Jesaja 26:12–27:1
12 HEER, geef ons vrede, alles wat wij deden, hebt u voor ons gedaan. 13 HEER, onze God, andere heren hebben ons in hun macht gehad, maar alleen uw naam zullen wij prijzen. 14 Doden zullen niet herleven, schimmen niet opstaan. U bent tegen hen opgetreden, hebt hen vernietigd, elke herinnering aan hen hebt u uitgewist. 15 Uw volk hebt u groot gemaakt, HEER, en zo voor uzelf roem verworven. U hebt uw volk groot gemaakt en het land naar alle kanten uitgebreid. 16 HEER, in onze nood hebben wij u gezocht; toen u ons tuchtigde, riepen wij u aan. 17 Zoals een zwangere vrouw in barensnood ineenkrimpt en schreeuwt in haar weeën, zo verschenen wij voor u, o HEER. 18 Wij waren zwanger en krompen ineen, maar al wat we baarden was lucht; wij brachten het land geen uitkomst, op aarde werd geen mens meer geboren. 19 Jullie doden zullen herleven, de lijken opstaan. Ontwaak, jullie daar in het stof, en jubel! Uw dauw is een dauw die leven geeft, de aarde brengt haar schimmen weer tot leven. 20 Trek je terug in je kamers, mijn volk, en sluit de deur achter je. Nog een korte tijd, tot de woede bekoeld is. 21 Zie hoe de HEER zijn woning verlaat en de mensen op aarde voor hun wandaden laat boeten. Het onschuldige bloed dat op haar is vergoten wordt door de aarde aan het licht gebracht, ze zal het niet langer verbergen. 1 Op die dag zal de HEER ingrijpen: hij trekt zijn groot en machtig zwaard tegen Leviatan, de snelle, kronkelende slang, en hij zal Leviatan doden, het monster in de zee. (NBV)
Het zijn de verdrukten en vertrapten die een beroep doen op dat recht en blijkens deze passage dat beroep ook nooit vergeefs zullen doen. Het is niet onbelangrijk te blijven beseffen dat het verlangen naar God niet kan zonder recht te doen aan de minsten. Overal op de wereld zijn er religieuze leiders die je anders willen doen geloven. Persoonlijke verhoudingen met God, op je knieën en bidden maar, je hart openen voor God, je eigen volk eerst, zijn allemaal zaken die met het geloof in de God van Israel, met Jezus van Nazareth te maken zouden hebben. Niets is dus minder waar. Recht doen aan mensen, daar gaat het om. De hongerigen voeden, de naakten kleden, de bedroefden troosten, de blinden laten zien en de lammen laten lopen, de gevangenen bezoeken en de armen bevrijden, de vreemdelingen op nemen, is het hart van de godsdienst, dat is bidden, dat is de uitdrukking van het verlangen naar de Heer.
Want waarom schrijven we “Heer” met een hoofdletter. Dat is niet zozeer uit eerbied voor God. Het is geen bewijs van ondergeschiktheid, we kunnen deze God immers ook als Vader aanspreken. Maar het is de ontkenning van alle machten en krachten in deze wereld die zich buiten de Liefde als grondslag voor het leven menen te mogen stellen. Juist onder de macht van de goddelozen lijken mensen dood, ze spreken niet meer vrij, ze verstijven in hun gedrag, ze mogen niet meer en anders bewegen dan zoals de machthebbers toestaan. We kennen ze uit alle bedreigende situaties die in onze samenleving en in de samenleving van volken kunnen voorkomen. Die doden komen tot leven als we mensen recht willen doen. Daar waar volken bevrijdt worden van onderdrukking kunnen we er weer een echt contact mee hebben, zien we weer de culturele uitingen, horen we van ideeën en gedachten.
Daar waar mensen bevrijdt worden van angst bloeien mensen weer op. Daar waar armen bevrijdt worden van knellende armoede komen zij weer tot hun recht, blijkt hun creativiteit, brengen ze vreugde mee op de arbeidsmarkt, weten ze een voorbeeld te stellen in het delen met hen die het nodig hebben. Het zijn de paden van het recht van die ene Heer die ons naar de bevrijding voeren. De Bijbel stelt eigenlijk dat er ook geen andere weg is. Je kunt de bevrijding niet afdwingen met geweld, je kunt het niet opleggen aan anderen. Alleen door je naaste lief te hebben als jezelf, ja zelfs je vijanden lief te hebben, komt uiteindelijk de bevrijding. Dan worden de meest gruwelijke machten in de wereld vernietigd omdat ook zij ondergeschikt zijn aan de Heer van de wereld, de God van Israël. Daar moet je zelf mee beginnen, elke dag opnieuw, maar het is een zaak van de hele samenleving en alle volken zullen er uiteindelijk aan meedoen.