Een vrouw heeft hem gedood

Rechters 9:50–10:5

50 Enige tijd later trok Abimelech op tegen Tebes. Hij belegerde de stad en nam haar in. 51  In het midden van de stad stond een versterkte toren, en daarin namen de burgers van de stad hun toevlucht, zowel mannen als vrouwen. Ze vergrendelden de poort en klommen naar het dak. 52  Abimelech bestookte de toren van dichtbij. Toen hij de poort naderde om de toren in brand te steken, 53  gooide een vrouw een maalsteen op zijn hoofd, waardoor zijn schedel werd verbrijzeld. 54  Hij kon nog net zijn wapendrager roepen en vragen: ‘Trek je zwaard en dood mij, zodat er niet van mij gezegd zal worden: “Een vrouw heeft hem gedood.”’ Zijn wapendrager doorstak hem, en hij stierf. 55  Toen het leger van Israël zag dat Abimelech dood was, keerden de soldaten naar huis terug. 56  Zo vergold God Abimelech het kwaad dat hij tegen zijn vader had begaan door zijn zeventig broers te doden, 57  en liet hij ook het kwaad van de burgers van Sichem op hun eigen hoofd neerkomen. Zo werd de vloek van Jotam, de zoon van Jerubbaäl, aan hen voltrokken. 1 Na Abimelech kwam Tola, die optrad als bevrijder van Israël. Hij was een zoon van Pua, de zoon van Dodo, en behoorde tot de stam Issachar. Maar hij woonde in Samir, in het bergland van Efraïm. 2  Drieëntwintig jaar was hij rechter over Israël. Toen stierf hij en werd begraven in Samir. 3  Na hem kwam Jaïr uit Gilead. Tweeëntwintig jaar was hij rechter over Israël. 4  Hij had dertig zonen, die allemaal een ezelshengst als rijdier hadden en aan het hoofd van een nederzetting stonden. Tot op de dag van vandaag worden deze dorpen in Gilead de Dorpen van Jaïr genoemd. 5  Na zijn dood werd Jaïr begraven in Kamon. (NBV)

Wij kennen natuurlijk onze Kenau Simonsd Hasselaar en Trijntje Rembrandsdochter uit de geschiedenisboekjes. Op de wallen van respectievelijk Haarlem en Alkmaar hielpen zij de Spanjaarden te verdrijven die de pas verworven godsdienstvrijheid kwamen bestrijden. Op de achtergrond speelde natuurlijk een belastingprobleem, de bevolking weigerde de zogenaamde tiende penning te betalen en kwam daar tegen in opstand. In Haarlem liep het beleg uit op een bloedbad waarbij de burgers rug aan rug gebonden in het Spaarne werden geworpen maar in Alkmaar begon de victorie en ook dit jaar op 8 oktober zal dat uitbundig gevierd worden. Ook de Bijbel kent dat soort vrouwen. We hebben het al eens over Jael gehad die het volk van generaal Sisera bevrijde en in het bovenstaande gedeelte komt een anonieme vrouw voor die met een maalsteen het volk bevrijde van Abimelech.

Die Abimelech kan nog wel zo dapper zijn en zijn wapendrager het vonnis  laten voltrekken, dat hielp niet. het was inderdaad een vrouw die hem heeft gedood. Eind van de koningen weer voor een tijdje. Jarenlang deed het volk het vervolgens zonder regering. Wij kunnen ons dat niet meer voorstellen. Natuurlijk wordt er gesproken over Tola en daarna over Jaïr maar dat waren rechters, bevrijder wordt er van Tola zelfs gezegd. Als er weer rovers kwamen om de oogst te roven bliezen ze op de ramshoorn en wezen het volk de weg om het gericht te voltrekken. Macht kwam er niet aan te pas en het aanzien werd ontleend aan daden niet aan de positie. Wetgeving was ook niet nodig want er was een wet. Een wet die uitstekend voldoet voor een volk, tot op de dag van vandaag, de wet van heb je naaste lief als jezelf.

En die naasten zijn niet je buren uit de villawijk maar de minsten uit de goedkope volksbuurten waar reparatie van straten en straatverlichting lang kan uitblijven. Waar als je daar woont en werkloos wordt je moeilijk werk kunt vinden alleen al op grond van je naam of je postcode. Daar voelen mensen zich soms gedwongen uit stelen te gaan, niet goed natuurlijk, maar als de mensen uit de villawijk niet willen delen met de mensen uit de volksbuurten dan komen ze het halen. Mensen uit de villawijken die uit stelen gaan hebben dat veel en veel minder nodig, die zouden dan ook dubbel gestraft moeten worden. Recht en gerechtigheid is er volgens de Bijbel niet als mensen zich tot koning kronen en oorlog gaan voeren maar recht en gerechtigheid bloeien daar waar zorg is voor de minsten en de armen. Abimelech merkte dat pas toen het te laat was.

Plaats een reactie