Ezechiël 21:23-32
23 De HEER richtte zich opnieuw tot mij: 24 ‘Mensenkind, teken twee wegen waarlangs het zwaard van de koning van Babylonië kan gaan. Beide wegen komen uit hetzelfde land. Maak aan het begin van de twee wegen, die beide naar een stad leiden, een open plek. 25 Langs de ene weg gaat het zwaard naar Rabba in Ammon, langs de andere naar het versterkte Jeruzalem in Juda. 26 Op de splitsing van de weg, aan het begin van de twee wegen, staat de koning van Babylonië, en hij vraagt om een teken. Hij schudt de pijlen, hij raadpleegt zijn godenbeeldjes, hij bekijkt de lever. 27 Rechts ligt het lot van Jeruzalem. Hij zal de stad met stormrammen aanvallen, hij zal zijn mond openen in een strijdkreet, hij zal zijn stem in krijgsgeschreeuw verheffen. Hij laat de stormrammen tegen de poorten beuken, hij maakt een bestormingsdam, hij werpt een belegeringswal op. 28 De Judeeërs zullen denken dat dit een valse voorspelling is, ze hebben immers eden van trouw gezworen! Maar hun schuld komt aan het licht, ze zullen gegrepen worden. 29 Dit zegt God, de HEER: Omdat jullie zelf mij aan je schuld hebben herinnerd, omdat jullie misdaden aan het licht zijn gekomen en al jullie zonden en wandaden zichtbaar zijn, omdat jullie zelf mij aan je gedrag hebben herinnerd-daarom zullen jullie in handen van de vijand vallen. 30 En wat jou betreft, goddeloze, ontaarde vorst van Israël: voor jou is de dag van de afrekening gekomen. 31 Dit zegt God, de HEER: Weg met je tulband, zet af die kroon! Niets blijft hetzelfde, wat laag is wordt hoog, wat hoog is wordt laag. 32 Puin, puin, niets dan puin blijft er over, maar eerst moet hij nog komen aan wie ik het oordeel toevertrouw. (NBV)
Ezechiël is de profeet van het beeld. De woorden die een profeet uitspreekt moet hij ook laten zien. Ezechiël wordt dan ook wel gezien als een zeer moderne profeet. Ook wij leven immers in een beeldcultuur. Ezechiël had al eens een maquette gemaakt van de belegerde stad Jeruzalem. Geleerden denken dat bij het zwaardlied dat aan dit gedeelte vooraf gaat ook echt gezongen en gedanst is. Nu moet de profeet een landkaart maken. De vertegenwoordigers van de ballingen, de oudsten, die naar Ezechiël waren gekomen om zijn mening te vragen over de totale verwoesting van de stad waar ze van hadden gehoord. Zou de God van Israël daar niet een stokje voor willen steken. Ezechiël zwijgt eerst. Hij tekent een weg uit een land, die weg splitst zich in tweeën. De ene weg gaat naar Rabba van de Amorieten de andere weg gaat naar het versterkte Jeruzalem. Op de splitsing staat de Koning van Babylon. Welke weg zal hij nemen?
Zo’n Heidense Koning neemt niet zomaar een beslissing. Daar gaan rituelen aan vooraf. Een bundel pijlen wordt losgelaten en de manier waarop ze uiteen gevallen zijn moet de richting bepalen. Daar blijft het niet bij, waarzeggende priesters moet een lever lezen, de vorm van de lever, de loop van de aderen in de lever geven aanwijzingen over de te nemen beslissing. En dan zijn er nog de huisgoden die geraadpleegd worden. Hoe de Heidense Koning ook raadpleegt. Er is maar één mogelijke uitkomst. De weg naar Jeruzalem ligt voor hem open. Die stad zal hij aanvallen en belegeren. Nu zijn voorspellingen van een bundel pijlen, een lever en wat huisgoden natuurlijk onzin. Belachelijk Heidens gedoe om achteraf de goden van een eventuele mislukking de schuld te kunnen geven. En als je wint dan mag het volk meer offers brengen aan die goden. De inwoners van Jeruzalem zullen zich dan ook geen zorgen maken over de uitkomst van de Heidense voorspellingen. Zij horen bij de God van Israël.
Maar ze vergissen zich. Ze hebben in Jeruzalem afgoden altaren opgericht. Zelfs in de Tempel wilden ze beelden neerzetten. De eden van trouw aan de God van Israël gingen niet over het gebod geen andere goden te aanbidden. Door die afgoderij zelfs in de Tempel te brengen maak je dat ook de God van Israël dat gedrag op haar waarde kan schatten. Het zijn niet domme burgers die niet anders weten, het is de elite in Jeruzalem, de Koning met zijn kroon en de hogepriester met zijn tulband voorop. God zal die wereld, waarin de armen worden onderdrukt en de weduwe en de wees onrecht wordt aangedaan, omkeren. Wat hoog is wordt laag. De enige manier om dit tegen te houden is een totale zuivering en recht betrachten aan de ontrechten. Is het bij ons anders? Luisteren onze machthebbers ook liever naar de tabakslobby en de fossielebrandstofindustrie? Zijn ze doof voor de wetenschap die God onze geleerden heeft gegeven en daarom verworden tot klimaatsceptici. Het wordt tijd dat we gaan inzien hoe de wereld in elkaar zit en uit die wereld op te staan.