Ezechiël 21:33-37
33 Jij, mensenkind, moet profeteren. Zeg: “Dit zegt God, de HEER, over de Ammonieten en over hun schande, ”zeg: “Zwaard, om te slachten ben je getrokken, om te verwoesten ben je geslepen, bliksemen zul je, zwaard! 34 Ze zeggen dat je niets voorstelt en ze doen valse voorspellingen. Toch zul je die goddeloze en ontaarde mensen de hals doorsnijden. Voor hen is de dag van de afrekening gekomen. 35 Terug in je schede! Daar waar je gemaakt bent, in het land waar je vandaan komt, zal ik je straffen. 36 Mijn toorn zal ik over je uitstorten, het vuur van mijn woede zal ik over je heen blazen, en ik zal je aan barbaren overleveren, aan mannen die dood en verderf zaaien. 37 Je zult aan het vuur ten prooi vallen, overal in het land zal bloed vloeien en je naam zal niet meer worden genoemd-ik, de HEER, heb gesproken.”’ (NBV)
In het zwaardlied van Ezechiël werd duidelijk dat Babylon bij de wegsplitsing niet de weg naar Rabba van de Ammonieten zou nemen maar de weg naar Jeruzalem omdat het volk Israël andere goden achterna was gaan lopen en zelfs de tempel in Jeruzalem daarmee had ontheiligd. Ontlopen de Ammonieten nu de straf die ze als Heidens volk en vijand van het Israël van de God van Israël verdienen? Die Ammonieten hadden lachend het zwaardlied meegezongen. Dat godje van Israël, waar die Israëlieten toch nog trouw aan hadden gezworen had niks voorgesteld. Dat volkje rond Jeruzalem had geen enkele kans tussen sterke volken, sterk zoals de Ammonieten zich sterk waanden.
We kennen de kleine volken die zich sterker achten dan de wereldmachten. Die roepen dat ze die grote machten wel even klein zullen maken. We kennen ook de leiders van de wereldmachten die daarin gaan geloven. Dat als een klein arm land roept dat ze de grootmacht klein zullen krijgen zij moeten laten zien dat de grootmacht groter is dan elke andere macht. In onze dagen maakt de hele wereld zich grote zorgen over de wederzijdse grootspraak waar dit in kan eindigen. Voor we het weten zijn we meegesleurd in een echte oorlog die niemand anders op de wereld wil. Jezus van Nazareth heeft niet voor niets gewaarschuwd dat wie het zwaard opneemt ook door het zwaard zal vergaan.
Ezechiël vertelt aan de oudsten van het volk dat ze niet jaloers op de Ammonieten hoeven te worden. Ook al kiest de koning van Babylon voor de weg naar Jeruzalem. Als hij met Jeruzalem klaar is dan zal hij ook de Ammonieten onder handen nemen. Juist een volk dat zo gemakkelijk aan grootspraak doet daagt ook de wereldmacht uit. Daarna moet het afgelopen zijn. Het zwaard moet weer in de schede. Ook Babylon zal zonder vrede te stichten uiteindelijk aan oorlog en geweld ten onder gaan. De laatste koning van Babylon die een feestmaal voor de elite hield en daarvoor het goud en zilver uit de Tempel in Jeruzalem gebruikte wordt verder nergens in de geschiedenisboeken vermeld. Vrede stichten en vrede bewaren daar gaat het om. Ook wij kunnen daaraan bijdragen.