Uit God geboren

1 Johannes 5:1-12 1 Ieder die gelooft dat Jezus de christus is, is uit God geboren, en ieder die de Vader liefheeft, heeft ook lief wie uit hem geboren zijn. 2 Dat wij Gods kinderen liefhebben weten we doordat we God liefhebben en zijn geboden naleven. 3 Want God liefhebben houdt in dat we ons … Lees meer

Niemand heeft God ooit gezien.

1 Johannes 4:11-21 11 Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. 12 Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. 13 Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten … Lees meer

Er zijn veel valse profeten

1 Johannes 4:1-10 1 Geliefde broeders en zusters, vertrouw niet elke geest. Onderzoek altijd of een geest van God komt, want er zijn veel valse profeten in de wereld verschenen. 2 De Geest van God herkent u hieraan: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. 3 Iedere geest … Lees meer

Dienaar van de HEER

Jozua 24:29-33 29 Korte tijd later stierf Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van de HEER, op de leeftijd van honderdtien jaar. 30  Hij werd begraven in het gebied dat hem was toegewezen: in Timnat-Serach in het bergland van Efraïm, ten noorden van de Gaäs. 31  Zolang Jozua leefde diende het volk de HEER. … Lees meer

Want hij is onze God

Jozua 24:14-28 14  Nu dan, ‘vervolgde Jozua, ‘eerbiedig de HEER, dien hem met onvoorwaardelijke trouw en doe de goden weg die uw voorouders ten oosten van de Eufraat en in Egypte hebben gediend. Dien alleen de HEER. 15 Wanneer u daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden … Lees meer

Toen riepen ze mij

Jozua 24:1-13 1 Jozua riep alle stammen van Israël bijeen in Sichem. Nadat hij de oudsten, stamhoofden, rechters en griffiers zich ten overstaan van God had laten opstellen, 2  sprak hij tot het volk: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Jullie voorouders woonden lang geleden ten oosten van de Eufraat. Het waren Terach … Lees meer

Luister

Jozua 23:1-16 1-2 De HEER had Israël aan alle grenzen rust gegeven door het volledig van zijn vijanden te verlossen. Vele jaren later riep Jozua, die toen op hoge leeftijd was gekomen, heel Israël, de oudsten, stamhoofden, rechters en griffiers bijeen. Hij zei tegen hen: ‘Ik heb niet lang meer te leven. 3  U hebt … Lees meer

Ik zal ingrijpen

Ezechiël 39:17-29 17 ‘Mensenkind, toen de Israëlieten nog in hun land woonden, hebben ze dat door hun daden onrein gemaakt; ik zag hoe hun daden even onrein waren als een vrouw die ongesteld is. 18 Dus stortte ik mijn toorn over hen uit, vanwege al het bloed dat ze op het land hadden uitgestort, en … Lees meer

Dat zal de dag zijn

Ezechiël 39:1-16 1 Mensenkind, profeteer tegen Gog, zeg: “Dit zegt God, de HEER: Ik zal je straffen, Gog, oppervorst van Mesech en Tubal. 2 Ik kom je halen, ik sleep je mee, ik laat je uit het uiterste noorden komen en breng je naar de bergen van Israël. 3 Daar sla ik je boog uit … Lees meer

Bergen zullen wegzinken

Ezechiël 38:14-23 14 Profeteer daarom, mensenkind, zeg tegen Gog: “Dit zegt God, de HEER: Wanneer mijn volk Israël een onbezorgd bestaan leidt, zal dat jou bekend worden. 15 Dan komen jij en je vele bondgenoten uit je woonplaats in het uiterste noorden, al die mannen te paard, die grote menigte, dat talrijke leger. 16 Als … Lees meer

Ik kom je halen

Ezechiël 38:1-13 1 De HEER richtte zich tot mij: 2 ‘Mensenkind, richt je blik op Gog, de oppervorst van Mesech en Tubal, in het land Magog, en profeteer tegen hem. 3 Zeg: “Dit zegt God, de HEER: Gog, oppervorst van Mesech en Tubal, ik zal je straffen! 4 Ik kom je halen, ik sla haken … Lees meer

Mijn smeken

Psalm 116 1 De HEER heb ik lief, hij hoort mijn stem, mijn smeken, 2  hij luistert naar mij, ik roep hem aan, mijn leven lang. 3  Banden van de dood omknelden mij, angsten van het dodenrijk grepen mij aan, ik voelde angst en pijn. 4  Toen riep ik de naam van de HEER:‘HEER, red … Lees meer