Naar de plaats die ik voor jullie bestemd heb

Exodus 23:20-33

De tocht door de woestijn van het volk Israël is niet zomaar een tocht. Het is een tocht vol boodschappen. Die engel waar het gedeelte van vandaag mee begint is een boodschapper van God. Door heel het boek Exodus kunnen we de boodschappen van God, de boodschappen die de boodschapper brengt, vinden. In dit boek van de namen wordt daardoor duidelijk wat de naam van die God, “Ik zal er zijn zoals ik er zal zijn”, “Ik trek met je mee”, betekent voor de mensen. In dit gedeelte zien we waar die tocht met al die boodschappen op uit kan lopen. Maar het loopt er niet vanzelf op uit. De boodschappen uit dit boek, de boodschappen van die engel van God, moet je wel ter harte nemen. Dan zullen vijanden verdwijnen, alle volken van het land Kanaän zullen verdwijnen. Ze worden hier allemaal genoemd van de Amoriten tot en met de Jebusieten. Hoe zullen ze verdwijnen? “Uitgeroeid” staat hier maar als je nauwkeurig leest dan zie je dat het niet betekend “uitgemoord”. Langzaam zullen ze verdwijnen en als je hun goden niet naloopt zullen ze vanzelf de God van Israël gaan vereren en opgaan in het volk Israël, zo zullen de volken verdwijnen die gekenmerkt worden door de verering van afgoden. Die zelfgemaakte goden van hout en steen zul je moeten neerhalen en vernietigen. Dan loopt het uit op een wereld waar voedsel en water tot het goede zullen dienen en geen ziekten meer voorkomen, waar alle vrouwen vruchtbaar zullen zijn, waar mensen lang zullen leven. Het loopt uit op het visioen van de aarde die geschapen is voor de mensen en waarvan God zag dat het goed was. Zeker in de woestijn besef je dat je dat land nog steeds niet hebt bereikt. Maar als later het volk Israël woont in dat beloofde land zullen ze steeds teruggeworpen worden op die beelden uit de woestijn om zich te realiseren dat ze wel die vreemde goden nalopen, om zich te realiseren dat ze nog steeds dat beloofde land niet hebben bereikt en dat ze daar opnieuw naar op weg moeten gaan. Ook voor ons geld dat. Ook wij zullen ons moeten realiseren dat we nog steeds onvoldoende delen met elkaar om te zorgen dat ziekten verdwijnen. Dat we onvoldoende plaats maken ook voor vrouwen om te zorgen dat alle vrouwen vruchtbaar zijn voor onze samenleving. Dat we onvoldoende delen van onze rijkdom om te zorgen dat de honger de wereld uit is, dat geweld verdwenen is en dat alle volken leven in vrede en voorspoed. Het volk Israël kreeg al te horen dat dat mensenland zich niet in één jaar zou hebben gevormd. De mensen die moeten leren hun afgoden af te zweren en de God van Liefde te laten regeren zorgen gerust wel voor hun oogst. Ook zij zwoegen en ploegen om de hunnen voedsel te geven. Er zijn er echter die rijker en rijker worden en die zorgen dat de armen ook het laatste verliezen dat ze nog hebben, die de weduwe en wees laten sterven en de vreemdelingen uitbuiten. Ook in onze dagen moeten zo vaak de rijken beschermd worden, daarom geen speculatieverbod, geen ingrepen in banken en bonussen, geen ingrepen in de hypotheekrenteaftrek. Ook wij zullen nog veel moeten doen om de wereld tot een mensenwereld te maken. Maar ook wij mogen naar de Engel van God luisteren en er vandaag nog naar op weg gaan.

Plaats een reactie