Gerechtigheid zal je fundament zijn.

Jesaja 54:11-17

Mooie beelden zijn dat, een stad gefundeerd op edelstenen, stenen die je niet kunt bekrassen, het hardste van het hardste. Maar ze doen ook denken aan de stenen die de priester van de Tempel kan gebruiken om recht te spreken, om vonnissen te vellen. De stad is dan ook gefundeerd op gerechtigheid en haar inwoners zijn bevrijd van onderdrukking en de willekeur waarmee onderdrukking gepaard gaat. Een samenleving gebaseerd op recht en gerechtigheid. Wij noemen dat in onze dagen een rechtstaat. Maar wij hebben het over het geschreven recht dat gestudeerde juristen weten te citeren en te begrijpen. Dat recht is meer en meer alleen toegankelijk voor mensen die dat ook kunnen betalen. Het is het recht van de rijken aan het worden. Ook de geschreven wetten worden aangepast aan de wensen van de rijken. De gerechtigheid waar hier in het boek van de profeet Jesaja over wordt gesproken is het recht van alle mensen. Dat recht laat iedereen tot zijn en haar recht komen. Dat blijkt uit het recht dat de verdrukten wordt gedaan, het recht dat de armen ervaren. Dat is ook het recht van het delen. De Wet dat in de Tempel in Jeruzalem ieder een maaltijd zal aanrichten samen met de familie, de dienaren van de Tempel, de armen en de vreemdelingen die voor je werken. Zo krijgen de dienaren van de Tempel hun deel. Na de ballingschap kan het volk van Israël weer opnieuw beginnen. Voor de profeet is dit een vreugdevol gebeuren. Maar niet zonder hindernissen. Natuurlijk zullen er krachten zijn die zich verzetten, die baat hadden bij de onderdrukking, die zich lieten gebruiken als instrument van de onderdrukking. In Egypte proberen ze hun oude positie weer in te nemen door rellen te schoppen met de demonstranten die een andere samenleving willen. Juist die demonstranten willen een rechtstaat en de onderdrukkers die al bruut geweld hadden gebruikt doen dat opnieuw in de hoop dat zij weer macht kunnen uitoefenen over anderen en daar hun leven op kunnen bouwen. In zulke situaties waarschuwt de profeet dat zulke mensen zelf veroordeeld zullen worden, hun wapens zullen op henzelf terugslaan. Het bouwen van een samenleving van recht en gerechtigheid gaat niet vanzelf. We krijgen de blauwdrukken van de God van Israël maar we moeten zelf de handen uit de mouwen steken. We mogen onze vrijheid en onze rechtstaat dan ook niet als vanzelfsprekend beschouwen. Ook onder ons worden haat en verdeeldheid gezaaid, ook wij kunnen er gevoelig voor worden en vergeten dat we iedereen tot zijn en haar recht moeten laten komen. Daarom hebben wij dag en nacht dat woord van de God van Israël nodig. Maar elke morgen opnieuw mogen we weer beginnen te bouwen aan die samenleving van recht en vrede, ook vandaag weer.

Plaats een reactie