Het schriftelijke bewijs

Nehemia 7:61-72a 61-62 Verder nog zij die kwamen uit Tel-Melach, Tel-Charsa, Kerub, Addon en Immer, 642 afstammelingen van Delaja, Tobia en Nekoda. Zij konden echter niet aantonen dat de families waartoe zij behoorden Israëlitisch waren. 63 Dat gold ook voor de priesterfamilies Chobaja, Hakkos en Barzillai (zij heetten zo sinds hun stamvader een van de … Lees meer

De verdediging

Nehemia 7:1-7a(-60) 1 Toen de muur was opgebouwd liet ik de deuren in de poorten plaatsen. Er werden poortwachters aangesteld en de tempelzangers en de Levieten kregen hun taken toegewezen. 2 De verdediging van Jeruzalem droeg ik op aan mijn broer Chanani, en ook aan Chananja, de commandant van de burcht, want weinigen waren zo … Lees meer

Nee, ik ga niet.

Nehemia 6:10-19 10 Toen ik op bezoek was bij Semaja, de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabel, deed hij zeer bezorgd en zei: ‘Wij moeten naar het huis van God gaan, elkaar ontmoeten in het hart van het heiligdom; we moeten de tempeldeuren sluiten, ze komen om u te doden, ze komen u doden … Lees meer

Voortvarend

Nehemia 6:1-9 1 Sanballat, Tobia, de Arabier Gesem en alle anderen die ons vijandig gezind waren, hoorden dat ik de muur had opgebouwd en dat er geen gaten meer in zaten-de deuren had ik overigens nog niet in de poorten laten plaatsen.2 Daarom stelden Sanballat en Gesem mij voor om overleg te plegen in Kefirim, … Lees meer

Geluk en genade

Psalm 23 1 Een psalm van David. De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. 2 Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water, 3 Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden tot eer van zijn naam. 4 Al gaat mijn weg door een … Lees meer

Ik deed het anders

Nehemia 5:14-19 14 Overigens heb ik in de twaalf jaar dat ik door de koning als gouverneur van Juda was aangesteld, vanaf het twintigste tot het tweeëndertigste regeringsjaar van Artaxerxes, nooit een vergoeding verlangd voor de kosten die een gouverneur voor zijn onderhoud moet maken, en mijn broers evenmin. 15 De gouverneurs vóór mij daarentegen … Lees meer

Uitgeschud en berooid

Nehemia 5:1-13 1 De bevolking, met inbegrip van de vrouwen, beklaagde zich luid over een aantal Joodse volksgenoten. 2 Sommigen zeiden: ‘We hebben veel zonen en dochters, en daarom willen we graan! We moeten eten, anders gaan we dood!’ 3 Anderen zeiden: ‘We hebben onze akkers, wijngaarden en huizen in onderpand gegeven om graan te … Lees meer

Het zwaard op de heup

Nehemia 4:9-17 9 Toen onze vijanden merkten dat wij van hun plannen op de hoogte waren en dat God ze had verijdeld, konden we ons werk aan de muur hervatten. 10 Vanaf die dag voerde de ene helft van mijn mannen het werk uit, terwijl de andere helft werd uitgerust met schilden, speren, bogen en … Lees meer

Dek hun misdaden niet toe

Nehemia 3:33–4:8 33 Toen Sanballat hoorde dat de muur door ons werd herbouwd, werd hij woedend, en in zijn ergernis bespotte hij de Joden. 34 In tegenwoordigheid van zijn ambtgenoten en van het leger van Samaria zei hij: ‘Wat doen die zielige Joden toch? Denken ze de muur zelf te kunnen repareren? Willen ze echt … Lees meer

De Schaapspoort

Nehemia 3:22-32 22 Daarnaast werkten de priesters uit de nabije omgeving, 23 en verderop herstelden Benjamin en Chassub het gedeelte tegenover hun huis, en daar weer naast herstelde Azarja, de zoon van Maäseja, de zoon van Ananja, het gedeelte naast zijn huis. 24 Binnuï, de zoon van Chenadad, herstelde nog een deel, van het huis … Lees meer

Met zijn dochters

Nehemia 3:11-21 11 Een volgend gedeelte, met de Bakoventoren, werd hersteld door Malkia, de zoon van Charim, en door Chassub, de zoon van Pachat-Moab. 12 Sallum, de zoon van Halloches en het hoofd van de andere helft van het district Jeruzalem, werkte naast hen, samen met zijn dochters. 13 Chanun en de inwoners van Zanoach … Lees meer

Naast hen werkten

Nehemia 3:1-10 1 Eljasib, de hogepriester, begon samen met zijn medepriesters aan de herbouw van de Schaapspoort. Nadat ze die hadden ingewijd, plaatsten ze de deuren en wijdden ze het gedeelte van de Honderdtoren tot de Chananeltoren in. 2 Naast hem werkten de mannen van Jericho, en daarnaast Zakkur, de zoon van Imri. 3 De … Lees meer