Hoe alles hem verder voor de geest stond

1 Kronieken 28:11-21

11 ¶  David overhandigde zijn zoon Salomo het bouwplan van de voorhal en de achterliggende vertrekken, van de schatkamers, de bovenzalen, de binnenvertrekken en de ruimte voor de verzoeningsrite. 12  Daarbij was ook omschreven hoe alles hem verder voor de geest stond: de tempelhoven en de voorraadkamers, de schatkamers van de tempel van God en de schatkamers voor de wijgeschenken, 13  het dienstrooster van de priesters en de Levieten, de tempeldiensten en de voorwerpen die daarbij gebruikt moesten worden, 14  tot en met het gewicht aan goud of zilver dat de voorwerpen voor de verschillende diensten moesten hebben, 15  namelijk het gewicht aan goud voor elk van de gouden lampenstandaards en de bijbehorende lampen, het gewicht aan zilver voor de zilveren lampenstandaards en de bijbehorende lampen, afhankelijk van hun functie, 16  het gewicht aan goud voor elk van de toontafels en het gewicht aan zilver voor de zilveren tafels, 17  het gewicht van de zuiver gouden drietandige vorken, offerschalen en kannen, het gewicht aan goud voor elk van de kleine gouden schaaltjes, het gewicht aan zilver voor elk van de kleine zilveren schaaltjes, 18  het gewicht aan puur goud voor het reukofferaltaar en het goud voor de uitvoering van het wagenstel, de cherubs en de vleugels die zij beschermend uitspreiden over de ark van het verbond met de HEER. 19  ‘Dit alles heb ik opgetekend op aanwijzing van de HEER, die mij heeft laten zien hoe het bouwplan moet worden uitgevoerd.’ 20  Tot slot zei David tegen zijn zoon Salomo: ‘Wees vastberaden en standvastig, ga aan het werk, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want God, de HEER, mijn God, staat je ter zijde. Hij zal je niet verlaten en niet van je zijde wijken zolang de uitvoering van het werk aan de tempel van de HEER niet is voltooid. 21  En verder zijn er de afdelingen van de priesters en de Levieten voor de verschillende onderdelen van de tempeldienst, staan allerlei vaklieden klaar om het werk uit te voeren en zullen de leiders en het gewone volk al je bevelen opvolgen.’(NBV)

Dat je je bij de verhalen uit de Bijbel niet alleen moet afvragen wat er wordt verteld maar ook waarom het wordt verteld en zelfs waarom wordt het verteld zoals wij het lezen blijkt maar weer eens vandaag. We lezen over het plan dat is ontworpen voor de bouw van de Tempel. Centraal zal de Ark van het verbond staan. Maar het verhaal over de inrichting van de Tempel is wel heel gedetailleerd. Zelfs het gewicht van gouden en zilveren voorwerpen is vooraf uitgedacht zo lijkt het. Ja, het lijkt er op want dit zelfde verhaal komen we eerder in de Bijbel tegen. Het is in detail hetzelfde ontwerp als Mozes liet uitvoeren bij de bouw van de Tent der Ontmoeting in de Woestijn. Die Tent moest worden afgebroken, rond gesjouwd door de woestijn en dan bij de volgende rustplaats weer worden opgebouwd. Nu wordt de Tent vervangen door een Tempel. En net als bij Mozes is het ontwerp voor deze Tempel van God zelf afkomstig.

Waarom komt Koning David met het ontwerp, hij mag immers de Tempel niet bouwen? Hij heeft zelf aangegeven dat het kwam omdat hij bloed aan zijn handen had. Maar ook Mozes had bloed aan zijn handen, hij was als moordenaar uit Egypte gevlucht de woestijn in. Daar had hij onderdak gevonden, had een gezin gesticht en was herder toen God zich openbaarde en hem naar Egypte stuurde om het volk te bevrijden van de slavernij. Mozes was profeet, geen Koning. Het hebben van een Koning was lang afgewezen door de leiders van het volk, de priesters en profeten. Samuël had zich zelfs verzet tegen het kiezen van een Koning toen God er mee akkoord was gegaan. Maar toch kwam er een Koning en David was zelfs de beste die ze zouden krijgen. Nu is een belangrijk kenmerk van een Koning dat die opgevolgd wordt door een zoon. Voor het Koningschap van David was dit belangrijk. En door het plan voor de Tempel te betrekken op de traditie van de Tabernakel en door te geven aan zijn zoon maakt David de opvolging een zaak van trouw aan de God van Israël. Uit dat huis en dat geslacht van David zou uiteindelijk de bevrijder van Israël worden geboren.

Maar als de God van Israël zo centraal wordt gesteld dan ontbreekt er toch iets aan het ontwerp voor een Tempel voor die God. Omringende volken die zullen hebben gehoord van dit ontwerp zullen verbaasd hebben opgekeken. Salomo zou veel van de bouwmaterialen voor de Tempel importeren uit de omringende volken. Die waren Tempels gewend en dat nu ook die Israëlieten een Tempel wilden bouwen was zo vreemd nog niet. Maar wat een rare Tempel zou dat worden. Er stond namelijk geen beeld van de God van Israël in die Tempel. Er stonden wel beelden. Bovenop de kist van acaciahout waar de stenen platen met de tekst van het verbond werden bewaard stonden afbeeldingen van cherubim, een soort engelen met vleugels tegen elkaar die de inhoud van de kist moesten beschermen. Maar dat waren dus duidelijk niet de goden van die Tempel. Centraal stond dus niet die God maar de tekst van het verbond, de richtlijnen die die God had gegeven voor een menselijke samenleving. En mogen wij ons afvragen wat wij centraal stellen in onze godsdienst. Is dat de menselijke samenleving of is dat een God die wij ons bedacht hebben? Geef vandaag maar antwoord.

Plaats een reactie