Want wie heeft zal nog meer krijgen

Marcus 4:21-34
 
Ja, en wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen. Soms lijkt er in de Bijbel toch iets anders te staan dan je altijd al gedacht had. Is het dan bijbels dat de rijken rijker worden en de armen armer? Je zou het bijna denken. Maar deze uitspraken gaan over een serie vergelijkingen met het Koninkrijk van God. Wat is dat Koninkrijk nou eigenlijk? Het is in elk geval niet zo als we normaal gewend zijn. Met een regering, met belangrijke figuren, met opinieleiders en zo. Ook de achterkamertjes en de compromissen ontbreken. Alles wat verborgen is moet immers openbaar worden, en alles wat in het geheim is ontstaan moet aan het licht komen. Dat Koninkrijk van God steekt overal bovenuit, daar is niks geheimzinnigs aan, integendeel iedereen mag meedoen, iedereen heeft er deel aan. Wie oren heeft om te horen moet goed luisteren. Dit is wat er over verteld wordt. En dan komt het stuk over de maat waarmee je meet. Die maat kennen we bijna niet meer, ja in museumwinkels kom je ze nog wel tegen. Er staan dan van die grote bakken vol moet suiker, koffiebonen, gort of andere granen, soms havermout ook. Bij die bakken ligt een grote schep en op de toonbank staat een weegschaal. Als het om de melk gaat staat er een kan naast met streepjes. Die weegschaal en die kan zijn de maten waarmee de koopwaar wordt afgemeten. In het Bijbelboek Leviticus staat dat je een zuivere maat moet hebben omdat je anders de armen besteelt. Wij kennen vanouds het IJkwezen dat de meetlatten, de maatbekers en de weegschalen controleert. Zelfs de benzinepompen langs de weg ontkomen niet aan een regelmatige controle. En als we dat tot ons door laten dringen snappen we ineens wat er met die rare uitspraken bedoeld wordt. In een winkel met een betrouwbare weegschaal en een zuivere maat ga je graag kopen. Die gaat dus meer verdienen. Een winkel die de klanten besteelt met een onzuivere maat zal ook bestolen worden, daartegen komen klanten in opstand die hun geld terug willen hebben en daar blijven de mensen uiteindelijk weg, die winkel gaat ten onder. Eerlijkheid, rechtvaardigheid en zorg voor de ander leveren je economisch dus een directe winst op, voor de winkelier en voor de klant.  De gelijkenissen die Jezus van Nazareth uitgesproken heeft zijn beroemd geworden. Onder bijbeluitleggers soms ook wel een beetje berucht. Want wat moet je nou met een gelijkenis als die van het mosterdzaadje. Zo klein is dat zaadje helemaal niet. En van een boom kun je al helemaal niet spreken als je over de mosterdstruik spreekt. De heggemus zou er in kunnen nestelen maar dat er vogels onder het bladerdak kunnen schuilen zou eerder van onkunde dan van een prachtig beeld getuigen. Maar de bijbelstudie bewandelt soms vreemde wegen. Een tijd geleden vonden ze in Israel het zaad van een dadelpalm. Genetisch niet echt te onderscheiden van de dadelpalmen die we tegenwoordig kennen. Wonder boven wonder bleek het zaad na eeuwen ook nog kiemkracht te bezitten. Het zaad werd gezaaid en opgekweekt en wat bleek, in Bijbelse tijden zag de dadelpalm er toch wat anders uit als tegenwoordig, je zou zonder genetisch onderzoek niet denken dat het dezelfde planten zijn. Waarom zou het niet zo gegaan zijn met de mosterdplant. We kennen overigens wel twee mosterdsoorten, de gele die hier veel voorkomt, waardoor we denken dat de gelijkenis niet klopt, en de bruine. Het zaad van de bruine mosterd is de helft van het zaad van de gele mosterd, wel klein dus. Van die bruine mosterd zijn hele hoge struiken, tot drie meter hoog bekend, en door reizigers die ze ooit zagen bij het meer van Genesareth, waar Jezus woonde, werd ooit in dagboeken geschreven over mosterdbomen. En dan klopt die gelijkenis dus wel. En of de biologie van de verhalen nu precies wel of niet klopt is eigenlijk niet zo belangrijk, het gaat in de Bijbel om de boodschap. Karel Eykman begon een hervertelling van deze gelijkenis voor kleuters eens met de zin “Ik heb een boom in mijn hand” En zo is het maar net. Een klein zaadje heeft een enorme potentie. In Nederland zou je misschien beter kunnen denken aan de beuk. Wie een oude beuk met haar geweldige omtrek en een hoogte van misschien wel 25 meter heeft gezien kan zich nauwelijks voorstellen dat dat ooit is begonnen met een simpel beukenootje, zo’n pitje waar je een handvol makelijk kan meenemen. Zo’n omvorming van een bijbels beeld naar iets dat we kunnen begrijpen is minder vreemd dan het lijkt. Voor sommige beelden zijn in sommige talen nu eenmaal geen woorden beschikbaar en dan gebruiken de vertalers een beeld dat er op lijkt en dat in de betreffende cultuur dezelfde betekenis kan hebben. Wij hebben dus de kracht van een beukenootje ter beschikking en als we het uitzaaien hoeven we ons niet af te vragen hoe het verder zal groeien. Je naaste liefhebben als je zelf kan dus geweldige gevolgen hebben en elke keer dat je iemand je onbaatzuchtige liefde toont zaai je weer zo’n zaadje. Geweldig toch dat je een heel beukenbos vol liefde vandaag kunt planten.

Plaats een reactie