Kan ik echt niets voor haar doen?

2 Koningen 4:8-17

Je zou toch zeggen dat zo’n vrouw, die een kamer op het dak van haar huis bouwt en die meubileert, dat voor haar eigen belang doet. Het lijkt toch zeer aantrekkelijk zo’n profeet, een godsman, op zolder te hebben die zo af en toe in ruil voor jouw gastvrijheid een wens kan vervullen, of God kan vragen een wens voor jou te vervullen. In de Rooms Katholieke Kerk zijn er veel gelovigen die zo’n persoon verzorgen en aanbidden. Ze zetten bloemen voor het beeld van zo’n persoon, steken er kaarsen voor aan en zorgen dat het beeld er zo mooi mogelijk bijstaat. Ze aanbidden die heilige dan nog net niet maar ze vragen wel bemiddeling bij God. En de meest populaire heiligen zijn die heiligen die ook nog met enige regelmaat wonderen weten los te krijgen bij God. Je wordt overigens pas heilig als er twee wonderen zijn die na je dood gebeuren en als je overigens een godvruchtig leven hebt geleid. Wij mensen zijn gevoelig voor zoiets. Maar de Sunamitische uit het verhaal dat we vandaag lezen gaat het kennelijk niet om zulke wonderen. Zij vraagt niets voor zichzelf, al heeft ze een grote wens, een zoon, een kind te krijgen. Want in een samenleving zonder pensioenvoorzieningen tel je als vrouw pas mee als je tenminste één kind hebt. Maar zelfs dat vraagt ze niet aan de profeet. Kennelijk is het haar genoeg door haar gastvrijheid dichter bij God te komen, te doen wat God vraagt, dat we delen zonder daar zelf beter van te willen worden. Voor protestanten is die Rooms Katholieke Heiligen cultus dan ook een gruwel. Als je wat aan God te vragen hebt dan is daar geen tussenpersoon voor nodig, dan kun je dat zelf direct aan God vragen. En verder gaat het niet om wonderen voor jezelf maar gaat er om dat je naaste die gebrek lijdt geholpen wordt en dat doe je in de eerste plaats zelf. Pas als je eigen vermogen te kort dreigt te schieten dan doe je een beroep op die God. Protestanten willen graag een voorbeeld kunnen nemen aan de knecht Gechazi. Zonder dat de vrouw wat gezegd heeft ziet hij haar diepste wens, hij kent haar positie in haar samenleving en weet wat dat voor haar kan betekenen. Ook Eliza ziet in dat die wens in vervulling moet gaan en dus ook zal gaan als ze er maar openlijk over weet te praten. Hij brengt het gesprek er over op gang en jawel, binnen een jaar is de zoon geboren. Een gesprek op gang brengen over de diepste wensen van iemand is moeilijk genoeg. Het begint er mee het aan te durven te praten over dat wat jezelf bezig houdt, om in elk geval te vertellen dat wat we graag willen ook gezegd mag wezen. Niet alleen in een gebed dat uitgesproken wordt in de binnenste binnenkamer, maar ook met je geliefden, met je naasten. Want houden van je naasten als van jezelf is ook houden van jezelf. En als je je naasten zover weet te krijgen, dan volgen de wonderen vanzelf.

Plaats een reactie