Ik zal die nacht rondgaan

Exodus 12:1-13

Wie blijft staren op wat vroeger was versteent, verstart, vroeger was het echt niet beter. In de Bijbel zullen we nog genoeg verhalen over het volk Israël tegenkomen als ze terugkijken op vroeger, op hun verblijf in Egypte. Maar in Egypte loopt alles uit op de dood. Alleen niet voor de volgelingen van de God van Israël, daar gaat iets nieuws beginnen. Een nieuwe jaartelling, de eerste maand valt op het bevrijdingsfeest dat voortaan Pesach zal heten. Het nieuwe jaar niet, dat valt pas in de zevende maand, we moeten een eind op streek zijn als we nieuw jaar kunnen vieren, maar het begint met de bevrijding van de slavernij. Het is een wreed stukje dat we vandaag lezen. Alle eerstgeborenen zullen worden gedood, alleen niet die uit het land Gosen die herkenbaar zijn aan de met bloed bestreken dorpels van de deuren. En dat omdat God het hart van de farao heeft verhard. Want al die Egyptenaren waren toch zo aardig om hun kostbaarheden te delen met de hebreeën. Als we dit een wreed stukje vinden dan lezen we dat als een geschiedenisverhaal waar alleen mensen in voorkomen. Maar het gaat om de geschiedenis van God met de mensen. Daar wordt een scheiding gemaakt tussen dood en leven en worden de mensen opgeroepen te kiezen voor het leven. Egypte staat daarbij voor het land van de dood. Niet zo vreemd want de godsdienst van Egypte draaide om de dood, de pyramiden van Egypte leggen daarvan tot op de dag van vandaag getuigenis van af en in het Egyptische dodenboek kun je lezen hoe die dodencultus in elkaar stak. Als je de God van Israël kent, de God van het leven, van het opkomen voor de zwakken, van de bevrijding van de slaven dan steekt die dodencultus wreed af tegen die God. Daarom gaat die God rond om alle Egyptische goden van hun voetstuk te stoten. De cultus van de dood loopt alleen maar uit op de dood, alles en iedereen die die cultus belijdt en aanhangt zal met de dood geconfronteerd worden, zal moeten huilen en rouwen om het dode dat gebleven is. Alleen wie het durft te wagen met de God die met je meegaat, die er zal zijn zoals die er zal zijn, de God van Israël zal leven. Die is herkenbaar aan de uitnodiging het offer te komen delen. Want waarom dat bloed aan de deurpost? Het lijkt op iets van tovenarij, maar als je na alle rampen die Egypte getroffen heeft nog durft te slachten en te roosteren, een dier in haar geheel, en het ook nog aandurft om iedereen en alles te laten zien dat je dat hebt gedaan, dan dwing je jezelf om je open te stellen om te delen. Dan trek je uit uit het land van de dood, naar het land van het leven. Dan moet je leeftocht meenemen dat niet bederft, het zuurdesem verwijderen en ongezuurd brood eten. Wie trouwens regelmatig zuurdesembrood bakt weet dat het verstandig is na een jaar nieuw zuurdesem aan te maken, dat duurt een paar dagen en dan is eten van ongezuurd brood zeer gezond. Het zijn voorschriften die het leven markeren, Pesach is daarom een feest van het leven dat zich afzet tegen de dood. We weten daarom dat pas in het licht van de God van Israël het hart van mensen verhard kan worden, alsof die God dat zelf doet, want temidden van de doodsaanbidding kiezen voor het leven en is zo radicaal anders kiezen dat mensen zich daartegen verzetten. Of het nu gaat om delen met de hongerenden in Afrika, of kiezen voor klimaatmaatregelen waarvoor je je gewoonten en dagelijks leven moet aanpassen, we weten dat het verzet leidt tot de dood. Maar voor sommigen lijkt het of er eerst doodgegaan moet worden voor gekozen kan worden voor leven. Wacht daar dus niet op, kies nog vandaag voor het leven. De bevrijding uit Egypte laat zien dat het kan.

Plaats een reactie