1 Koningen 16:8-22
8 Ela, de zoon van Basa, werd koning van Israël in het zesentwintigste regeringsjaar van koning Asa van Juda. Twee jaar regeerde hij in Tirsa. 9 Tegen hem werd een aanslag beraamd door zijn dienaar Zimri, de bevelhebber van de helft van de wagenmenners. Toen Ela zich een keer aan het bedrinken was in het huis van zijn hofmeester Arsa, in Tirsa, 10 drong Zimri binnen en doodde hem. Het was in het zevenentwintigste regeringsjaar van koning Asa van Juda dat Zimri Ela doodde en in zijn plaats koning werd. 11 Toen hij de macht eenmaal in handen had en goed en wel op de troon zat, liet hij het hele koningshuis van Basa ter dood brengen. Niemand van het mannelijk geslacht bleef in leven, niet één familielid of vriend bleef over om hem te wreken. 12 Zo roeide Zimri de hele familie van Basa uit, zoals de HEER bij monde van de profeet Jehu over Basa had voorzegd, 13 omdat Basa en zijn zoon Ela gezondigd hadden en de Israëlieten ertoe hadden aangezet te zondigen door de HEER, de God van Israël, met hun nietige afgoden te tergen. 14 Verdere bijzonderheden over Ela zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Israël.Zimri, koning van Israël 15 Zimri werd koning van Israël in het zevenentwintigste regeringsjaar van koning Asa van Juda. Zeven dagen regeerde hij in Tirsa. Het leger lag in die tijd voor de Filistijnse stad Gibbeton. 16 Toen de Israëlieten daar hoorden dat Zimri een aanslag op de koning had gepleegd en hem gedood had, riepen ze diezelfde dag nog, in het legerkamp, hun opperbevelhebber Omri tot koning van Israël uit. 17 Omri trok met het hele leger uit Gibbeton tegen koning Zimri op en belegerde Tirsa. 18 Toen Zimri begreep dat de stad zou worden ingenomen, trok hij zich terug in het versterkte gedeelte van het paleis en stak hij het paleis in brand. Zo kwam hij om het leven, 19 omdat hij gezondigd had door te doen wat slecht is in de ogen van de HEER. Hij had immers het voorbeeld van Jerobeam gevolgd door net zoals hij de Israëlieten tot zonde aan te zetten. 20 Verdere bijzonderheden over Zimri en over de aanslag die hij beraamde zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Israël. 21 Na de dood van Zimri viel het volk van Israël in twee partijen uiteen. De ene helft wilde Tibni, de zoon van Ginat, als koning uitroepen, de andere helft koos de kant van Omri. 22 Maar de aanhangers van Omri waren sterker dan de aanhangers van Tibni. Tibni, de zoon van Ginat, vond de dood en Omri werd koning.(NBV21)
Wij leven in een democratie en zijn verbonden met een heleboel landen die ook democratieën zijn. Dat het ook anders kan komt ons soms vreemd voor. In de Hebreeuwse Bijbel worden landen geregeerd door Koningshuizen. Het huis van David is daarbij het meest bekende. Maar er is ook een andere vorm en dat is de militaire staatsgreep. Vandaag lezen we over een militaire staatsgreep en de machtsstrijd die daar op volgt. Ela was de Koning van Israël. Hij regeerde maar twee jaar. Je moet in het droge verhaal van de Bijbel op zoek naar het spannende verhaal dat er wordt vertelt. We weten al dat er voortdurend oorlog was tussen Juda en Israël. Als het oorlog is worden militairen belangrijker. Er was een oorlog gaande met de Filistijnen. Het leger belegerde Gibbeton. En terwijl de soldaten voor die stad gelegerd waren, altijd beroerde omstandigheden, vierde Ela feest in het huis van zijn hoogste dienaar.
Dat viel niet goed bij het leger en generaal Zimri, de baas van de helft van de menners van de strijdwagens, viel het feest binnen en vermoorde de Koning en nam de macht over. En hij was niet zuinig, direct liet hij de hele koninklijke familie van het huis van Basa vermoorden. Hadden ze maar niet de afgoden moeten dienen merkt de schrijver van dit Bijbelboek op. Dat was dus een mooi overwinning en een geslaagde machtsgreep zou je denken. Maar dan staat er dat Koning Imri maar zeven dagen regeerde. Hij had weliswaar een mooie staatsgreep gepleegd maar verzuimd te zorgen voor een draagvlak. De soldaten die in de strijd verwikkeld waren kozen hun eigen bevelhebber tot koning. En met z’n allen trokken ze op tegen Zimri. Natuurlijk wonnen ze en Zimri stak zijn paleis in brand en kwam daarbij zelf om. Had hij maar geen afgoden moeten nalopen schrijft de Bijbelschrijver.
Maar een staatsgreep leidt ook vaak tot een burgeroorlog. Geweld roept geweld op, wie wind zaait moet storm oogsten. Het ging tussen Tibni en Omri. Omri had het leger achter zich en dus won Omri. Je zou in onze dagen een generaal als Zimri snel vergeten. De Bijbel niet. Daar straft de een de ander. Alleen wie leeft volgens de richtlijnen die God had gegeven kan het langer overleven. Het “Gij zult niet doden” zorgt er ook vaak voor dat er geen oorlog uitbreekt of dat een leger meer wordt dan een verdediging tegen vijanden die het land in gevaar brengen. Je zou ook kunnen lezen dat het wel erg lang zou duren voor de democratie vat kreeg in het land dat God had gegeven. Maar voor een democratie moeten we terug naar Mozes. Die verdeelte het volk in groepen van vijftig en honderd en die kozen de oudsten van het volk. Een democratie vraagt dus haar eigen verdediging. Kiezen moet niet zomaar en verdedigen is ook nodig als de bedreiging van binnenuit komt. We moeten ons dus vooral richten op de leer van Mozes.Dat deden de Koningen van Israël, en Juda, dus niet.