Jesaja 54:1-10
We lezen vandaag uit het boek van de profeet Jesaja over Jeruzalem. In dat boek van de profeet Jesaja wordt wel vaker gesproken over de relatie tussen Jeruzalem en de God van Israël als over de relatie tussen een vrouw en haar bruidegom. Het zou een relatie moeten zijn van liefde die leidt tot vruchtbaarheid. Het wordt niet uitgesproken maar het zaad dat de vruchtbaarheid voortbrengt is dan de Wet van de Liefde, het “hebt Uw naaste lief als Uzelf”. Maar die bruid was ontrouw geworden aan haar bruidegom. De vruchtbaarheid was elders gezocht, bij de vruchtbaarheidsgoden van Kanaaän, Baaäl en Moloch. De beelden van Baaäl waren zelfs doorgedrongen tot in de Tempel van de God van Israël. Dat had tot gevolg gehad dat de God van Israël de band met zijn bruid had verbroken en het volk in ballingschap was weggevoerd. De stad was verlaten, de tempel verwoest. Maar het volk had zich tijdens die ballingschap gerealiseerd wat voor God die God van Israël eigenlijk was. Die was zelfs meegetrokken met de ballingen. Zelfs in dat vreemde, vijandige land kon je de wetten van de God van Israël houden. Daar konden zwakke mensen het volk zelfs redden, daar konden dienaren van de God van Israël het tot hoge posities brengen. Je kunt er in de Bijbel over lezen in de boeken van Esther en Daniël. Men had in de ballingschap de oude verhalen, de oude wetboeken, de oude kronieken en boeken van profeten meegenomen en bestudeerd. Fouten waren er uitgehaald, wat niet opgeschreven stond werd opgeschreven, wat men niet uit het hoofd kon reciteren werd uit het hoofd geleerd. Zo was er een begin gemaakt met het ontstaan van de Hebreeuwse Bijbel. Veel later, na de val van Jeruzalem in het jaar 70, zouden rabijnen bij elkaar komen en definitief vaststellen wat er ook weer tot die Hebreeuwse Bijbel behoorde. Daar doen wij het nog steeds mee. Daar mogen wij het ook mee doen omdat die God van Israël de God van de hele aarde genoemd wordt. Ook al lijkt die God afwezig. Ook al lijkt het of die God mensen in de steek heeft gelaten, zijn Wet is er nog steeds. Het heb Uw naaste lief als Uzelf kan altijd in de praktijk worden gebracht. Als je zo met elkaar omgaat dan zijn zelfs de donkerste tijden met elkaar uit te houden. Dan is zelfs de dood geen reden meer om niet op te komen voor recht en gerechtigheid. Dan krijgt het leven een zin en betekenis die uitgaat boven je eigen belang en je eigen aspiraties. Dan heb je genoeg aan je dagelijks brood, maar is de zin van het leven gelegen in de vrijheid van iedereen en het tot recht komen van ieder mens op aarde. Daar mogen we dag in dag uit voor bezig zijn, elke dag opnieuw, ook vandaag weer.