Dus vandaag zijn we zeker gewijd.

1 Samuel 21:2”“22:5

In het boek Deuteronomium worden in hoofdstuk 23 de regels gegeven voor soldaten die toch in oorlog zijn. Het gebod waar ze zich aan te houden hebben is het “Gij zult niet doden”, maar iedereen snapt dat je over het algemeen geen oorlog of veldslag kan winnen zonder een tegenstander te doden of te verwonden. Eigenlijk moeten soldaten dus bestraft worden voor het overtreden van een van de grondregels voor een menselijke samenleving. Dat zou echter niet eerlijk zijn als ze er op uit trokken om het volk te beschermen tegen een gewelddadige vijand en zo deden wat de God van Israël van hen verwachtte. De regels gaan er daarom vanuit dat God zelf de legerplaats bezoekt om de soldaten te redden van die straf. De legerplaats is daarom een heilige plaats, net als de Tempel of bij ons de Kerk. De legerplaats moet schoon zijn en netjes en bevrediging van lusten is er niet bij. Deze regels spelen in het verhaal van vandaag een grote rol.

David is op de vlucht voor Saul. De ruzie tussen Saul en zijn zoon Jonathan heeft voldoende duidelijk gemaakt dat Saul er op uit is David te doden. Maar David wil leven. Hij weet dat er in Nob een heiligdom was voor de God van Israël. En aan de hogepriester van dat heiligdom Achimelech vroeg hij om eten. Het enige eten dat er was was het brood voor de God van Israël. Ook brood moet gedeeld worden en om te tonen dat men bereid was zelfs het brood te delen was er in het Heiligdom een tafel waarop steeds verse broden werden gezet voor de God van Israël. Niet om die God te voeden maar om ze te laten zien, toonbroden werden ze genoemd. Alleen de priesters mochten ze eten als ze ververst zouden worden. Maar levensgevaar breekt de wetten van de Tora. Het leven van een mens is altijd belangrijker. En als de soldaten en David zich houden aan de overige regels van de Tora dan is het toegestaan de broden te eten.

David vluchtte verder, maar ja verder was naar het land van de Filistijnen en je moet wel gek zijn om je daar veilig te voelen. Gekke Filistijnen waren er genoeg zegt de grap uit dit verhaal. David zoekt dus een schuilplaats in de bergen waar grotten beschutting brengen. Daar voegen zijn broers bij hem en de armen die slachtoffer waren van de onderdrukking en het onrecht van Saul. Het zal niet de plaats zijn waar David moet blijven. Wij moeten nog steeds leren dat de wetten van de Hebreeuwse Bijbel allereerst bedoeld zijn om mensen een menswaardig leven te bezorgen. Als Jezus van Nazareth op de vingers getikt wordt omdat zijn leerlingen op de Sabbat korenaren malen tussen hun handen beroept hij zich op het gedeelte dat we vandaag uit het verhaal van David hebben gelezen. Ook Jezus van Nazareth had immers geen plaats om zijn hoofd ter ruste te leggen? Wij moeten dus ook niet zomaar iemand bij de deur, onze landsgrenzen, wegsturen die hier om eten komt en een veilig bestaan. Misschien sturen we David of Jezus zelf weg. Gelukkig dat we ook met onze gastvrijheid elke dag opnieuw mogen beginnen. Ook vandaag weer.

Plaats een reactie