1 Korintiërs 15:1-11
1 ¶ Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is 2 en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. 3 Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, 4 dat hij is begraven en op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat, 5 en dat hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf leerlingen. 6 Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. 7 Vervolgens is hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. 8 Pas op het laatst is hij ook aan mij verschenen, aan het misbaksel dat ik was. 9 Want ik ben de minste van de apostelen, ik ben de naam apostel niet waard omdat ik Gods gemeente heb vervolgd. 10 Alleen dankzij zijn genade ben ik wat ik ben. En zijn genade is bij mij niet zonder uitwerking gebleven. Integendeel, ik heb harder gezwoegd dan alle andere apostelen, niet op eigen kracht maar dankzij Gods genade. 11 Hoe dan ook, of zij het nu zijn of ik, wij verkondigen allemaal dezelfde boodschap, en door die boodschap bent u tot geloof gekomen. (NBV)
Soms vergeten we het wel eens en noemen we de maandag de eerste dag van de week, maar de zondag is nog steeds de echte eerste dag van de week. Bijna de hele week zullen we ons bezig houden met de lezing van het vijftiende hoofdstuk van de brief aan de inwoners van Korinthe. De hoofdstukindeling is overigens vrij willekeurig en pas in de Middeleeuwen aangebracht, maar ze komt ons deze komende week goed uit omdat we dan ook op afstand met elkaar weten wat we gaan lezen. Dit eerste deel is niet eenvoudig. Dat komt omdat het in eeuwen lijkt doodgepreekt. Wat moeten we met de gekruisigde Jezus die dood was en begraven en na drie dagen uit de dood is opgestaan? We willen dat misschien best geloven, misschien is het zo wel gegaan, we waren er niet bij, maar wat moeten we er mee.
Er worden ook nog allemaal getuigen bij gesleept die het geloven in het verhaal gemakkelijker moeten maken, maar ook die getuigen kennen we niet. Toch blijft dit verhaal ook na zoveel eeuwen verkondigd worden. En niet door de minsten. In deze brief schrijft Paulus dat al die apostelen, al die getuigen allemaal hetzelfde verkondigen. En Jos Brink vertelde ooit in zijn Amsterdamse Duif gemeente ook dat hij hetzelfde verkondigde als die Paulus. Dat zijn liefde voor mensen, die in het theater en op TV op grote massa’s afspatte, dezelfde liefde zou moeten zijn die Jezus voor de mensen had. Dat hij daarom mee leefde met de Aidspatiënten aan wie hij als buddy was toegewezen. Dat hij daarom de hand vasthield van zwaar dementerende patiënten in het verpleeghuis waar hij als pastor werkte. Wij wisten weinig en hoorden nog minder van de pastorale kant van Jos Brink. Hij stond zich er niet op voor. Het ging immers om de mensen zelf en niet om Jos Brink. En dat was ook dat Evangelie waar Paulis over schrijft.
Door de dood heen de liefde voor de mensen vast houden, bevrijding voor de armen verkondigen, daardoor de lammen laten lopen, de bedroefden troosten, de blinden laten zien en de doven laten horen. Wie durfde een Koningin op één lijn te stellen met zijn moeder, wie durfde over zijn eigen dood te roepen dat die groots beleefd moest worden met een uitvaart uit Carré, en natuurlijk een dienst in zijn eigen kerk? Hoe triest het einde van Jos Brink ook was, hoe we ook mee treurden, hem lukte het ook door zijn dood heen te blijven getuigen van zijn liefde voor de mensen en zijn liefde voor het meegaan in het verhaal van Jezus van Nazareth. Laat het ons ook moed geven in dat verhaal te blijven meegaan. Er zijn overigens prachtige boeken met teksten van Jos Brink die je kunnen helpen bij bidden en overdenken. En de gemeente in de Duif in Amsterdam is er nog steeds, daar kun je op zondag gewoon heen, net als naar de PKN kerk in je eigen buurt.