De waarheid vertellen

Daniël 11:1-9

1 ¶  In het eerste jaar van Darius de Mediër steunde en beschermde ik hem. 2  En nu zal ik je de waarheid vertellen. Er zullen nog drie koningen in Perzië opstaan, en de vierde zal een grotere rijkdom bezitten dan alle eerdere. Als hij door zijn rijkdom macht verworven heeft, zal hij alles en iedereen opzetten tegen het Griekse rijk. 3  Daarna staat er een heldhaftige koning op, die met groot gezag regeert en doet wat hij wil. 4  Maar nauwelijks is hij opgestaan, of zijn koninkrijk stort ineen en wordt opgedeeld naar de vier windrichtingen. Zijn rijk valt niet aan zijn nakomelingen toe en is niet zo machtig als toen hijzelf heerste, want het wordt uiteengerukt, het komt aan anderen dan de zijnen toe. 5 ¶  De koning van het Zuiden zal machtig worden, maar een van zijn vorsten wordt nog machtiger dan hij en zal in zijn plaats heersen; zijn heerschappij zal zich over een groot gebied uitstrekken. 6  Na verloop van jaren sluiten zij een verbintenis: de dochter van de koning van het Zuiden zal huwen met de koning van het Noorden om de vrede te bezegelen, maar zij zal haar invloed niet behouden en zijn macht zal evenmin blijven bestaan. Op zeker moment wordt zij uitgeleverd, evenals haar gevolg, de man die haar verwekte en de man die haar tot vrouw nam. 7  Een van haar verwanten treedt in diens plaats, trekt op tegen het leger en dringt de vesting van de koning van het Noorden binnen; hij komt als overwinnaar uit de strijd. 8  Zelfs hun goden, hun gegoten beelden en hun kostbare voorwerpen van zilver en goud voert hij als buit naar Egypte. Daarna laat hij de koning van het Noorden enkele jaren met rust. 9  Deze op zijn beurt zal het rijk van de koning van het Zuiden binnenvallen, maar daarna zal hij naar zijn eigen land terugkeren. (NBV)

Van oorlog komt oorlog en het eerste slachtoffer van een oorlog is de waarheid. De eerste lezers van het boek Daniël, die zo leden onder een Griekse bezetting, zullen zich vaak afgevraagd hebben waarom ze zo moesten lijden. De broers die de dienst  in de Tempel en de aanbidding van de God van Israël wilden verdedigen tegen de wens van de Griekse koning om beelden van Zeus in de Tempel te zetten werden voor de ogen van hun moeder gevild en ter dood gebracht. Ontrouw aan de God van Israël kon hen niet verweten worden. Aan de rand van de Bijbel hebben we nog een boek met dat gruwelijke verhaal, het eerste boek van de Maccabeeën. Het gedeelte dat we vandaag uit het boek Daniël lezen geeft een beetje een antwoord op die vraag, een antwoord waar wij misschien in onze dagen ook nog wat aan kunnen hebben. Zeker als we beseffen dat de Bijbel geen geschiedenisboek is maar een boek over de manier waarop mensen omgaan met de God van Israël. De Koningen die hier genoemd worden gingen zeker niet om met de God van Israël. Het begint verhaal van vandaag begint met Koning Darius, die kennelijk een  tijdje werd beschermd maar uiteindelijk gewogen werd en te licht bevonden.

Dan volgen er Perzische Koningen, koningen van het Noorden en het Zuiden, Griekse koningen, Egyptische koningen en noem maar op. De regio waarin Israël lag moet tussen de herbouw van Jeruzalem na de ballingschap en de komst van de Romeinen een voortdurend oorlogsgebied zijn geweest waarin de vreemde heersers elkaar in een snel tempo opvolgden. Natuurlijk zijn de geleerden op zoek geweest naar de namen van de koningen die hier bedoeld zouden kunnen zijn. Als je oude geschiedenis van het Midden Oosten studeert is dat een heel boeiend studieonderwerp, maar gewone mensen zeggen al die namen niets. Op één na misschien. Alexander de Grote. Daar zijn in onze dagen films over gemaakt. Een knaap uit een obscuur rijkje in het noorden van Griekenland stichtte en veroverde een rijk zoals de wereld tot dan toe nooit had gezien. En de boodschapper die Daniël het verhaal vertelde kreeg gelijk. Na zijn dood viel het rijk van Alexander uiteen. De leden van zijn staf, zijn hofhouding kregen elk een stukje van het Rijk en zij konden het oorlogvoeren voortzetten. Wij kijken nog steeds naar het grootse dat Alexander gedaan lijkt te hebben. We kijken niet naar de slachtoffers die hij maakte, de vrouwen die verkracht werden, de kinderen die door de oorlog wees geworden waren.

Want dat is de eigenlijke boodschap die aan Daniël wordt gegeven en daarmee aan de lijdenden onder de latere Griekse bezetting en ook aan ons. Die oorlogen zijn geen verdediging tegen pogingen tot overheersing maar ze ontstaan voortdurend als de ene koning zich uitnemender acht dan de andere. De laatste Perzische koning was volgens het verhaal ook gelijk de rijkste. Er had een opeenhoping van goederen en macht plaatsgevonden, ten koste van de armen in het Rijk. En dat leidde vanzelfsprekend tot opstand en oorlog, tot een klassenstrijd als men wil. Maar ook die werd geleid door machthebbers die uit waren op persoonlijke macht en rijkdom en daarvoor volken moesten uitbuiten en onderdrukken. Wie niet wil leren van de geschiedenis is veroordeeld haar te herhalen. En  de geschiedenis die hier door een boodschapper van God wordt geschetst herhaald zich tot in onze dagen. Misschien niet met koningen en opvolgers van koningen, maar denk eens aan de bankencrisis toen het geld zich ophoopte bij enkelen en velen probeerden daarvan te profiteren. Uiteindelijk storte dat in elkaar net als het rijk van Alexander. En de vrijheid die banken wordt gegeven lijkt al weer af te stevenen op de volgende crisis. De waarheid en de zorg voor de minsten worden het eerste slachtoffer, Kennelijk zullen we toch moeten naar een samenleving van zorg en delen. Zorg voor de minsten en delen met hen die het nodig hebben. We mogen hoop putten uit het verhaal van vandaag, uiteindelijk zal dat Koninkrijk van God komen, we mogen er elke dag opnieuw aan werken, ook vandaag.

Plaats een reactie