Ze dronken samen

Genesis 43:26”“44:13

26 ¶  Toen Jozef thuiskwam, droegen ze het geschenk naar binnen, boden het hem aan en bogen zich voor hem neer. 27  Hij vroeg hun hoe ze het maakten en zei: ‘Is alles goed met jullie oude vader, over wie jullie me hebben verteld? Leeft hij nog?’ 28  Ze antwoordden: ‘Jazeker, uw dienaar, onze vader, leeft nog en hij maakt het goed.’ En weer bogen ze zich diep voor hem neer. 29  Toen zag hij zijn broer Benjamin staan, de zoon van zijn eigen moeder, en vroeg: ‘Is dat jullie jongste broer, over wie jullie me hebben verteld?’ En hij vervolgde: ‘God zij je genadig, mijn zoon.’ 30  Toen haastte hij zich weg, want bij het zien van zijn broer schoot zijn gemoed vol, hij voelde dat hij zijn tranen niet kon bedwingen. Hij ging een kamer binnen en daar huilde hij. 31  Daarna waste hij zijn gezicht, kwam de kamer weer uit, vermande zich en gaf opdracht de maaltijd op te dienen. 32  Men diende apart op voor hem, voor de broers en voor de Egyptenaren die bij hem aten. (Egyptenaren mogen niet samen met Hebreeën de maaltijd gebruiken; zoiets vinden de Egyptenaren afschuwelijk.) 33  De broers kregen ieder een plaats tegenover Jozef aangewezen, en daarbij kwamen ze precies in volgorde van geboorte te zitten, van de oudste tot de jongste. Vol verbazing keken ze elkaar aan. 34  Ze kregen van alle gerechten die bij Jozef op tafel stonden, maar Benjamin kreeg meer dan alle anderen, vijfmaal zoveel. Ze dronken samen met Jozef en raakten in een roes. 1 ¶  Jozef beval zijn hofmeester: ‘Vul de zakken van die mannen met voedsel, zoveel als ze maar mee kunnen nemen, en leg ieders geld boven in zijn zak. 2  En in de zak van de jongste moet u behalve het geld voor het graan ook mijn beker stoppen, mijn zilveren kelk.’ De man deed wat Jozef hem had opgedragen, 3  en zodra het licht werd liet men de broers met hun ezels vertrekken. 4  Nauwelijks hadden ze de stad achter zich gelaten of Jozef zei tegen zijn hofmeester: ‘Vlug, ga achter die mannen aan en haal ze in. Zeg tegen hen: “Waarom hebt u goed met kwaad vergolden? 5  Uitgerekend de beker waaruit mijn heer altijd drinkt en waarmee hij kan voorspellen wat nog verborgen is! Hoe hebt u dat kunnen doen!”’ 6  Toen de man hen had ingehaald en zei wat hem was opgedragen, 7  vroegen ze: ‘Hoe kunt u dit nu tegen uw dienaren zeggen, heer? Wij zouden zoiets nooit doen. 8  U weet toch dat we het geld dat we in onze voerzakken hebben gevonden, weer voor u meegebracht hebben uit Kanaän. Waarom zouden we dan uit het huis van uw heer zilver of goud stelen? 9  Als u bij een van ons iets mocht aantreffen, heer, dan moet hij ter dood gebracht worden en zal de rest van ons u als slaaf dienen.’ 10  Hij antwoordde: ‘Goed, het zal gaan zoals u zegt. Bij wie er iets wordt gevonden, die wordt mijn slaaf. Maar de anderen gaan vrijuit.’ 11  Snel zette ieder van hen zijn zak op de grond en maakte die open. 12  De man doorzocht ze, hij begon bij die van de oudste en eindigde bij die van de jongste. Toen de beker werd gevonden in de zak van Benjamin, 13  scheurden ze hun kleren. Ze laadden alles weer op hun ezels en keerden terug naar de stad. (NBV)

Ze dronken dan wel samen maar samen eten deden ze niet. Jozef vraagt naar zijn vader, ziet zijn jongste broer, maar maakt zich nog niet bekend aan zijn halfbroers. Want zijn die nu veranderd of houden ze zich alleen aan zijn opdrachten omdat ze graan willen kopen en overleven? Het heeft toch geruime tijd geduurd voordat ze terugkwamen naar Egypte en Benjamin meenamen. Ondertussen is wel duidelijk dat het Jozef aangrijpt zijn halfbroers en zijn broer, de zoon van Rachel, samen te zien eten. Want uit dit verhaal wordt ook duidelijk dat als je samen eet de problemen pas echt opgelost kunnen worden. Egyptenaren vinden het vreselijk samen met die woestijnnomaden te eten. Die eten altijd apart en zullen altijd apart blijven eten. Ze eten zelfs apart van Jozef maar aangezien die de hoogste positie bekleed is dat niet zo heel vreemd, machthebbers zorgen immers altijd op de eerste plaats voor zichzelf. Het enige opvallende is dat ook Benjamin veel krijgt, wel vijf keer zo veel, niet een hand vol dus maar wel twee handen vol. Uit godsdienstig oogpunt moet je soms wel samen eten en daarom noemen sommigen de Islam dan maar liever geen godsdienst maar een ideologie. Jammer is natuurlijk dat de Islam wel degelijk een godsdienst is. Er wordt een god aanbeden en men volgt de geboden van die god. Tot die geboden behoort dat je vrede nastreeft en vrede bewaart en dat je deelt met de armen.

Die geboden verschillen dus niet zo heel veel van de geboden die Joden en Christenen onderhouden. Dat Islamieten en Christenen in ons land samen eten en daardoor elkaar beter leren kennen en respecteren is dan ook niet zo vreemd. Dat mensen die beide groepen tegen elkaar willen opzetten en liever oorlog veroorzaken dan vrede te stichten dat samen eten maar verwerpelijk vinden is te begrijpen, maar als je vrede wilt en veiligheid is het uitermate dom om niet samen met de ander aan tafel te willen. Een dergelijke houding is om te huilen. Jozef hield het dan ook niet uit toen hij zijn broers eerst beter moest leren kennen voor hij met ze aan één tafel kon zitten. In onze dagen kan het samen eten in buurten en wijken niet genoeg bevorderd worden. Beschuldigd worden van iets dat je niet hebt gedaan is een van de ergste dingen die je kan overkomen. Je moet er toch niet aan denken dat je een aantal jaren in de gevangenis zit voor een ernstig misdrijf dat een ander heeft gedaan. Soms gebeurd het, ook in onze samenleving. Als je net als de broers van Jozef de beschuldiging te erg voor woorden vindt dan is het des te meer pijnlijk. De broers van Jozef kunnen zich de misdaad zo weinig voorstellen dat ze aanbieden dat de broer die het gedaan heeft wel gedood mag worden. De hofmeester die door Jozef op onderzoek uitgestuurd was maakt de mogelijke straf maar wat lichter, de dief zal voortleven als slaaf van de hofmeester.

Het blijkt de jongste zoon van Jacob te zijn, de Benjamin, de zoon die Jacob zo lang had doen aarzelen zijn zoons naar Egypte te sturen om meer graan te kopen. Nu scheuren de broers hun eigen kleren. Nu gaan ze samen naar Egypte terug. Nu is de verandering echt zichtbaar, eerste scheurden ze de kleren van Jozef en stuurden ze hem alleen naar Egypte. De klap van de onterechte beschuldiging moet hard aangekomen zijn. Maar de broers hebben er van geleerd. Ze zouden ook Benjamin alleen kunnen hebben overgeleverd aan de hofmeester, jammer dan had die Benjamin maar niet zo hebberig moeten zijn. Maar ze staan pal, ze zijn van zijn onschuld overtuigd en gaan gepakt en gezakt weer terug naar Egypte. Dit moet opgehelderd worden en ze kunnen het hun vader niet aandoen opnieuw thuis te komen zonder één van zijn zoons. Dat zou de derde keer zijn, eerst Jozef, toen Simeon en nu Benjamin. Er is een grens aan wat een mens kan verdragen. Zeker bij een onterechte beschuldiging. Ook wij moeten die onterechte beschuldigingen bestrijden. . Bij zedenmisdrijven is het zo dat valse beschuldigingen politie en justitie op hun hoede doen zijn, zoveel dat slachtoffers van echte zedenmisdrijven het gevoel krijgen niet geloofd te worden en zelf te moeten bewijzen wat hen is overkomen. Om die echte slachtoffers recht te doen zullen wij moeten oppassen met de valse beschuldigingen. Let maar eens op je omgeving.

Plaats een reactie