Deuteronomium 31:30-32:18
Â
Hier horen we dus het lied dat Mozes moest schrijven en dat heel het volk uit het hoofd moest leren. Dat Koninkrijk van God wijkt zo zeer af van wat gebruikelijk is dat als je dat echt wil maken je heel vasthoudend moet oefenen. Hongerigen voeden, naakten kleden, gevangenen bezoeken, vreemdelingen in je kring opnemen, bedroefden troosten, doden begraven, er is genoeg te doen. Als je nog een Liedboek van de Kerken hebt kun je gezang 8 meezingen, Muus Jacobse heeft daar een berijming gegeven van het lied van Mozes.
Â
In een dorre woestijn werd volgens dit deel van Deuteronomium het volk Israel gevonden en daar begon het welzijn en het welvaren van dat volk. Als je dit deel leest wordt het almaar vrolijker, zorg en liefde werden uitgestort, de bergen werden geopend, honing uitgeschonken, de oogst werd tot voedsel verstrekt, olijfolie kwam uit steenharde rots, melk van koeien en geiten, vlees van rammen, lammeren en bokken, het kan niet op. De beschrijving van een land overvloeiende van melk en honing. En was het volk daar zuinig op? Wilde het delen met de armen, de weduwen en de wezen, met de vreemdelingen in hun midden? Dat was immers afgesproken in het hart van die dorre woestijn? Nee dus, ze brachten offers aan goden die geen goden zijn, aan nieuwkomers van goden staat er.
Er is dus niets veranderd. Ook in onze tijd willen de goddelozen ons doen vergeten waar we vandaan komen. De vreemdelingen in ons midden worden aan de goddelozen overgelaten. Daar is geen plaats voor medemenselijkheid, en zeker niet voor moeilijke woorden als sociaal gevoel of een hart. Daar valt niet mee te regeren, ook al gedogen partijen met medemenselijkheid dat anti vreemdelingenbeleid als het gaat om sociaal economische belangen, als het gaat om de Euro, de winst voor banken en bedrijven. Dan wordt ook dat beleid van scheiding en vernedering gedoogd door de zogenaamde linkse oppositie We moeten bang zijn dat het oordeel over deze regering dat wordt wat gezegd werd over Israel: “Dit is een verdorven geslacht”. We zullen moeten wachten op verkiezingen en tot die tijd het lied van Mozes steeds luider moeten zingen, dezer dagen kan het op het Beursplein in Amsterdam.