Wie heeft zal nog meer krijgen

Lucas 19:11-28

Er zijn groepen christenen die met de bovenstaande uitspraak van Jezus van Nazareth zogenaamde Christelijke politiek menen te kunnen bedrijven. De armen moeten maar voor zichzelf zorgen zodat de rijken nog rijker worden. Maar daar gaat het verhaal waar deze uitspraak uit komt natuurlijk helemaal niet over. Het ontneemt de volgelingen van Jezus van Nazareth alle illusies over het einde van de Romeinse heerschappij. Er zal eerst heel hart gewerkt moeten worden aan die nieuwe samenleving voordat het Koninkrijk van God eindelijk zal aanbreken, dat is nu net zo als in de dagen van Jezus van Nazareth. In zijn dagen dachten de mensen dat het wel over zou zijn met het Romeinse Rijk als hij Jeruzalem binnen zou trekken. De lezers van het verhaal van Lucas wisten als dat het niet zo zou gaan. Toen er immers een gewapende opstand kwam werd Jeruzalem verwoest en bleven de Romeinen de baas in Israël. Koningen in Israël moesten naar Rome om hun koningschap te ontvangen, dat was zo gegaan met Herodes en dat zou ook zo gaan met zijn zoon Archelaüs, al reisden sommige leiders van het volk hem achterna om bij de Keizer van Rome te protesteren tegen een eventueel Koningschap. In Israël bleven in elk geval tien mannen die nodig waren om Sabbath te vieren, en de Sabbath is een groot geschenk net als honderd drachmen voor een slaaf. En met dat geschenk moet gehandeld worden, daarmee moet een begin gemaakt worden met dat Koninkrijk van God. Dus als dat lukt moet je de slaaf die het goed kan ook aanstellen over een deel van dat rijk. Maar de slaaf die het in een zweetdoek heeft bewaard, die de Sabbath ontrouw is geworden, moet je dat weer afpakken. Die staat daar immers niet van te kijken, een landheer vraagt nu eenmaal pacht van zijn pachters en neemt dus wat hij niet heeft gezaaid. Zelfs de angst voor een God die alle macht heeft moet je dus niet tegenhouden om aan dat nieuwe Koninkrijk te werken. En denk nu niet dat je er rijk van wordt. Je kunt aan de slag met het kapitaal dat de niksnutten en leefhoofden voor je laten liggen. Ook dat kapitaal blijft van de heer van het land zegt de gelijkenis. De uitspraak van Jezus van Nazareth gaat dus ook niet over een beloning die je zou kunnen krijgen voor al je werk, waardering is het enige. De vreugde van de hongerige die gevoed is, de blik van de bedroefde die getroost is, de vrede in een land waar oorlog was en vrede werd gebracht. De school voor de kinderen die nooit een school hadden. De naaiwerkplaats voor de vrouwen die eindelijk zelf hun brood verdienen. Dat is de beloning voor het werk in het Koninkrijk van God, die beloning mogen we elke dag opstrijken, maar het werk is nooit gedaan, ook vandaag niet.

Plaats een reactie