Jesaja 45:14-19
14 Dit zegt de HEER: De Egyptenaren met hun schatten, de Nubiërs met hun rijkdom en de rijzige Sabeeërs, zij zullen komen en jullie toebehoren. Ze komen in ketenen en volgen je, ze buigen voor je en belijden: ‘Bij u alleen is een God, er is geen andere god, niet één.’ 15 En: ‘Voorwaar, U bent een God die zich verborgen houdt, de God van Israël, die redding brengt.’ 16 De ambachtslieden met hun godenbeelden staan te schande en worden gehoond, ze worden samen te schande gemaakt. 17 Maar Israël wordt door de HEER gered, Hij brengt redding voor eeuwig. Jullie staan niet te schande en worden niet gehoond, in alle eeuwigheid niet. 18 Dit zegt de HEER, die de hemel geschapen heeft – Hij is God! –, die de aarde gemaakt en gevormd heeft en die haar heeft gegrondvest – niet als chaos schiep Hij de aarde, maar om te bewonen heeft Hij haar gevormd: Ik ben de HEER, er is geen ander. 19 Ik heb niet in het verborgene gesproken, ergens in een duister oord, Ik heb Jakobs nageslacht niet gevraagd: ‘Zoek Mij in de chaos.’ Nee, Ik ben de HEER, al wat Ik zeg is rechtvaardig, wat Ik aankondig is waarachtig. (NBV21)
Denk nu niet dat profeten toekomstvoorspellers zijn. Dan zouden ze door de mand gevallen zijn met het gedeelte dat we vandaag lezen uit het boek van de profeet Jesaja. Want we kunnen ons toch niet echt voorstellen dat de Egyptenaren, Ethiopiërs en Eritreeërs in ketenen naar Judea zijn gekomen om hun rijkdom en hun diensten aan te bieden aan de Judeeërs omdat die nu eenmaal volgelingen zijn van de enige God die in de wereld telt, maar die zich verborgen houdt voor de volken die buiten Judea wonen. Sommigen zouden zeggen dat die woorden van Jesaja toch een voorspellende waarde hebben want misschien noemen ze de God van Israël niet bij dezelfde naam als de Judeeërs, maar erkennen ze dezelfde God op grond van het woord van een andere profeet die de ene God van Israël, schepper van hemel en aarde, op een wat andere manier aan hen heeft verkondigd. Zelf beschouwen de volgelingen van die profeet hun God in elk geval als dezelfde als de God van Joden en Christenen.
Het gaat Jesaja hier niet om de toekomst maar om het heden. De terugkeer van de ballingen was een angstige zaak. Grootmachten blijven door de geschiedenis heen altijd kleine zwakke landjes bedreigen. Voordat je openlijk in oorlog gaat met zo’n grootmacht moet je toch wel heel erg wanhopig zijn want voor je het weet is je volk dood en verdwenen. Egypte was op het eind van de ballingschap toch de grootmacht aan wiens grens de herbouw van Jeruzalem en de Tempel plaatsvond. Jesaja roept dus tegen de teruggekeerde ballingen dat ze niet bang hoeven te zijn. Een God die een Heidense Koning als Cyrus kan bewegen toestemming te geven voor de terugkeer naar het land Israël en hen zelfs het bevel gaf hun hoofdstad en Tempel te herbouwen die zie je misschien niet maar die God kan ook die bedreigende grootmachten aan, als je maar op die God blijft vertrouwen door je nieuwe samenleving in te richten volgens de richtlijnen van die God.
Wij blijven dan strijden over de uitspraken van de profeet dat die God van Israël de aarde heeft geschapen. De profeet heeft het hier echter uitdrukkelijk niet over de natuurkunde, of welke menselijke wetenschap dan ook, maar over de verhouding tussen de God van Israël en de mensen. De aarde was en is een chaos, de ene ramp volgt op de andere en we horen van oorlogen en geruchten van oorlogen. Vrede op aarde mogen we met kerst zingen en honderd jaar geleden kwamen zelf soldaten in een grote oorlog uit hun loopgraven om samen van de kerst en de vrede op aarde te zingen, maar de drie jaar er na bleven ze ook met kerst op hun vijanden schieten. Ook nu is zelfs Kerst niet een feest met vrede op aarde, overal op aarde gaat de oorlog door, zo hier en daar onderbroken door een paar vrije dagen. De rol van de God van Israël is die aarde bewoonbaar te maken voor mensen. Daar is zijn richtlijn van Gij zult niet doden voor. Daarvoor is nodig dat iedereen kan meedoen, zijn hele richtlijn laat zich samenvatten als heb je naaste lief als jezelf, zelfs als dat je vijand is. Ook wij zullen moeten inzien dat alleen het volgen van die richtlijnen ons vrede op aarde en in mensen een welbehagen kan brengen.