Ik heb een volstrekt zuiver geweten

Handelingen 22:30”“23:11 30  Omdat de tribuun nauwkeurig wilde vaststellen welke beschuldiging door de Joden tegen Paulus werd ingebracht, liet hij hem de volgende dag uit de gevangenis halen en verordonneerde hij dat de hogepriesters en het hele Sanhedrin bijeen moesten komen. Hij liet Paulus naar het tempelgebouw brengen om voor hen te verschijnen. 1 ¶  … Lees meer

Ik wil je naar de heidenen sturen.

Handelingen 22:12-29 12  Daar kwam een zekere Ananias naar me toe, een man die de wet trouw naleefde en bij alle Joodse inwoners van de stad in hoog aanzien stond. 13  Hij ging voor me staan en zei: “Saul, broeder, open je ogen!” En op datzelfde ogenblik kon ik hem zien. 14  Hij zei: “De … Lees meer

“Ik ben een Jood”

Handelingen 21:37”“22:11 37  Vlak voordat Paulus de kazerne binnengebracht zou worden, zei hij tegen de tribuun: ‘Mag ik u iets vragen?’ De tribuun antwoordde: ‘Spreekt u Grieks? 38  Bent u dan niet die Egyptenaar die onlangs in opstand kwam en met vierduizend oproerkraaiers de woestijn is ingetrokken?’ 39  Paulus zei: ‘Ik ben een Jood uit … Lees meer

‘Weg met hem!’

  Handelingen 21:27-36 27 ¶  Toen de zeven dagen van de reiniging bijna verstreken waren, zagen Joden uit Asia Paulus in de tempel. Ze grepen hem vast en brachten grote opschudding teweeg onder de tempelbezoekers. 28  Ze schreeuwden: ‘Israëlieten, kom ons helpen! Dit is de man die zich telkens weer tegen het Joodse volk keert … Lees meer

Hoe weerleggen we dit?

Handelingen 21:15-26 15 ¶  Korte tijd later maakten we ons reisvaardig en gingen naar Jeruzalem. 16  Enkele leerlingen uit Caesarea gingen met ons mee. Ze brachten ons naar Mnason, een Cyprioot die al vanaf het begin bij de leerlingen hoorde en bij wie we zouden verblijven. 17  Bij onze aankomst in Jeruzalem ontvingen de gelovigen … Lees meer

Omdat ze hardleers waren

Marcus 6:45-56 45 ¶  Meteen daarna gelastte hij zijn leerlingen in de boot te stappen en alvast naar de overkant te varen, naar Betsaïda; intussen zou hijzelf de menigte wegsturen. 46  Nadat hij afscheid van de mensen had genomen, ging hij de berg op om er te bidden. 47  Bij het vallen van de avond … Lees meer

Vijf broden en twee vissen

Marcus 6:30-44 30 ¶  De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. 31  Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Want het was een voortdurend komen … Lees meer

Koning Herodes hoorde van hem

Marcus 6:14-29 14 ¶  Koning Herodes hoorde van hem, want zijn naam was overal bekend geworden. Sommigen zeiden: ‘Johannes de Doper is opgewekt uit de dood en daardoor beschikt hij over zulke wonderbaarlijke krachten.’ 15  Maar anderen zeiden: ‘Het is Elia, ‘en weer anderen zeiden: ‘Hij is een profeet zoals die er vroeger waren.’ 16  … Lees meer

Hij is toch die timmerman

Marcus 6:1-13 1 ¶  Hij vertrok weer en ging naar zijn vaderstad, gevolgd door zijn leerlingen. 2  Toen de sabbat was aangebroken, gaf hij onderricht in de synagoge, en vele toehoorders waren stomverbaasd en zeiden: ‘Waar haalt hij dat allemaal vandaan? Wat is dat voor wijsheid die hem gegeven is? En dan die wonderen die … Lees meer

Je mag hen niet meer waarschuwen

Ezechiël 3:22-27 22 ¶  Op die plaats werd ik opnieuw door de hand van de HEER gegrepen, en hij zei tegen mij: ‘Sta op, ga naar buiten, naar het dal, want daar wil ik met je spreken.’ 23  Ik deed wat me gezegd was. Toen ik in het dal kwam stond daar de stralende verschijning … Lees meer

Namens mij waarschuwen.

Ezechiël 3:16-21 16 ¶  Toen die zeven dagen voorbij waren, richtte de HEER zich tot mij: 17  ‘Mensenkind, ik stel jou aan als wachter over de Israëlieten: als je mij hoort spreken, moet je hen namens mij waarschuwen. 18  Als ik tegen een slecht mens zeg dat hij sterven zal en je waarschuwt hem niet, … Lees meer

Of ze nu horen willen of niet.

Ezechiël 3:4-15 4  Daarop zei de stem tegen mij: ‘Mensenkind, ga naar de Israëlieten en breng hun mijn woorden over. 5  Ik stuur je niet naar een onverstaanbaar volk met een onbegrijpelijke taal, maar naar het volk van Israël. 6  Ik stuur je niet naar een van de vele onverstaanbare volken met talen die jij … Lees meer