Nehemia 13:15-22
15 In diezelfde tijd zag ik in Juda op sabbat mensen druiven treden in de wijnpersen en korenschoven op ezels laden, en ook wijn, druiven, vijgen en allerlei koopwaar naar Jeruzalem brengen, en dat op sabbat, en ik vermaande hen omdat zij op die dag levensmiddelen verkochten. 16 De Tyriërs die er woonden voerden op sabbat vis aan en andere koopwaar, die ze verkochten aan de Judeeërs, en dat in Jeruzalem! 17 Ik maakte de vooraanstaande burgers van Juda verwijten, en zei tegen hen: ‘Wat doet u voor schandaligs, u ontheiligt de sabbat! 18 Is dat niet hetzelfde wat uw voorouders deden, en waarom onze God zoveel kwaad over ons en over deze stad heeft gebracht? Door de sabbat te ontheiligen wakkert u zijn woede tegen Israël nog verder aan.’ 19 Zodra het bij de poorten van Jeruzalem rustig was geworden, vlak voor het ingaan van de sabbat, beval ik dat de poortdeuren moesten worden gesloten en pas weer mochten worden geopend op de dag na de sabbat, en ik stelde een aantal van mijn mannen bij de poorten op; op sabbat kwam er geen koopwaar de stad meer binnen. 20 Handelaars en kooplieden overnachtten daarop een paar maal buiten Jeruzalem. 21 Ik waarschuwde hen met de volgende woorden: ‘Waarom overnacht u bij de muur? Als u dat nog eens doet, laat ik u inrekenen!’ en vanaf die tijd kwamen zij niet meer op sabbat.22 Tegen de Levieten zei ik dat ze zichzelf moesten reinigen en de poorten moesten komen bewaken, opdat de sabbat een heilige dag zou blijven. Mijn God, denk ook hierom aan mij, en wees met mij begaan in uw grote goedgunstigheid. (NBV21)
Het is nu eenmaal niet gewoon, één dag van de week waarop er niet gewerkt mag worden, niet door de gelovigen, maar ook niet door de ongelovigen. Niet door de dienstmeiden en dienstknechten maar ook niet door de slaven, zelfs niet door de vreemdelingen. Het gebod van het niet werken op de Sabbat strekt zich zelfs uit tot de dieren. Het is wel een heel raar gebod dat de gelovigen in de God van Abraham gekregen hebben. Op vrijdag houden de Moslims dit gebod, op zaterdag de Joden en op de zondag de Christenen. De Heidenen proberen overal juist dit gebod af te schaffen. Nehemia moet bijna geweld gebruiken om naleving van het gebod van de Sabbatsrust af te dwingen. De poorten moeten gesloten worden, de kooplieden die buiten de muren overnachten worden weggejaagd, ze blijven immers ook daar kooplieden en het zijn de levieten die belast worden met de bewaking van de poorten. Geen handel in Jeruzalem op de Sabbat.
Maar waarom altijd dat fanatisme rond het houden van de Sabbat. In de Bijbel worden twee elementen genoemd die geleid hebben tot het instellen van de Sabbat. De eerste is de belijdenis dat God de schepper is van hemel en aarde. God zag dat de aarde goed was en vertrouwde de mens de aarde toe om te bewerken en er van te leven. Maar op de zevende dag rustte God uit van het scheppen, er moet ook genoten kunnen worden. Al dat werk en al die handel, de wijn die wordt geperst, de vis die wordt gevangen zijn dus niet het gevolg van de inspanning van mensen maar vallen de mens uiteindelijk toe van God. Al moet de mens dat alles natuurlijk wel met de nodige inspanning weten te verwerven. De Sabbat is er dus ook om jezelf niet op de borst te kloppen voor alles wat je weer bij elkaar hebt weten te werken maar om God te danken voor alles wat je is toegevallen.
Het tweede element dat in de Bijbel wordt genoemd als reden voor de instelling van de Sabbat is de slavernij in Egypte. Daar moest het volk werken, vrijwel dag en nacht en toen vertegenwoordigers van het volk vroegen om tijd om de God van Israël te aanbidden werd het werk nog verzwaard en kwamen er extra taken. De mens is echter geen slaaf van productie en consumptie. De mens is bevrijd door de God van Israël juist om in vrede en samen van het goede van die aarde te genieten. Daarom is het gebod van de Sabbat ook bestemd voor de ongelovigen, zelfs voor de dieren, alles wat leeft, alles wat adem heeft mag de God van Israël loven en prijzen om de bevrijding van de slavernij, de bevrijding van de dood. In elk geval mag iedereen er van genieten. Daarom wordt ook in onze dagen soms te fanatiek gestreden tegen koopzondagen en de 24uurs economie. Ook nu zijn mensen geen slaven van werken en consumeren, niet alleen als individuen maar ook als volk. Samen zijn we op de zondag, onze traditie nu eenmaal, bevrijd van de slavernij, zodat we beseffen dat alles ons toe valt uit Gods hand en we God kunnen danken. En in elk geval ervaren we dat niemand meer tot slaaf is gemaakt.