Exodus 31:1-18
1 ¶ De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Ik heb mijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. 3 Ik heb hem uitzonderlijke talenten geschonken, wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied: 4 hij kan ontwerpen maken en ze in goud, zilver, koper en brons uitvoeren, 5 hij kan stenen snijden en zetten en hout bewerken en hij beheerst ook allerlei andere vaardigheden. 6 Oholiab, de zoon van Achisamach, uit de stam Dan, stel ik als zijn medewerker aan. Allen die hun vak verstaan heb ik wijsheid geschonken, zodat zij alles kunnen maken waartoe ik opdracht heb gegeven: 7 de ontmoetingstent, de ark voor de verbondstekst, de verzoeningsplaat die erop moet liggen, alle voorwerpen voor de tent, 8 de tafel en de voorwerpen die erbij horen, de lampenstandaard van zuiver goud en de bijbehorende voorwerpen, het reukofferaltaar, 9 het brandofferaltaar met het gerei, het wasbekken, het onderstel ervan, 10 de ambtsgewaden, de heilige kleding voor de priester Aäron en de kleding die zijn zonen als priester moeten dragen, 11 de zalfolie en het geurige reukwerk voor het heiligdom. Laat hen alles uitvoeren zoals ik het je heb opgedragen.’ 12 ¶ De HEER zei tegen Mozes: 13 ‘Zeg tegen de Israëlieten: “Neem wel steeds mijn sabbat in acht, want elke generatie opnieuw is die dag voor mij en voor jullie een teken dat eraan herinnert dat ik, de HEER, jullie geheiligd heb. 14 Neem de sabbat in acht, want het is voor jullie een heilige dag. Wie hem schendt, moet ter dood gebracht worden; ieder die dan werkt, moet uit de gemeenschap gestoten worden. 15 Zes dagen mag je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die aan de HEER gewijd is. Wie op sabbat werkt, moet ter dood gebracht worden.” 16-17 Generatie na generatie moeten de Israëlieten de sabbat in acht nemen en vieren. Voor mij en hen is die dag een teken van een eeuwigdurend verbond, want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zevende dag heeft hij gerust om op adem te komen.’ 18 Nadat de HEER dit alles op de Sinai tegen Mozes had gezegd, gaf hij hem de twee platen van het verbond, de stenen platen, door Gods vinger beschreven. (NBV)
Wie heeft de Ridderzaal eigenlijk gemetseld? En wie hebben de vlaggen geweven die er binnen hangen en aan die zaal een eigen karakter geven? We weten het niet meer. Zoals we van veel monumenten en ook van moderne gebouwen vergeten zijn wie de werkers waren aan wie we die huizen en gebouwen te danken hebben. Van de Heilige Tent van de Israëlieten weten we wel wie het gebouwd hebben. Besaleël, dat was een zoon van Uri, en kleinzoon van Chur, hij behoorde tot de stam Juda. Zo nauwkeurig staat het in Exodus 31. Hij bouwde de tent en alles wat daarbij hoorde, de ark, de tafel voor het brood, de kandelaar, het wasbekken, het brandofferaltaar en het reukofferaltaar samen met Oholiab uit de stam van Dan, dat was de zoon van Achisamach. Ze maakten ook de zalfolie en het reukwerk dat bij de rituelen gebruikt moest gaan worden. Zo precies wordt er in de Bijbel aandacht aan de arbeiders geschonken.
Moet je bij ons eens om komen. Nee we hebben hier wedstrijden voor de raden van bestuur van de ondernemingen wie het meest verdient en wie de grootste bonussen heeft. Bankbestuurders winnen het maar ook de bestuurders van Ahold blazen hun partijtje mee. Bijna allemaal mannen, in het karakteristieke uniform met streepjespak en stropdas en op zondag zo nu en dan te gast bij misdaadverslaggever Harry Mens. De mannen achter de computers die de transacties verrichten op de bank, of de dames achter de kassa die zorgen dat bij de supermarkt het geld binnenkomt worden niet genoemd, voor hen geen bonussen, voor hen een uniform die hen tot werknemer bestempeld en elk individualisme wegneemt.
Er is veel onrust over arbeidsvoorwaarden op dit moment. En dat is geen wonder, hoe hard een werknemer werkt, hoezeer er ook de best wordt gedaan, alleen de raden van bestuur worden er om geprezen en krijgen de bonussen, al hebben ze maanden op hun jacht op de Middellandse Zee gezeten, als de werknemers presteren gaat men de bazen fêteren. Daarom moeten misschien hier en daar de werknemers de straat op om gezien en gehoord te worden. In de Bijbel wordt dan gezegd dat we in elk geval de Sabbath moeten houden, bij ons de Zondag. Hier staat het in de beschrijving van de arbeiders en hun werk. Dat is niet voor niks. Arbeiders zijn geen slaven, al worden ze loonslaven genoemd. Daarom verdienen ze allemaal tegelijk een dag vrij in de week. Zodat ze samen naar een sportwedstrijd kunnen, of de natuur is, of voor sommigen een kerkdienst bezoeken. Dat is geen religieuze zaak, dat is een zaak van respect en waardering voor de arbeiders, ook vandaag nog.