Alle volken zullen je gerechtigheid zien

Jesaja 62:1-12 
 
Vandaag zingen we een loflied mee uit het boek van de profeet Jesaja. De geleerden zijn er over eens dat er meer mensen meegeschreven hebben aan het boek van de profeet die het wegvoeren van het volk in ballingschap meemaakte en desondanks volhield dat het volk bevrijd zou worden en weer een echt eigen volk in het beloofde land zou worden. Dit lied,  bijna aan het eind van dit boek, zingt over dat prachtige nieuwe land met een trotse hoofdstad, Jeruzalem.  En het mooiste is dat alle volken de gerechtigheid van dat land zullen zien zingt de profeet. Mooie taal in zo’n lied maar omdat het veel en vaak is herhaald zonder betekenis wordt het voor ons pas echt mooi als we ons de betekenis realiseren. Die gerechtigheid komt alleen als de weg van de Wet van de Woestijn wordt gevolgd, eerlijk delen, zorgen dat iedereen mee kan doen, zorgen voor de armen, de zieken en de zwakken. Die Wet wordt bewaard en beschermd in de Tempel in Jeruzalem en pas als alle volken kijken naar die Wet dan wordt het vrede op aarde. Daarom is het uitsluiten van volken van de discussie over eerlijk delen en over samen werken eigenlijk vragen om oorlog.  Natuurlijk kan het mislopen en kunnen er volken zijn die zich willen onttrekken aan wat we samen in de wereld, in de Verenigde Naties, willen. Maar dat blijkt pas als we in het verband van de Verenigde Naties met elkaar de problemen tussen landen, volken en mensen proberen op te lossen.  In de Bijbel staat het belang van de armen en onderdrukten voorop. Als het vrede wordt komt er een groot feest. Dit lied vergelijkt dat met een bruiloftsfeest. Want zoals bruid en bruidegom van elkaar houden en alles voor elkaar over hebben zo zouden alle volken van elkaar moeten houden. Dan immers laat het ene volk het andere tot haar recht komen, dan komen alle mensen tot hun recht. Dan laat je je geliefde niet omkomen van de honger, niet naakt over de wereld gaan, haar kinderen niet verkommeren van ziekte.  Vorige week hoorden we in de kerk over het dopen met het water van de Jordaan, oude gewoonten afspoelen en schoon en fris opnieuw beginnen, met een nieuw leven. Zo zullen we ook nog wat oude gewoonten van de heersers van deze wereld moeten afspoelen. Nu nog zetten de volken hun eigen belangen voorop. Eerst de handelsbelangen, kunnen we genoeg verdienen aan de banden met een ander volk. Of dat andere volk haar burgers onderdrukt en de mond snoert doet dan even niet ter zake. Luister maar eens naar onze eigen minister van buitenlandse zaken die voortdurend de Nederlandse handelsbelangen voorop zet en vindt dat juist door aan anderen te verdienen het gesprek over recht en gerechtigheid op gang kan komen. Zolang het eigen belang voorop staat zal er armoede en ellende zijn. En armoede en ellende brengen oorlogen voort. En oorlogen brengen armoede en ellende voor de allerarmsten voort. Wij worden door de profeet geroepen om de stad van de Wet van God tot bruid of bruidegom te nemen en ons te verheugen in de Wet van houden van je naaste als van jezelf. Gelukkig mag dat elke dag opnieuw, alsof je elke dag opnieuw uit dat water wordt herboren.

Plaats een reactie