Romeinen 14:13-23
13 Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen, maar neem u voor, uw broeder en zuster geen aanstoot te geven en hun niet te ergeren. 14 Omdat ik één ben met de Heer Jezus weet ik, en ben ik ervan overtuigd, dat niets op zichzelf onrein is, maar dat iets onrein is voor wie het als onrein beschouwt. 15 Als u dus uw broeder of zuster kwetst door wat u eet, handelt u niet langer overeenkomstig de liefde. Laat hen voor wie Christus gestorven is niet verloren gaan door het voedsel dat u eet. 16 Breng het goede dat God u schenkt geen schade toe, 17 want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest. 18 Wie Christus zo dient, doet wat God wil en wordt door de mensen gerespecteerd. 19 Laten we daarom streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar. 20 Breek het werk van God niet af omwille van wat u eet. Weliswaar is alle voedsel rein, maar het is verkeerd om iets te eten dat iemand aanstoot geeft. 21 Vlees, wijn of iets anders waaraan uw broeder of zuster aanstoot neemt, kunt u beter laten staan. 22 Uw overtuiging is een aangelegenheid tussen u en God. Gelukkig is wie zich niet schuldig voelt over zijn overtuiging, 23 maar wie twijfelt of hij alles mag eten, is op het moment dat hij alles eet al veroordeeld. Want het komt niet voort uit geloof, en alles wat niet uit geloof voortkomt is zondig. (NBV)
Paulus had in zijn dagen te maken met conflicten waar wij geen weet meer van hebben. Wij kennen in onze Christelijke westerse cultuur geen spijswetten. Natuurlijk hebben we weet van de Joodse spijswetten en het kosjer eten en natuurlijk kennen we ook het Islamitische Hallal, maar zelf hebben we zoiets over het algemeen niet. De Heidenen die zich tot het Christendom hadden bekeerd in de dagen van Paulus kenden dat wel. Zij kenden het vlees dat gegeten werd als offer aan bepaalde Heidense goden, met dat eten bracht je een offer. De boodschap van Paulus was: “hou daar nou eens mee op”. Die spijswetten van Israël maakten je ooit bewust van het voedsel dat je at en zorgden er voor dat je zorgvuldig met het voedsel omging, maar die tijd is geweest. Dat offervlees was in Heidense riten van betekenis maar nu je die riten achter je hebt gelaten is dat offervlees ook geen offervlees meer. Maar voor veel mensen uit de dagen van Paulus was die boodschap toch wat kort door de bocht.
Joden die Christenen waren geworden wilden toch aan hun kosjere eten vasthouden. Heidenen die Christen waren geworden wilden dat Heidense offervlees niet meer eten. En als ze dan voedsel zagen dat niet kosjer was of dat traditioneel offervlees was dan ergerden ze zich. Dat eten getuigde niet van respect voor de God van Israël, dat eten bleef je vasthouden in de wereld van afgoderij waar je van was bevrijdt. In het gedeelte dat we vandaag lezen zegt Paulus dat we met elkaar best rekening mogen houden met dergelijke gevoeligheden. Het gaat er immers niet om wat je aan regels aan een ander oplegt, of dat je jouw regels beter vindt dan de regels van een ander, jij bent toch ook niet beter of slechter dan die die ander, maar het gaat er om dat je samen een nieuwe samenleving opbouwt. In onze dagen wordt er nog wel eens een discussie gevoerd over Hallal, volgens de Islamitische regels bereid voedsel. Daar zouden Christenen dus niet van mee moeten hoeven eten.
Paulus vindt dat onzin. Voor Christenen zoals Paulus bestaat er geen Hallal of niet Hallal voedsel. Alles wat eetbaar is is geoorloofd. En dus als er mensen zijn die waarde hechten aan Hallal dan eten we daar en met hen Hallal, of Kosjer, of Surinaams, of Indonesisch. Of het nu religieus bepaald of cultureel bepaald is, het gaat er om mensen tot hun recht te laten komen. Daar werken we aan mee. En de drank? De wijn? Er zijn mensen die verslaafd waren en absoluut geen alcohol mogen drinken. Ook daar mogen we rekening mee houden. Zijn die in ons gezelschap, dan drinken ook wij geen alcohol, dan organiseren we ons eigen feest ook zonder alcohol zodat ook zij met ons feest kunnen vieren. Ook de overheid mag daar wel wat meer rekening mee houden. Mensen bestraffen omdat ze alcohol op hebben terwijl ze rijden en zelf aan het eind van de dag recepties organiseren met alcohol gaat niet altijd samen. Dat is wat Paulus bedoeld hier, denk eerst om de ander, dan pas om jezelf. Dat mogen we gelukkig elke dag opnieuw doen, ook vandaag weer.