Ze zullen geen leugens spreken

Sefanja 3:1-13 1 Wee de opstandige, bezoedelde, gewelddadige stad! 2 Ze luistert naar niemand, neemt geen terechtwijzing aan, vertrouwt niet op de HEER, wendt zich niet tot haar God. 3 Haar leiders zijn brullende leeuwen, haar rechters wolven in de avond die ’s ochtends niets meer te kluiven hebben. 4 Haar profeten zijn leugenaars en … Lees meer

Geef hun wat ze verdienen

Psalm 28 1 Van David. U, HEER, roep ik aan, mijn rots, houd u niet doof. Als U blijft zwijgen, word ik een dode met de doden in het graf. 2 Hoor mijn smeekbede als ik U om hulp roep, als ik mijn handen ophef naar het hart van uw heiligdom. 3 Ruk mij niet … Lees meer

Brandend als een oven

Maleachi 3:19-24 19 Die dag zal zeker komen, brandend als een oven. Wie hoogmoedig zijn of wie zich goddeloos gedragen, zullen dan slechts stoppels zijn die door de hitte van die dag worden verschroeid – zegt de HEER van de hemelse machten. Geen wortel of tak zal er van hen overblijven. 20 Maar voor jullie … Lees meer

Wat heeft het voor nut

Maleachi 3:13-18 13 Jullie hebben tegen elkaar harde woorden over Mij gesproken – zegt de HEER –, en jullie vragen: ‘Wat hebben we dan over U gezegd?’ 14 Jullie hebben gezegd: ‘Wat heeft het voor nut om God te dienen, wat hebben we eraan dat we zijn voorschriften in acht nemen en ons in een … Lees meer

Een heerlijk land

Maleachi 3:6-12 6 Ik, de HEER, ben niet veranderd, en jullie gedragen je nog altijd als nakomelingen van Jakob. 7 Jullie voorouders hielden zich al niet aan mijn geboden, en ook jullie doen dat niet. Keer terug naar Mij – zegt de HEER van de hemelse machten –, dan zal Ik naar jullie terugkeren; en … Lees meer

Vreemdelingen geen plaats gunnen

Maleachi 2:17-3:5 17 Met jullie gepraat vallen jullie de HEER lastig, en dan vragen jullie: ‘Hoezo vallen wij Hem lastig?’ Door te zeggen: ‘Iedereen die kwaad doet, is goed in de ogen van de HEER, zulke mensen bevallen Hem.’ Of: ‘Waar is nu de God die rechtspreekt?’ 1 Let op, Ik zal mijn bode zenden, … Lees meer

Hete tranen

Maleachi 2:10-16 10 Hebben wij niet allemaal dezelfde vader, heeft niet een en dezelfde God ons geschapen? Waarom behandelen wij elkaar dan zo trouweloos en schenden wij het verbond dat Hij met onze voorouders sloot? 11 Juda heeft trouweloos gehandeld, en in Israël en Jeruzalem heeft men zich gruwelijk misdragen. Juda heeft ontwijd wat de … Lees meer

Vervloekt de bedrieger

Maleachi 1:10–2:9 10 Het zou beter zijn als een van jullie de tempeldeuren zou sluiten en jullie het vuur op mijn altaar niet langer zouden aansteken, want dat heeft toch geen nut. Ik wijs jullie af – zegt de HEER van de hemelse machten – en de offers die jullie brengen aanvaard Ik niet. 11 … Lees meer

Zijn volk ter wille zijn

Maleachi 1:1-9 1 Profetie; dit zijn de woorden die de HEER tot Israël richtte bij monde van Maleachi. 2 Ik heb jullie lief – zegt de HEER –, en jullie zeggen: ‘Waaruit blijkt die liefde dan?’ Zijn Jakob en Esau geen broers? – spreekt de HEER. Toch heb Ik Jakob liefgehad 3 en Esau gehaat. … Lees meer

In grote haast

Lucas 1:39-56 39 Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, 40 waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. 41 Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest 42 en riep luid: … Lees meer

Een afstammeling van David

Lucas 1:26-38 26 In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, 27 naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. 28 Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent … Lees meer

Voor de Heer een volk gereedmaken

Lucas 1:1-25 1 Nadat reeds velen zich tot taak hebben gesteld om verslag te doen van de gebeurtenissen die zich in ons midden hebben voltrokken, 2 en die ons zijn overgeleverd door degenen die vanaf het begin ooggetuigen zijn geweest en dienaren van het Woord zijn geworden, 3 leek het ook mij goed om alles … Lees meer