1 Korintiërs 3:9b-23
U bent een bouwwerk van God. 10 Overeenkomstig de taak die God mij uit genade heeft opgelegd, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en anderen bouwen daarop voort. Laat ieder erop letten hoe hij bouwt, 11 ¶ want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt-Jezus Christus zelf. 12 Of er op dat fundament nu verder wordt gebouwd met goud, zilver en edelstenen of met hout, hooi en stro, 13 van ieders werk zal duidelijk worden wat het waard is. Op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. 14 Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. 15 Wanneer het verbrandt, zal hij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal echter worden gered, maar door het vuur heen. 16 ¶ Weet u niet dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? 17 Indien iemand Gods tempel vernietigt, zal God hem vernietigen, want Gods tempel is heilig-en die tempel bent u zelf. 18 ¶ Laat niemand zichzelf bedriegen. Wanneer iemand van u denkt dat hij in deze wereld wijs is, moet hij eerst dwaas worden; pas dan kan hij wijs worden. 19 Wat namelijk in deze wereld wijsheid is, is dwaasheid bij God, want er staat geschreven: ‘Hij vangt de wijzen in hun eigen sluwheid.’ 20 En er staat ook geschreven: ‘De Heer kent de gedachten van de wijzen; hij weet dat ze niet meer dan lucht zijn.’ 21 ¶ Niemand van u moet zich daarom laten voorstaan op een ander mens, want álles is van u; 22 of het nu Paulus, Apollos of Kefas is, wereld, leven of dood, heden of toekomst-álles is van u. 23 Maar u bent van Christus en Christus is van God. (NBV)
Dat moet er toch fantastisch uitzien. Die tempel van God. We hebben hier al eens gelezen over de tent die in de woestijn werd gebouwd om de ark en de tafel met het brood te bevatten, die was al prachtig. Later heeft koning Salomo een tempel in Jeruzalem mogen bouwen en nog later kreeg die tempel opvolgers waarvan de een nog mooier was dan de andere. Paulus wijst op een nieuwe tempel, ontstaan na het leven van Jezus onder ons. Die tempel is voor ieder van ons vlak bij. Ga maar voor een spiegel staan en kijk eens goed. Daar zie je de tempel van God, wie die tempel iets aandoet doet God zelf iets aan. Het staat er echt in dit stuk uit de brief aan de mensen in Korinthe. Het is in de Bijbel opgenomen omdat we zijn gaan geloven dat niet alleen die mensen in Korinthe tempels van God waren maar iedereen die meedoet met het verhaal van Jezus is een tempel van God. Een fantastische tempel, waar je heel veel van mag houden.
Weinig mensen kijken op die manier in de spiegel. Een tempel die mooi is van zichtzelf en die je niet eens hoeft te verbouwen. Weinig mensen houden van hun naaste zoals je van een tempel van een geweldige God zou houden. In die tempel woont de Geest van God schrijft Paulus. Dat mens die je in je spiegel ziet kan dus echt de hongerigen te eten geven, de naakten kleden, de gevangenen bezoeken, de bedroefden troosten. Wie de rapporten kent over de hulp na de Tsunami in 2004 weet dat we met elkaar heel erg veel tot stand hebben gebracht. Ieder naar vermogen, ieder op eigen manier maar met iedereen. Er zal daar nog heel veel moeten gebeuren. Maar er is geld en er zijn mensen om het te laten gebeuren.
De wijk in Enschede die getroffen was door de vuurwerkramp was pas na zeven jaar weer opgebouwd. Ondertussen wachten ons ook andere taken. Wij staan weer voor verkiezingen. Staan we er dan bij stil dat ook de vreemdelingen onder ons kinderen van onze God zijn? Beseffen we wel dat de Bijbel ons voorschrijft om regelmatig met de vreemdelingen onder ons maaltijd te houden, en ons niet tegen elkaar te laten opzetten? We komen er achter als we zelf aan het werk gaan, hongerend en dorstend naar gerechtigheid. De wereldwinkels in Nederland, die van de Fair Trade, en de voedselbanken hebben nog steeds vrijwilligers nodig. Kies maar en doe maar, alles is van U zegt Paulus en U bent van Christus. Kijk maar in de spiegel, elke ochtend weer en weet dus dat je je niet afhankelijk hoeft te maken van een ander, geen voorganger hoef je te volgen, je bent zelf een tempel. Aan de slag dus.