Ik wil je naar de heidenen sturen.

Handelingen 22:12-29

12  Daar kwam een zekere Ananias naar me toe, een man die de wet trouw naleefde en bij alle Joodse inwoners van de stad in hoog aanzien stond. 13  Hij ging voor me staan en zei: “Saul, broeder, open je ogen!” En op datzelfde ogenblik kon ik hem zien. 14  Hij zei: “De God van onze voorouders heeft jou uitgekozen om je zijn wil bekend te maken, om de Rechtvaardige te zien en hem te horen spreken, 15  want je zult zijn getuige zijn en aan alle mensen verkondigen wat je gezien en gehoord hebt. 16  Wat aarzel je dan nog? Sta op, laat je dopen en je zonden wegwassen, terwijl je zijn naam aanroept.” 17  Later, toen ik terug was in Jeruzalem en in de tempel aan het bidden was, werd ik opeens gegrepen door een visioen. 18  Ik zag de Heer, die tegen me zei: “Haast je en vertrek meteen uit Jeruzalem, want ze zullen van jou geen getuigenis over mij aanvaarden.” 19  Ik zei: “Heer, ze weten toch dat ik vroeger de mensen die in u geloven heb laten opsluiten in de gevangenis en dat ik hen in de synagogen heb laten geselen? 20  Ook toen Stefanus zijn getuigenis over u met de dood moest bekopen, was ik erbij. Ik hield de mantels van degenen die hem doodden in bewaring en keurde de moord op hem goed.” 21  Maar hij zei tegen mij: “Ga, want ik wil je naar de heidenen sturen, ver van hier.”’ 22 ¶  Tot zover had de menigte naar Paulus geluisterd, maar nu begon iedereen luidkeels te roepen: ‘Weg met die man! Zo iemand heeft niet het recht om te leven!’ 23  Ze schreeuwden, gooiden met hun mantels en wierpen stof in de lucht. 24  Daarop beval de tribuun Paulus de kazerne binnen te brengen. Hij gaf opdracht hem onder het toedienen van zweepslagen te verhoren, om te achterhalen waarom het volk zo tegen hem tekeerging. 25  Maar toen ze hem al vastgebonden hadden voor de zweepslagen, zei Paulus tegen de centurio die erbij was: ‘Mogen jullie een Romeins burger geselen, en dan nog wel zonder vorm van proces?’ 26  Toen de centurio dit hoorde, ging hij naar de tribuun om hem op de hoogte te stellen. Hij zei: ‘Wat bent u aan het doen? Die man is een Romein!’ 27  De tribuun ging naar Paulus toe en vroeg: ‘Bent u werkelijk een Romeins burger?’ ‘Jazeker, ‘antwoordde Paulus. 28  De tribuun zei: ‘Ik heb een vermogen moeten betalen voor dat burgerrecht.’ Daarop zei Paulus: ‘Ik ben als Romeins burger geboren.’ 29  Meteen lieten de soldaten, die op het punt stonden hem te verhoren, hem met rust, en ook de tribuun sloeg de schrik om het hart nu hij besefte dat hij een Romeins burger had laten vastbinden. (NBV)

Paulus blijft zich identificeren met de Joden die  boos tegen hem te hoop zijn gelopen. Alleen de volgelingen van de mensen van de Weg weten hem te helpen, hem kwalijk nemen dat hij hen had vervolgd doen ze niet. De mensen die zich nu tegen Paulus keren moeten dezelfde mensen geweest zijn die zich ook tegen Stephanus hadden gekeerd toen die in het Grieks in Jeruzalem had opgeroepen om de Weg van Jezus van Nazareth te volgen. Stephanus was gestenigd en Paulus was daarbij geweest, hij had als jonge student de mantels vastgehouden. Maar in de Tempel had hij een visioen gehad van God, alsof ook hij een profeet was, die hem naar de Heidenen had gestuurd. Dat was een bespotting van de overtuiging van de meeste Joden. Zij waren bezig hun eigen identiteit te versterken, het “eigen volk eerst” was daarbij leidend. Als er al Heidenen naar de Joden kwamen om de God van Israël te dienen dan moesten ze maar Jood worden. Het was het conflict waar Paulus ook bij het stichten van gemeenten iedere keer weer op zou stuiten en waarover in zijn brieven het nodige is geschreven.

De centurio, de hoofdman over honderd, Romeins officier, snapte er niks van. Een geleerd man die het volk zelfs in dat moeilijke Hebreeuws kan toespreken die zo beschimpt en bespot wordt. Waarom ze vinden dat hij gedood moet worden? Wat is dat voor een opstandelingenleider? Dat moet er uitgeperst worden. En zoals een bezetter betaamd moet de waarheid er door geweld uitgeslagen worden. Martelingen zijn van alle tijden en het is in alle tijden nodig je tegen het martelen van gevangenen te verzetten. Amnesty International is heden ten dage misschien nog wel meer nodig dan in de dagen van Paulus, maar de houding van dictaturen tegen mensen die zelf nadenken is niet anders dan toen. Paulus had echter een bijzondere bescherming, hij was Romeins burger en alleen de Keizer in Rome mocht over hem oordelen. Romeins burger kon je op twee manieren worden. Je kon als Romeins burger geboren worden, je vader en moeder waren Romeinen en je woonde in een Romeins gebied. Of je kon het burgerrecht kopen. Dat had de tribuun, de hoofdman over duizend, gedaan en die had daar een fors bedrag voor moeten neertellen.

Het zal duidelijk zijn dat zij die het burgerrecht hadden gekocht op een lagere sociale trap stonden dan zij die als Romein geboren waren. De schrik sloeg de tribuun dan ook om het hart toen hij merkte dat hij misschien niet helemaal de vereiste bescherming aan een Romeins burger had gegeven. Het is in onze dagen niet anders. Ook al zijn mensen Nederlander van de derde generatie, woonden ouders, grootouders en overgrootouders in ons land, als ze er iets anders uitzien dan mensen wier voorouders hier al eeuwen wonen, dan worden ze nog als minder aangekeken. In de gemeenten die Paulus zou stichten viel dat verschil helemaal weg. Dat was het meest opvallende kenmerk en gezien de reactie op het optreden van Paulus in Jeruzalem ook het meest aanstootgevende kenmerk. Daar mogen wij wel eens bij stil staan als we onze eigen samenleving vorm geven, ook vandaag weer.

Plaats een reactie