Want hij is onze God

Jozua 24:14-28 14  Nu dan, ‘vervolgde Jozua, ‘eerbiedig de HEER, dien hem met onvoorwaardelijke trouw en doe de goden weg die uw voorouders ten oosten van de Eufraat en in Egypte hebben gediend. Dien alleen de HEER. 15 Wanneer u daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden … Lees meer

Toen riepen ze mij

Jozua 24:1-13 1 Jozua riep alle stammen van Israël bijeen in Sichem. Nadat hij de oudsten, stamhoofden, rechters en griffiers zich ten overstaan van God had laten opstellen, 2  sprak hij tot het volk: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Jullie voorouders woonden lang geleden ten oosten van de Eufraat. Het waren Terach … Lees meer

Luister

Jozua 23:1-16 1-2 De HEER had Israël aan alle grenzen rust gegeven door het volledig van zijn vijanden te verlossen. Vele jaren later riep Jozua, die toen op hoge leeftijd was gekomen, heel Israël, de oudsten, stamhoofden, rechters en griffiers bijeen. Hij zei tegen hen: ‘Ik heb niet lang meer te leven. 3  U hebt … Lees meer

Ik zal ingrijpen

Ezechiël 39:17-29 17 ‘Mensenkind, toen de Israëlieten nog in hun land woonden, hebben ze dat door hun daden onrein gemaakt; ik zag hoe hun daden even onrein waren als een vrouw die ongesteld is. 18 Dus stortte ik mijn toorn over hen uit, vanwege al het bloed dat ze op het land hadden uitgestort, en … Lees meer

Dat zal de dag zijn

Ezechiël 39:1-16 1 Mensenkind, profeteer tegen Gog, zeg: “Dit zegt God, de HEER: Ik zal je straffen, Gog, oppervorst van Mesech en Tubal. 2 Ik kom je halen, ik sleep je mee, ik laat je uit het uiterste noorden komen en breng je naar de bergen van Israël. 3 Daar sla ik je boog uit … Lees meer

Bergen zullen wegzinken

Ezechiël 38:14-23 14 Profeteer daarom, mensenkind, zeg tegen Gog: “Dit zegt God, de HEER: Wanneer mijn volk Israël een onbezorgd bestaan leidt, zal dat jou bekend worden. 15 Dan komen jij en je vele bondgenoten uit je woonplaats in het uiterste noorden, al die mannen te paard, die grote menigte, dat talrijke leger. 16 Als … Lees meer

Ik kom je halen

Ezechiël 38:1-13 1 De HEER richtte zich tot mij: 2 ‘Mensenkind, richt je blik op Gog, de oppervorst van Mesech en Tubal, in het land Magog, en profeteer tegen hem. 3 Zeg: “Dit zegt God, de HEER: Gog, oppervorst van Mesech en Tubal, ik zal je straffen! 4 Ik kom je halen, ik sla haken … Lees meer

Mijn smeken

Psalm 116 1 De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, 2  hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. 3  Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn. 4  Toen riep ik de naam van de HEER:‘HEER, red … Lees meer

Neem een stuk hout

Ezechiël 37:15-28 15 De HEER richtte zich tot mij: 16 ‘Mensenkind, neem een stuk hout en schrijf daarop: “Juda, en de Israëlieten die bij hem horen.” Neem dan nog een stuk hout en schrijf daarop: “Jozef” dat is het stuk hout van Efraïm-“en heel het volk van Israël dat met hem verbonden is.” 17 Voeg … Lees meer

Dorre beenderen

Ezechiël 37:1-14 1 Ik werd opnieuw door de hand van de HEER gegrepen. Zijn geest voerde mij mee en hij zette mij neer in een dal vol beenderen. 2 Ik moest er aan alle kanten omheen lopen, en zo zag ik dat er verspreid over het dal heel veel beenderen lagen, die helemaal waren uitgedroogd. … Lees meer

Eeuwig duurt zijn trouw

Psalm 136 1 Loof de HEER, want hij is goed- eeuwig duurt zijn trouw- 2 loof de allerhoogste God- eeuwig duurt zijn trouw-3 loof de oppermachtige Heer- eeuwig duurt zijn trouw- 4 die wonderen doet, hij alleen- eeuwig duurt zijn trouw-5 die de hemel maakte, met wijsheid- eeuwig duurt zijn trouw- 6 die de aarde … Lees meer

Nooit meer een hongersnood

Ezechiël 36:29-38 29 Ik zal jullie redden van alles wat je onrein maakt, ik zal het koren bevelen overvloedig te groeien en nooit meer een hongersnood op jullie afsturen. 30 De bomen zullen overvloedig vrucht dragen en de akkers zullen een rijke opbrengst geven; jullie zullen niet meer door andere volken worden bespot omdat jullie … Lees meer