Gewogen en te licht bevonden

Daniël 5:13-6:1 13 Vervolgens werd Daniël voor de koning geleid. De koning zei tegen hem: ‘Dus u bent Daniël, een van de Judese ballingen die de koning, mijn vader, uit Juda heeft gevoerd? 14 Ik heb gehoord dat de geest van de goden in u woont, en dat u over veel verstand, inzicht en wijsheid … Lees meer

Beneveld door de wijn

Daniël 5:1-12 1 Op zekere dag richtte koning Belsassar voor zijn duizend machthebbers een groot feestmaal aan, en in gezelschap van deze machthebbers dronk hij wijn. 2 Beneveld door de wijn gaf Belsassar opdracht de gouden en zilveren bekers te voorschijn te halen die zijn vader Nebukadnessar uit de tempel van Jeruzalem had meegenomen, opdat … Lees meer

U zult gras eten

Daniël 4:25-34 26 Twaalf maanden later, toen de koning op het dak van het koninklijk paleis van Babel liep te wandelen, 27 zei hij: ‘Is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?’28 De koning had deze woorden nog niet gesproken, of er klonk een … Lees meer

U bent machtig en sterk geworden

Daniël 4: 15-25 15 Dit is de droom die ik, koning Nebukadnessar, heb gehad. En u, Beltesassar, moet hem voor mij duiden, want geen van de wijzen uit mijn koninkrijk heeft hem kunnen uitleggen. U kunt het, omdat de geest van de heilige goden in u woont.’ 16 Daniël, die ook Beltesassar wordt genoemd, stond … Lees meer

Daden van de hoogste God

Daniël 3:31-4:14 31 Koning Nebukadnessar aan alle volken en naties, welke taal zij ook spreken en waar ter wereld zij ook wonen: moge uw voorspoed groot zijn! 32 Het heeft mij behaagd de tekenen die de hoogste God mij heeft gegeven en de wonderen die hij heeft gedaan, bekend te maken. 33 Hoe groots zijn … Lees meer

Geen haar op hun hoofd

Daniël 3:24-30 24 Toen sloeg de schrik koning Nebukadnessar om het hart. Hij stond haastig op en zei tegen zijn raadsheren: ‘Wij hebben toch drie geknevelde mannen in het vuur gegooid?’ Zij antwoordden: ‘Zeker, majesteit.’ 25 Hij vervolgde: ‘Maar ik zie vier mannen vrij rondlopen in het vuur. Ze zijn ongedeerd en de vierde lijkt … Lees meer

Dat wij uw goden niet zullen vereren

Daniël 3:13-23 13 Nebukadnessar barstte in woede uit en beval Sadrach, Mesach en Abednego bij hem te brengen. Toen de mannen voor de koning waren geleid, 14 voer Nebukadnessar uit: ‘Is het waar, Sadrach, Mesach en Abednego, dat jullie mijn goden niet vereren en niet willen neerknielen voor het gouden beeld dat ik heb opgericht? … Lees meer

Ze vereren uw goden niet

Daniël 3:1-12 1 Op een dag gaf koning Nebukadnessar opdracht een gouden beeld te maken, zestig el hoog en zes el breed, en hij liet het opstellen in de provincie Babel, in de vlakte van Dura. 2 Vervolgens ontbood hij de satrapen, stadhouders, gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en alle bestuurders van de provincies; ze … Lees meer

U bent dat hoofd van goud!

Daniël 2:36-49 36 Dit was uw droom, en nu zullen wij de koning zeggen wat hij betekent: 37 U, majesteit, koning der koningen, aan wie de God van de hemel het koningschap, en macht, kracht en eer heeft verleend, 38 aan wiens hand hij de mensen, de dieren van het veld en de vogels van … Lees meer

U zag een groot beeld

Daniël 2:24-35 24 Toen ging Daniël naar Arjoch, die van de koning opdracht had gekregen de wijzen van Babylonië ter dood te brengen. Hij ging naar hem toe en zei: ‘Breng de wijzen van Babylonië niet ter dood. Leid mij voor de koning. Ik zal de droom van de koning duiden.’ 25 Arjoch leidde Daniël … Lees meer

Het licht woont bij hem.

Daniël 2:13-23 13 Toen het bevel werd uitgevaardigd om de wijzen te doden, liepen ook Daniël en zijn vrienden gevaar. 14 Daarom wendde Daniël zich discreet en tactvol tot Arjoch, de commandant van de koninklijke lijfwacht, die de wijzen van Babylonië moest doden. 15 Hij vroeg de gevolmachtigde van de koning: ‘Waarom heeft de koning … Lees meer

Ik heb een droom gehad

Daniël 2:1-12 1 In het tweede jaar van zijn regering kreeg Nebukadnessar een droom die hem zo verontrustte dat hij de slaap niet meer kon vatten. 2 De koning gaf opdracht de magiërs, bezweerders, tovenaars en Chaldeeën bijeen te roepen om hem te vertellen waar zijn droom over ging. Toen ze voor de koning verschenen … Lees meer