Bid dat ik zo vrijmoedig spreek als nodig is.

Efeziërs 6:18-24

Het slot van de brief die Paulus schreef, of liet schrijven, aan de gemeente in Laodicea toen hij gevangen zat in Efeze. Omdat er Efeze in de aanhef is gezet bij een van de copieën die bewaard zijn van deze brief is de brief zelf die aan de Efeziërs gaan heten. Later werd bij zogenaamde kerkvaders, schrijvers die Paulus nog gekend hebben, een aantekening gevonden die de juiste adressering van de brief duidelijk maakten. In dit slot vraagt Paulus om voor hem te bidden. En dan gaat het om het bidden en om het spreken. Bij het bidden moet je je laten leiden door de Geest schrijft Paulus. En de Geest van God, de geest van Jezus van Nazareth, opent je de ogen voor je naaste, voor de mensen die het moeilijk hebben. Bidden zonder wat te gaan veranderen aan de honger in de wereld, aan oorlog en geweld, een onderdrukking en slavernij, dat kan dus eigenlijk niet. Paulus vraagt in het bijzonder voor hem te bidden dat hij vrijmoedig kan spreken. Dat kan natuurlijk alleen maar als ook in Laodicea vrijmoedig wordt gesproken. Als dat vrijmoedig spreken overal een gewoonte is dan is Paulus daar geen uitzondering meer op en kan hij zelfs in de gevangenis vrijmoedig spreken. En natuurlijk spreekt hij dan over de bevrijding van de armen, het tot hun recht laten komen van mensen. Hij vertelt het verhaal van Jezus van Nazareth die de bevrijder werd van de dood door door de dood heen zijn liefde vol te blijven houden. Zo vol houden dat hij leeft en zijn volgelingen op pad stuurt om de liefde voor de mensen te verbreiden en door te geven. Dat is het geheim van de blijde boodschap. Niemand snapt immers hoe een mannetje als Paulus, Romein van Joodse afkomst, geboren en getogen in Tarsus in Turkeije, zo vrijmoedig durft te spreken, zelfs in de gevangenis en daar bewakers en gevangenen gelijk behandelt en aanspreekt. Wij weten dat het alleen kan als je de lamp van God, zijn Woord, het verhaal van de daden van zijn zoon, over het leven laat schijnen en alles in je omgeving in dat licht weet te zien. Dan kun je zelfs je vijanden lief hebben. Dat woord is vlees geworden, heeft handen en voeten gekregen, in Jezus van Nazareth en via zijn geest in zijn volgelingen, in ons dus ook als wij ons er voor open stellen. De brief die Paulus geschreven heeft gaat nauwelijks over hemzelf. Zijn persoon en zijn behoeften staan niet centraal, hij hoeft er niet beter of beroemder van te worden. Zijn vriend Tychikus zou de gemeente in Laodicea wel vertellen hoe het met Paulus zelf is. Centraal staat de boodschap die Paulus in zijn brief heeft geschreven. Groeten doen we elkaar door elkaar vrede te wensen, broeders en zusters gelijk, en liefde en geloof. Dat het moge gebeuren noemen we genade en liefde is onvergankelijk, dat wenst Paulus de gemeente. Dat mogen wij elkaar ook vandaag nog toewensen en we mogen ook vandaag weer werken aan het verwerkelijken ervan.

Plaats een reactie