Die tussen de dertig en vijftig jaar oud waren

Numeri 4:34-49

34 ¶  Mozes, Aäron en de leiders van de gemeenschap schreven, geordend naar geslacht en familie, alle Kehatieten in 35  die tussen de dertig en vijftig jaar oud waren en verplicht waren werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten. 36  Het aantal ingeschrevenen, geordend naar geslacht, bedroeg 2750. 37  Dit was het aantal Kehatieten dat werkzaam was bij de ontmoetingstent en dat door Mozes en Aäron werd ingeschreven, zoals de HEER het Mozes geboden had. 38  Het aantal Gersonieten dat, geordend naar geslacht en familie, werd ingeschreven, 39  allen die tussen de dertig en vijftig jaar oud waren en verplicht waren werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten, 40  dit aantal ingeschrevenen, geordend naar geslacht en familie, bedroeg 2630. 41  Dit was het aantal Gersonieten dat werkzaam was bij de ontmoetingstent en dat door Mozes en Aäron werd ingeschreven, zoals de HEER geboden had. 42  Het aantal Merarieten dat, geordend naar geslacht en familie, werd ingeschreven, 43  allen die tussen de dertig en vijftig jaar oud waren en verplicht waren werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten, 44  dit aantal ingeschrevenen, geordend naar geslacht, bedroeg 3200. 45  Dit was het aantal Merarieten dat door Mozes en Aäron werd ingeschreven, zoals de HEER het Mozes geboden had. 46  Het totale aantal Levieten dat door Mozes, Aäron en de leiders van de Israëlieten werd ingeschreven, geordend naar geslacht en familie, 47  allen die tussen de dertig en vijftig jaar oud waren en verplicht waren werkzaamheden bij de ontmoetingstent te verrichten en te helpen bij het dragen ervan, 48  dit aantal bedroeg 8580. 49  Zoals de HEER had geboden, werden ze onder leiding van Mozes ingeschreven overeenkomstig de taak die ieder van hen bij het vervoer had. Zo had de HEER het Mozes opgedragen. (NBV)

Wat is nu het resultaat van al deze tellingen? Uit de manier waarop het beschreven wordt is duidelijk dat het ook hier niet om de aantallen gaat maar om de nauwkeurigheid en om de mensen zelf. Toen het volk geteld werd ging het om de mannen van 1 maand en ouder, toen het leger werd geteld ging het om de mannen van 20 jaar en ouder, nu de verhuizers van de Tabernakel geteld zijn blijkt het te gaan om de mannen tussen de 30 en de vijftig jaar oud, de oudere werknemers dus. Er wordt in de Bijbel wel over zeer oude mensen gesproken, mensen van 70 jaar en ouder zijn de zeer sterken, maar de gemiddelde leeftijd was toch vrij laag. Je moest bij kleine kinderen maar eerst afwachten of ze in leven zouden blijven, daarom werden ze pas geteld als ze ouder als 1 maand waren, dan waren ze levensvatbaar. Soldaten konden vechten als ze ouder dan 20 jaren, daar is in al die eeuwen die voorbij gegaan zijn nog helemaal niks aan veranderd. Maar zorgvuldigheid, de levensgevaarlijke werkzaamheden, de  meest verantwoordelijke werkzaamheden zijn toewezen aan de oudste werknemers, daarvoor moest je opgegroeid zijn.

In onze dagen zijn juist die oudere werknemers niet meer in tel. Wie werkloos wordt en ouder is dan 45 jaar kan het op de arbeidsmarkt wel vergeten en verkrijgt een grote maatschappelijke betekenis door het doen van vrijwilligerswerk. De manier waarop Mozes en Aäron de verhuizing van het meest belangrijke van het volk Israël had geregeld zou anders doen vermoeden. Zij doen voor het sjouwen geen beroep op de jonge kerels van boven de 20 maar op de volwassen en ervaren mannen tussen de 30 en de 50. Ook in onze bedrijven en instellingen zou je verwachten dat ervaring en verantwoordelijkheidsgevoel zeer belangrijk zouden zijn en dat oudere werknemers dus zeer gewild zouden zijn. De ervaring is anders. Ministers moeten campagnes starten om de waarde van oudere werknemers onder de aandacht van werkgevers te brengen en oudere werknemers kijken wel uit om hun waarde onder de aandacht te brengen, ze worden toch al te vaak te duur gevonden. Wie helemaal niet geteld zijn, zijn de vrouwen. Gemakkelijk wordt gezegd dat de Bijbel een door mannen bepaald boek is. Maar wie leest wat die mannen allemaal moeten doen kan zich voorstellen dat die vrouwen wel uitkijken om zich te laten tellen, daar hebben ze helemaal geen tijd voor.

Het slot van dit Bijbelgedeelte gaat over dienen. Het dienen van God moet mogelijk worden gemaakt, het dienen van de God is ook het dienen van het volk. Eigenlijk wordt er gewaarschuwd tegen een heersende priesterkaste. Mozes blijft in alle verhalen de leider van het volk op weg naar het beloofde land. Als Mozes spreekt dan spreekt hij namens God en God heeft het volk bevrijd niet onderworpen, door wat Mozes zegt kan het volk opbloeien en belangrijk worden, niet alleen de leiders worden belangrijk maar iedereen van 1 maand en ouder. De vrouwen ook natuurlijk. Zij zorgen voor de verhuizing van de families, voor het vee, voor de kinderen. Zij verzamelen het manna, vangen de kwartels en zorgen dat al die mensen die aan hen zijn toevertrouwd regelmatig te eten krijgen, dat kleren worden gemaakt, dat tenten voor de families worden hersteld. Geen wonder dat die vrouwen geen tijd hebben om zich in te laten met die mannelijke spelletjes van tellen en geteld worden. In de verhalen over de uittocht speelt ook de zuster van Mozes een rol, Mirjam. Hier ontbreekt zij. Vrouwen hoeven ook niet opgeroepen om zich dienend op te stellen. Bij de reorganisatie van een kerk als de PKN moet men hier rekening mee houden, al die ambtsdragers zijn dienaren van God en daarmee dienaren van de gemeente. Hoe God en zijn gemeente gediend worden zou de centrale vraag moeten zijn en daar waar het dienen van de gemeente verdwijnt lopen de kerken leeg, vrouwen kunnen ons dat leren.

Plaats een reactie