Onder harde dwang

2 Makkabeeën 6:1-16

Vandaag beginnen we te lezen in een Bijbelboek dat bij heel veel bezitters van de Nieuwe Bijbelvertaling, of de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1951, niet in de Bijbel staat. Het is één van de zogenaamde Apocriefe boeken. Boeken die niet zijn opgenomen in de Hebreeuwse Bijbel maar zo populair waren in Joodse kringen in het Grieks sprekende deel van het Romeinse Rijk dat ze eerst een plaats kregen in een Griekse vertaling van de boeken van de Hebreeuwse Bijbel en later in de Latijnse vertaling van de Rooms Katholieke Kerk. In de Reformatie besloten de Gereformeerden terug te keren naar de oorspronkelijke Hebreeuwse Bijbel en de Apocriefe boeken apart te zetten. Maarten Luther meende wel dat het lezen van deze boeken zeker niet ontraden zou moeten worden. De Anglicanen hielden ze wel in hun Bijbel en later de Oud-Katholieken ook. Omdat we tegenwoordig een Oekumenisch leesrooster hebben heeft het Nederlands Bijbelgenootschap besloten om een paar gedeelten uit een van de Apocriefe boeken op te nemen. Wie die niet in de Bijbel heeft kan op de site van het Nederlands Bijbelgenootschap de Nieuwe Bijbelvertaling van dit Bijbelgedeelte opzoeken. Het boek 2 Makkabeeën zou een samenvatting zijn van het geschiedenisboek van Jacob van Cyrene dat 5 delen gehad moet hebben. Het vertelt de geschiedenis van de verovering van Israël door Koning Antiochus van Griekenland die zo arrogant was dat hij dacht het land bevaarbaar te kunnen maken en de zee begaanbaar. Hij ging er vandoor met het geld van de Tempel in Jeruzalem en in het gedeelte van vandaag lezen we hoe de Tempel van de God van Israël in Jeruzalem een Tempel voor de Griekse en Romeinse afgoden werd. Net als de Tempel van de Samaritanen op de berg Gerizim overigens. In het boek 2 Makkabeeeën staan een paar zeer wrede verhalen. Het idee martelaar te worden voor het geloof komt uit de gedachten die in dit boek zijn verwoord. De schrijver richt zich soms rechtstreeks tot de lezer en ook dat zien we in het gedeelte van vandaag. Dat de Tempel een oord van prostitutie, waarschijnlijk religieuze tempelprostitutie, is geworden moeten de lezers zich nu ook weer niet te sterk aantrekken want al die vernederingen zijn ook bedoeld om het volk op te voeden. Er zijn in de loop van de geschiedenis meer van die boeken verschenen die een onuitwisbare indruk maakten en door hun inhoud een uiterst zwarte bladzijde uit de menselijke geschiedenis tot een leerstuk voor nazaten wisten om te toveren. Het dagboek van Anne Frank is bijvoorbeeld zo’n boek. Daar verwoord een ontluikende jonge vrouw het leven en hoe mooi het kan zijn temidden van een wereld van en vol van dood. Haar verhaal loopt uiteindelijk uit op de dood maar we leren er ook na heel veel jaren nog van dat we nooit weer een samenleving moeten tolereren waar mensen tegen elkaar worden opgezet omdat ze een ander geloof hebben. In het gedeelte uit het boek over de Makkabeeën van vandaag lezen we hoe het volk Israël bijna gedwongen werd de Wet van de Tempel terzijde te schuiven. Niks meer zorgen voor de minsten in het land, Koning Antiochius had het geld daarvoor al gestolen. Niks meer mannen en vrouwen als gelijkwaardige mensen zien, in de Tempel werd prostitutie bedreven. Niks meer geen andere goden aanbidden. Die andere goden werden de norm in de nieuwe samenleving in Israël. En als we dit gedeelte zo lezen dan snappen we waarom het goed is dit eens te lezen, wij willen toch ook niet een samenleving die lijkt op die van Antiochus. Daar moeten we ons zelfs vandaag nog tegen verzetten.

Plaats een reactie