Zo waar zal ik het u op deze akker vergelden

2 Koningen 9:14-29

Hoe kun  je een koningsmoord goedpraten? De Bijbel geeft er in het gedeelte dat we vandaag lezen een voorbeeld van. Jehu moord de koningen van Israël en Juda uit en geeft daarvoor als reden een voorspelling die van God afkomstig zou zijn. Mag dat? Mag je zo met de woorden van God omgaan dat die je eigen daden rechtvaardigen? Dit verhaal doet daar geen uitspraak over. De verhaal gaat over recht en gerechtigheid. Centraal daarbij staat de akker van Nabod. Die akker staat niet zomaar in het verhaal. Die akker is heilige grond. Die akker gaat terug op Jozua die het land Israël verdeelde onder de families die het land hadden ingenomen met als doel de mensen in Israël tot in eeuwigheid te verzekeren van genoeg eten om te blijven leven. Zo’n akker was die akker van Nabod ook, of ook geweest. We hebben al gelezen dat het huis van Achab veroordeeld was om wat Izebel had gedaan. Zij had vreemde goden en hun godsdienst in het land gebracht. Die godsdienst ging over vruchtbaarheid en de dienst aan de vruchtbaarheid. Rijken en machtigen waren vruchtbaarder dan armen en zwakken. Die laatsten kosten alleen maar. Dus moet je de rijken en de machtigen ter wille zijn als je arm en zwak bent, dan kun je misschien mee profiteren van die rijkdom en die macht. Dat was de godsdienst van Izebel. En in het kader van die godsdienst had ze haar man koning Achab verleidt om de akker van Nabod in bezit te nemen om er een groententuin voor eigen gebruik van te maken. Maar de akker van Nabod paste in de godsdienst van de God van Israël. Die God trok mee met de slaven uit Egypte, die God had zich verbonden aan de zwakken en de onderdrukten. Er was dus oorlog tussen de God van Israël en de godsdienst van Izebel. Toen Achab besloot om Nabod en zijn zonen om te brengen op hun eigen akker, omdat ze zich hadden verzet tegen de wensen van de Koning, leek het of de godsdienst van Izebel het had gewonnen. Maar God laat de geschiedenis altijd anders aflopen. Uiteindelijk blijken de armen en de zwakken de belangrijkste motoren van de geschiedenis te zijn. Niet de nazi’s houden de herinnering aan de holocaust levend maar de slachtoffers bepalen onze herinnering er aan en de nazi’s worden vervolgd waar ze ook opnieuw dreigen op te duiken. Zo loopt het ook af met het koningshuis van Achab. Dat sterft uit op de akker van Nabod, waarmee Nabod het verloop van de geschiedenis van Israël bepaald en niet Achab. Ook bij ons horen we nog wel eens de redenering dat rijken en machtigen er moeten zijn om de armen en de zwakken mee te laten profiteren. Volgens de Bijbel loopt dat uit op onrecht. In de Bijbel wordt uitgegaan van eerlijk delen, van je naaste liefhebben als jezelf. Aan ons om de keus te maken, voor de God van Israël door naast de zwakken en de armen te staan, of voor de godsdienst van Izebel en de machtigen en de rijken naar de mond te spreken.

Plaats een reactie