Ezechiël 18:1-13
1 ¶ De HEER richtte zich tot mij: 2 ‘Waarom gebruiken jullie in Israël toch het spreekwoord: Als de ouders onrijpe druiven eten, krijgen de kinderen stroeve tanden? 3 Zo waar ik leef-spreekt God, de HEER -,nooit meer mag iemand bij jullie in Israël dit spreekwoord in de mond nemen! 4 Weet dat alle mensenlevens mij toebehoren: zowel het leven van de ouders als dat van hun kinderen ligt in mijn hand, en alleen wie zondigt zal sterven. 5 Stel, iemand is rechtvaardig. Hij is mij trouw en doet het goede. 6 Aan de offermaaltijden op de bergen neemt hij niet deel en hij vereert de afgoden van het volk van Israël niet; hij onteert de vrouw van een ander niet, hij maakt haar niet onrein, en met een vrouw die ongesteld is heeft hij geen gemeenschap; 7 hij buit niemand uit, geeft de schuldenaar zijn onderpand terug en besteelt niemand. Hij deelt zijn brood met al wie honger heeft, wie naakt is geeft hij kleren; 8 hij vraagt geen wanneer hij geld uitleent of toeslag wanneer hij het terugkrijgt; hij begaat geen onrecht en geeft een eerlijk oordeel bij onderlinge geschillen; 9 hij houdt zich aan mijn geboden en leeft werkelijk naar mijn voorschriften. Zo iemand is rechtvaardig en zal zeker in leven blijven-spreekt God, de HEER. 10 ¶ Maar stel, hij krijgt een gewelddadige zoon, een moordenaar, die alles doet 11 wat zijn vader nooit heeft gedaan. Hij neemt wel deel aan de offermaaltijden op de bergen en maakt de vrouw van een ander onrein; 12 wie misdeeld en arm is buit hij uit, hij steelt en geeft wat hij als onderpand heeft gekregen niet terug; hij vereert de afgoden, misdraagt zich gruwelijk, 13 vraagt rente vooraf en toeslag achteraf-moet zo iemand in leven blijven? Nee, hij zal niet in leven blijven: na zo veel wandaden zal hij zeker sterven, hij heeft zelf de dood over zich afgeroepen. (NBV)
Bij alle discussies over de jeugdzorg hoor je dat bij ons ook wel eens vertellen: als de ouders kwaad doen straft God de kinderen. Maar God straft niet en zeker niet hen die het kwaad niet bedreven hebben zegt Ezechiël. Eigenlijk roept hij mensen op om op te houden met elkaar te beschuldigen. Als je geen kwaad hebt gedaan ben je ook niet verantwoordelijk voor het onheil. Alleen als je kwaad gedaan hebt dan zet je jezelf buiten de gemeenschap, in Bijbelse termen: dan kun je sterven. Maar als je mensen tot hun recht laat komen dan zal je dat niet overkomen en zeker je kinderen niet. Het soort rare spreekwoorden dat een volk kan ontwikkelen moet je maar vergeten zo roept de profeet ook ons toe. Want we weten er wat van. Als er hangjongeren zijn die de kans krijgen van kwaad tot erger te vervallen dan “weigeren de ouders hen op te voeden”. Als alleenstaande moeders niet werken maar voor hun kinderen die naar de basisschool gaan zorgen dan overtreden ze de wet. Of er kinderopvang is of niet, die moeders moeten werken.
Op tienerwerk bezuinigen we, tieners mogen ook de meest gewelddadige films op tv zien, geweldsspelletjes op hun computer spelen en rondhangen op straten waar volwassenen vrolijk alle snelheidsregels met hun auto’s aan hun laars lappen. Als ze dan ook nog elkaar opzoeken en in groepjes bij elkaar schuilen dan wordt iedereen bang en hebben we een probleem. Sinds het eind van de jaren 50 van de vorige eeuw horen we al van die problemen. We hadden de pleiners en de dijkers, de nozems en de hippies en nu hebben we de hangjongeren en de Marokkaantjes. In de jaren 20 van de vorige eeuw hadden ze vergelijkbare problemen in de Verenigde Staten, vooral met emigranten uit Italië. De problemen daar bleken achteraf de voedingsbodem voor de maffia. Begin jaren 60 bij de komst van de eerste gastarbeiders werd daar ook hier voor gewaarschuwd. Wat een verrassing dat, nu, nadat we veertig jaar alle waarschuwingen hebben genegeerd, er een probleem is. Wie schaft ons goede raad? Wellicht Ezechiël vandaag. Hij roept ons op ons aan de wetten van fatsoen en recht te houden. Weg met geweld en vrouwenhandel.
En wat betreft het recht wordt het tijd er alles aan te doen om mensen tot hun recht te laten komen en een echte plaats te geven in onze samenleving. Dat betekent dat niemand, ouders en leerkrachten niet, het meer moet pikken dat er van school gespijbeld wordt. Ook als Uw eigen kinderen niet spijbelen, ook als je klasgenoten spijbelen, pik het niet van anderen. Het idee dat je niet voor elkaar hoeft te zorgen is het begin van de ellende in veel wijken en steden. Schaam je er dus ook niet voor als je eigen kind de verkeerde weg kiest. Vraag hulp, eis desnoods hulp, niet alleen van instanties en professionals maar ook van vrienden, familie, buren en als je lid bent van een kerk van je zusters en broeders. Jouw kind hoeft niet buiten de gemeenschap te komen, hoeft dus niet te sterven, maar als niemand er wat aan doet gaat het vanzelf. Laat dus mensen tot hun recht komen en geeft ze het goede voorbeeld. Dat gold in de dagen van Ezechiël dat geldt vandaag de dag niet anders.