Dan zullen zij mijn volk zijn

Ezechiël 14:1-11

Het werkt. Ezechiël heeft de opdracht eerst het volk Israël te laten zien waar het mee bezig is. En werkelijk, hij trekt de aandacht. De oudsten van het volk komen naar Ezechiël toe. Maar Ezechiël is geen waarzegger, geen toekomstvoorspeller, ook geen bemiddelaar met een God die boos is en die straffen stuurt. Ezechiël spreekt in Gods naam over dat wat de mensen doen. Daarom staat Ezechiël voor een dilemma, moet hij de oudsten van het volk te woord staan of weer weg sturen? De oplossing ligt in het zeggen wat hij ziet. Het volk was in ballingschap gestuurd omdat ze afgoden waren gaan aanbidden. En dat aanbidden van afgoden hadden ze nog steeds niet losgelaten. Daarom kan Ezechiël namens God zeggen: vlieg op met heel je afgodentroep.

Kan God trouwens iemand verleiden om verkeerd te doen? In het gedeelte dat we vandaag lezen zou je denken van wel. De profeet zou immers door God verleid kunnen worden om verkeerde dingen te zeggen? Dat komt dan door het niet willen loslaten van afgoden. Dan gaat de profeet in de geest van de afgoden profeteren en lopen de zaken verkeerd af voor het volk. Er staan in de Bijbel wel meer voorbeelden waarbij profeten namens God de verkeerde dingen zeggen, omdat het verkeerde gevraagd wordt. Dan wordt er niet naar recht en gerechtigheid gevraagd, maar naar overwinningen in oorlogen die niet nodig zijn en alleen maar leed en ellende brengen. In dit gedeelte wordt gedreigd dat ook de profeet gestraft zal worden. Het is een excuus om niet in te gaan op de vragen van de oudsten.

Kennen we in onze dagen ook het dilemma van de profeet die de boodschap moet brengen aan dienaren van afgoden? Het moet haast wel. Ook in onze dagen worden discussies gevoerd over onderwerpen waar je het gewoon niet over moet hebben. Vreemdelingenbeleid bijvoorbeeld, in dit gedeelte worden de vreemdelingen weer eens betrokken als behorende tot het volk zelf. Hebben we het over de minsten en proberen we daar recht voor te krijgen, recht te doen aan mensen in de knel, de onderliggenden, of hebben we het over de belangen van de rijken, van de gevestigden, de bovenliggenden? Dat is wat je voortdurend moet afvragen. Antwoord geven op vragen hoe de rijken beschermd moeten worden of hoe de positie van de bovenliggenden versterkt kunnen worden zijn antwoorden aan afgodendienaars. Gelukkig kunnen we elke dag opnieuw een andere weg inslaan, de Weg van de God van Israël, ook vandaag weer.

Plaats een reactie