Ik ben het niet waard

Lucas 7:1-10
 
Iedereen heeft wel eens gehoord van de Bergrede. In het zesde hoofdstuk van het Evangelie van Lucas kunnen we daarover lezen. De beroemde uitspraken als “heb je vijanden lief” en “heb je naaste lief als jezelf” klinken op de meest onverwachte momenten in onze taal nog door. Maar wat was de reactie toen Jezus uitgesproken was? Welke reactie schotelt de schrijver van het Evangelie van Lucas ons voor? Hij vertelt het verhaal over een bezetter. Een Romeins officier. De centurio hier genoemd, vroeger bekend als de hoofdman over honderd. In ons leger een kapitein waarschijnlijk, een officier maar duidelijk een waar nog andere officieren boven staan. Voor de inwoners van een bezet land geen beste, daar viel niet veel goeds van te verwachten, die voerde bevelen uit van boven en dwong maatregelen af. Van zulke officieren heeft de bezette bevolking altijd het meeste last. Maar dit blijkt een vijand die het volk lief heeft. Hij liet zelfs een synagoge voor het dorp bouwen. En dat was niet niks want die synagogen waren uitvindingen van de Farizeeën die de wetten van het land zeer strikt wilden nakomen. Die synagogen waren een broedplaats van nationalisme. Daar ging het over de wetten van Mozes, daar ging het over de profeten van Israël, daar klonken de psalmen en de verhalen van wijsheid. Daar was geen sprak van inleven in de cultuur van de bezetter, van begrip voor de vele goden van Grieken en Romeinen. Contacten met de bezetters waren daarbij ook uitgesloten. Komen in het huis van zo’n Romein was voor de vaste bezoekers van de Synagoge een grote overtreding van de wet, door zo’n bezoek werd je onrein, een buiten de gemeenschap geplaatste. Maar zo’n Romeinse legerofficier had dus voor hen het leerhuis gebouwd, waar het verhaal van Israel gelezen kon worden en waar de Wet van de Woestijn bestudeerd kon worden. Die Romeinse centurio ging nu nog verder. Hij bekommerde zich om een zieke slaaf. Ongehoord voor Romeinen, slaven waren gebruiksvoorwerpen, als ze stuk waren deed je ze weg. Maar in de nieuwe gemeenschappen van volgelingen van Jezus van Nazareth werden slaven beschouwd als gelijken van de vrijen. Daar was een hele nieuwe manier van omgaan met elkaar ontstaan. En als de schrijver van dit Evangelie zich richt tot Theofilus, ook een Romein, dan is dit verhaal een toepassing van de bergrede. Zo ga je dus met je slaven om. Zo gaat de nieuwe gemeenschap van Joden en Heidenen met slaven om. Je probeert ze beter te maken, je beschouwt ze als familie. Niet om zelf in het zonnetje te komen, niet om er een goede naam of faam mee te verwerven. Want de centurio spreekt duidelijk uit dat hij het zelf niet waard is om naar Jezus toe te komen. Zodat Jezus ook niet voor hem een zo grote overtreding van de wetten van de Farizeeën hoefde te plegen. Als hij maar zou zeggen dat de slaaf beter was. Dat is dus geloof in Jezus van Nazareth, alles aan de kant voor de armsten, je huis, je bezit, je goede naam. Je naaste liefhebben als jezelf. Want wie wil nu niet dat er iemand voor je gezondheid opstaat als je ziek bent.  De Bergrede als praktijk van alle dag, als richtlijn ook voor vandaag.

Plaats een reactie