Schijnapostelen

2 Korintiërs 11:1-15 1 Gunde u me maar dat ik een beetje dwaas doe! Vooruit, accepteer het van me, 2 want ik waak over u zoals God over u waakt: ik heb u aan één man uitgehuwelijkt, aan Christus, en ik wil u als een kuise bruid aan Hem geven. 3 Alleen vrees ik dat, … Lees meer

Wij beroemen ons niet

2 Korintiërs 10:12-18 12 We zouden niet durven ons te vergelijken met degenen die zichzelf aanprijzen, laat staan ons aan hen gelijk te stellen. Maar ja, zij nemen zichzelf als maatstaf en zien zichzelf als norm, en tonen daarmee dat ze er niets van begrijpen. 13 Wij daarentegen willen niet buiten onze grenzen treden als … Lees meer

Niet de wapens

1 Ik, Paulus, die me volgens zeggen zo bedeesd gedraag wanneer ik bij u ben en alleen uit de verte flink doe tegen u, ik doe een beroep op u in naam van de zachtmoedigheid en mildheid van Christus. 2 Het ontbreekt mij allerminst aan zelfvertrouwen om, eenmaal bij u, streng te durven optreden tegen … Lees meer

2 Korintiërs 9:1-15

1 Eigenlijk hoef ik u niets te schrijven over de collecte voor de heiligen in Jeruzalem, 2 want ik weet dat u bereid bent mee te doen. Daarom kon ik vol trots tegen de Macedoniërs zeggen: ‘Achaje stond vorig jaar al klaar.’ Uw enthousiasme heeft de meesten van hen tot navolging geprikkeld. 3 Ik stuur … Lees meer

Ook tegenover mensen

2 Korintiërs 8:16-24 16 Ik dank God dat Hij Titus net zo enthousiast over u heeft gemaakt als ik ben. 17 Toen ik hem vroeg opnieuw naar u toe te gaan, bleek dat hij, geestdriftig, daartoe zelf al had besloten. 18 Wij sturen een broeder met hem mee die om zijn werk voor het evangelie … Lees meer

Met vreugde aanvaard

2 Korintiërs 8:10-15 10 In uw eigen belang raad ik u het volgende aan. U hebt al een jaar geleden een begin gemaakt met de collecte, en bovendien toonde u dat u graag wilt meedoen. 11 Rond deze nu dan ook af met dezelfde bereidwilligheid als waarmee u begon, en geef daarbij naar vermogen. 12 … Lees meer

U blinkt in alles uit

2 Korintiërs 8:1-9 1 Broeders en zusters, wij willen u niet onthouden wat Gods genade tot stand heeft gebracht in de gemeenten van Macedonië: 2 ze zijn door ellende zwaar op de proef gesteld maar zijn toch, vervuld van een overstelpende vreugde en ondanks hun grote armoede, zeer vrijgevig. 3 Ik verzeker u dat ze … Lees meer

De kleinste

Lucas 9:46-50 46 Ze begonnen onderling te redetwisten over de vraag wie van hen de belangrijkste was. 47 Jezus wist wat hen bezighield en Hij nam een kind bij zich, dat Hij naast zich neerzette. 48 Hij zei tegen hen: ‘Wie dit kind in mijn naam ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem … Lees meer

Een ongelovig en dwars volk

Lucas 9:37-45 37 Toen ze de volgende dag de berg afdaalden, kwam een grote menigte Jezus tegemoet. 38 Opeens begon een man in de menigte luid te roepen: ‘Meester, ik smeek U, help mijn zoon, want hij is mijn enige kind. 39 Telkens weer neemt een geest bezit van hem, en dan begint hij opeens … Lees meer

Twee mannen

Lucas 9:28-36 28 Ongeveer acht dagen nadat Hij dit had gezegd ging Hij met Petrus, Johannes en Jakobus de berg op om te bidden. 29 Terwijl Hij aan het bidden was, veranderde de aanblik van zijn gezicht en werd zijn kleding stralend wit. 30 Opeens stonden er twee mannen met Hem te praten: het waren … Lees meer

Dagelijks zijn kruis op zich nemen

Lucas 9:18-27 18 Toen Jezus eens aan het bidden was en alleen de leerlingen bij Hem waren, stelde Hij hun de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ 19 Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, maar anderen zeggen Elia, en weer anderen beweren dat een van de oude profeten is opgestaan.’ 20 Hij zei tegen … Lees meer

Ongeveer vijftig

Lucas 9:10-17 10 Toen de apostelen terugkeerden, vertelden ze Jezus alles wat ze gedaan hadden. Hij trok zich met hen terug in de stad Betsaïda. 11 Maar de mensen kwamen het te weten en volgden Hem. Hij ontving hen vriendelijk en sprak tot hen over het koninkrijk van God, en degenen die genezing nodig hadden … Lees meer