Niemand van hen roept tot mij
Hosea 6:11b-7:7 11b Steeds wanneer ik het lot van mijn volk ten goede keer, 1 steeds wanneer ik Israël genees, komen Efraïms slechtheid en Samaria’s zonden aan het licht. Altijd maar bedriegen! Dieven dringen de huizen binnen, buiten plunderen roversbenden. 2 Het komt niet bij hen op dat ik al hun zonden onthoud; hun daden … Lees meer