Deuteronomium 17:2-13
2 Wanneer zich in een van de steden die de HEER, uw God, u zal geven, iemand bevindt, man of vrouw, die doet wat slecht is in de ogen van de HEER door de regels van het verbond te overtreden, 3 door andere goden te vereren, de zon, de maan of de sterren, en daarvoor neer te knielen, hoewel ik dat verboden heb, 4 en het komt u ter ore, dan moet u zorgvuldig navraag doen. Als blijkt dat het waar is, als onomstotelijk vaststaat dat deze gruwelijke dingen onder het volk van Israël hebben plaatsgevonden, 5 dan moet u de man of vrouw die zich zo misdragen heeft de stad uit brengen en buiten de poort stenigen tot de dood erop volgt. 6 Het doodvonnis mag alleen op grond van de verklaring van ten minste twee getuigen worden voltrokken, één getuigenverklaring is onvoldoende. 7 De getuigen moeten, samen met de rest van het volk, de dader stenigen tot de dood erop volgt, en zelf moeten zij de eerste steen werpen. Zo moet u het kwaad dat zich bij u aandient in de kiem smoren. 8 Met betrekking tot moord of doodslag, rechtsvordering en geweldpleging kunnen zich in uw steden rechtszaken voordoen waarin het te moeilijk is om vonnis te wijzen. In dergelijke gevallen moet u naar de plaats gaan die de HEER, uw God, zal uitkiezen. 9 Daar raadpleegt u de Levitische priesters en de rechter die daar op dat moment zetelt, en zij zullen uitspraak doen. 10 Doe precies wat zij u voorschrijven en volg de aanwijzingen die u van hen krijgt nauwkeurig op. 11 Houd u aan de uitleg die zij u geven en aan het vonnis dat ze uitspreken. Probeer in geen enkel opzicht te schikken en te plooien. 12 Degene die de euvele moed heeft om de woorden van de rechter of van de priester die daar voor de HEER, uw God, dienst doet in de wind te slaan, moet ter dood gebracht worden. Zo moet u het kwaad dat zich bij de Israëlieten aandient in de kiem smoren. 13 Het hele volk moet daardoor worden afgeschrikt, zodat ze zoiets geen tweede keer wagen. (NBV)
Hoogverraad, je volledig buiten je volk stellen en eigenlijk in dienst van een ander volk, een vijandig volk. Ook in onze dagen is dat één van de zwaarste misdaden die je kunt plaatsen. Na de tweede wereldoorlog hebben verschillende mensen daarvoor de doodstraf gekregen. Zij hadden de Nederlandse wetten zo aan de kant geschoven dat een vijand de kans kreeg om het volk te onderdrukken en delen van ons volk systematisch te doden. Het volk Israël is net begonnen. Mozes had ze uit Egypte geleid en naar de rand van het beloofde land gebracht. Hun God was met ze meegetrokken en had ze midden in de woestijn richtlijnen voor een menselijke samenleving te geven. Nu neemt Mozes afscheid en vertelt nog eenmaal hoe het allemaal zo ver gekomen is, dat de eer daarvoor bij God ligt, en waar ze in dat nieuwe land om moeten denken. Die afscheidsrede kun je lezen in het boek Deuteronomium.
Die God van Israël had een verbond gesloten met het volk. Dat was op zich een vreemde zaak in de godsdiensten van de andere volken waarmee Israël te maken had. Die volken moesten hun goden tevreden stellen en verleiden om wat voor ze te doen. Die volken waren overgeleverd aan de willekeur van hun goden. De zon moest schijnen overdag en moest daarvoor aanbeden worden, af en toe verduisterde de zon en dan moesten er extra offers gebracht worden. Met de maan was hetzelfde aan de hand en elke maand als de maan verduisterd was werd er een extra offerfeest gevierd om de maan weer tevoorschijn te laten komen. Wij vinden dat maar onzin maar in de dagen van Mozes was deze handelwijze normaal. Net zo normaal als de aanbidding van de sterren zoals wij die ook nog kennen. In de stand van de sterren kun je patronen ontdekken, de meesten onder ons kennen de Grote Beer en de Kleine Beer. Tegenwoordig aanbidden we die niet meer maar zijn er mensen die geloven dat die sterren ons iets over onszelf en onze toekomst kunnen vertellen. Afgoderij is het als in de dagen van Mozes.