gaat om op te trekken tot de strijd. Maar de gordel hier heet de waarheid, de waarheid dat er maar één God is, één Heer. En Heer betekent in het Grieks van de Bijbel hetzelfde als Keizer en met die ene Heer wordt dus niet de Keizer in Rome aangesproken. Op het tot zijn recht laten komen van mensen moeten de gifpijlen van de overheid afketsen. Niet het geweld tegen de overheid is het wapen, maar Christenen lopen voor de vrede, de vrede die ontstaat door van mensen te houden zelfs als het je vijanden zijn. En het schild dat je hebt is het geloof in de God die zorgt voor een leefbare wereld zonder geweld en zonder dood, daarmee verdwijnt de dreiging met de dood van de overheid. En je bent dus verlost van de angst voor de dood en kan blijven herhalen dat liefde voor de mensen, de keuze voor het leven en de zorg voor de minsten op aarde een blijvender waarde hebben dan het aanbidden van namaakgoden en zichzelf tot god verheffende mensen. Nergens lees je hier over beelden van een God, over offers die gebracht moeten worden om je te beschermen, om voorgangers die namens jou zouden kunnen spreken. Dit kan iedereen zelf. Zelfs tegen de machtigste overheid. Voor de eerste lezers van deze brief was er nog maar een rijk over op de hele wereld, het Romeinse Rijk, daarbuiten was wildernis en woestenij. Pas veel later werd de rest van de wereld ontdekt. Maar die gigantische wereldmacht kon worden weerstaan met de liefde voor de mensen. In onze dagen schijnt een tijdgeest te heersen die verdeeldheid zaait tussen de mensen, een tijdgeest die een klimaat van uitsluiting en geweld oproept. Neem maar aan, geloof het maar: dezelfde wapenrusting van liefde en vrede kan ook die tijdgeest aan. Maar dan moeten we er wel mee ten strijde durven trekken. Elke dag kan dat, ook vandaag weer.

Plaats een reactie