Niet meer als een slaaf

Filemon 15-25

Natuurlijk schreef Paulus niet dat Onesimus een weggelopen slaaf was. Een organisatie die weggelopen slaven hielp zou geen lang leven beschoren zijn in het Romeinse Rijk. Filemon weet heus wel wie die Onesimus was. Want wellicht heeft die bij zijn vlucht ook nog het een en ander meegenomen dat niet van hem maar van zijn meester was. Paulus biedt in elk geval aan eventuele schade te vergoeden, al heeft het verkondigen van het Evangelie aan Filemon veel meer opgeleverd dan Paulus ooit zou kunnen terug betalen. Maar Onesimus keert terug als broeder van Filemon. Dat was de manier waarop in de Christelijke gemeenten met elkaar wordt om gegaan. Er zit een klein grapje in deze brief. De naam Onesimus betekent iets als nuttige, en eerst noemt Paulus hem onnutte slaaf en nu wordt hij pas nuttig. Paulus volgt in deze brief nauwkeurig de regels van de rethorica, de kunst van het overtuigen. Door de manier van terugsturen die Paulus kiest heeft dit kleine briefje grote maatschappelijke gevolgen. Want als elk verschil tussen ras en stand, tussen mannen en vrouwen, tussen autochtonen en allochtonen, tussen bazen en knechten, tussen slaven en eigenaars, wegvalt dan keert de bestaande samenleving zich radicaal om, ook in onze dagen nog. Die Onesimus was in de ogen van de Romeinse samenleving een zware misdadiger die zonder verder proces direct ter dood zou zijn gebracht. Een ontsnapte slaaf die ook nog gestolen had, erger kon bijna niet, alleen een opstandeling zoals ze van die Jezus van Nazareth hadden gevonden was misschien nog erger. De boodschap die Paulus brengt keert die samenleving om. Niet door een revolutie, niet door een opstand, maar door in de christelijke gemeente alvast met die nieuwe samenleving te beginnen. Door vrede te bewaren en liefde op te brengen zelfs voor zijn beulen had Jezus van Nazareth immers uiteindelijk de kruisdood doorstaan en was zijn leven voortgezet. Dat  maakt dat ook ieder van ons elke dag opnieuw kan beginnen met die nieuwe samenleving. Door de armen recht te doen, door hongerigen te voeden en naakten te kleden, door bedroefden te troosten en vreemdelingen te respecteren. Als een slaaf als Onesimus ook onze broeder is geworden dan zijn eigenlijk alle mensen in de wereld onze broeders en zusters. Wij gaan immers niet over het oordeel wie er wel en wie er niet bij het Koninkrijk van God behoort, dat oordeel is aan God. Wij mogen er mee beginnen. Zoals gewoonlijk hoopt Paulus bij de gemeente van Filemon langs te kunnen komen, ook in gevangenschap blijft hij op een goede afloop vertrouwen. Epafras, stichter van de gemeente in Kolosse, zit met hem gevangen. Maar de medewerkers Marcus, Demas, Lucas en zelfs Aristarchus uit  Tessalonica zijn nog bij hem. Mensen zijn lang en ver met Paulus meegetrokken door het Romeinse Rijk om overal mensen te bevrijden van de knellende banden en angst voor de dood die het Rijk hen oplegde. Wij mogen net als Filemon en zijn huisgenoten gewoon in onze eigen omgeving beginnen, beginnen aan het werk voor het Koninkrijk van God, ook vandaag weer.

Plaats een reactie