Lucas 19:1-10
1 ¶ Jezus ging Jericho in en trok door de stad. 2 Er was daar een man die Zacheüs heette, een rijke hoofdtollenaar. 3 Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. 4 Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer hij voorbijkwam. 5 Toen Jezus daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ 6 Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. 7 Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ 8 Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst vergoed ik het viervoudig.’ 9 Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. 10 De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’ (NBV)
Kan een rijke die ook nog met de vijand samenwerkt een rechtvaardige zijn en bij het Koninkrijk horen waar Jezus van Nazareth toe oproept? Het kan, leren we in dit verhaal over de zuivere hoofdman van de Tollenaars. Want de naam Zacheüs betekent “zuivere”. In onze armzalige vertalingen valt soms veel weg, soms ook te veel. We kunnen niet beter en verhalen als deze over Zacheüs zijn al zo lang verteld dat ook vertalers niet ontkomen aan de traditie waarin ze zijn opgegroeid. We hebben immers altijd gehoord over dat kleine mannetje dat ze er niet door wilden laten en dat niks zag als hij achteraan stond omdat hij te klein was. In zo’n mannetje kunnen we ons nog wel verplaatsen. We hebben bij de intocht van Sint Nicolaas, het bloemencorso of een andere optocht ook wel eens achteraan gestaan en niks kunnen zien.
Opgeschoten jongens klimmen dan wel eens in een lantaarnpaal. Zo klom Zacheüs in een vijgenboom. Waarom nu juist een vijgenboom. Daar hebben we al een spreekwoord dat in de vertaling verloren gaat. De Naardense Bijbel heeft gewoon vertaald wat er stond “iemands vijgen schudden” maar dat spreekwoord kennen we niet en dan zou het mogelijk zijn dat we de betekenis over het hoofd zien. Bij de Nieuwe Bijbelvertaling zien we de betekenis namelijk iemand afpersen. Als je in een vijgenboom van iemand anders klimt dan kun je natuurlijk per ongeluk wel een aantal vruchten uit de boom schudden en zo schade aan de oogst toebrengen. In de wetboeken van Mozes staat de straf daarvoor: je moet viervoudig de schade vergoeden. Dat belooft Zacheüs dus, zoals de Nieuwe Bijbelvertaling aangeeft. Maar er zijn ook geleerden die zeggen dat je eigenlijk zou moeten vertalen met “zoals ik gewoon ben te doen”. Het is dus een rijke, die ook nog als belastinginner voor de vijand werkt, die zich aan de wetten van de Woestijn houdt.
Hij deelt met de armen en als hij per ongeluk iemand nadeel bezorgd dan vergoed hij dat viervoudig zoals de leer van Mozes hem dat voorschrijft in het boek Leviticus. Geen wonder dus dat Jezus van Nazareth bij hem wil eten. Dat geeft de arme Zacheüs die achteraan moet staan weer een nieuwe plaats in de samenleving, als voorbeeld namelijk. Zo hoort het, delen met de armen en de schade vergoeden die je veroorzaakt. Deze Zacheüs hoort dus niet bij de Romeinen maar bij het volk van Israel. Daarmee is de belastingbaas van Jericho ineens het lichtend voorbeeld voor het volk geworden dat ooit Jericho veroverde. Jezus hoefde dus inderdaad niet om Jericho heen te trekken om het te veroveren, hij trok Jericho in om onderdak te vinden voor de nacht en veroverde Jericho in het hart van de stad. Het roept natuurlijk wel de vraag op hoe wij dat doen, we houden ons wellicht verre van onchristelijke goddelozen, maar delen we ook met de armen van ons bezit en vergoeden we de schade die we veroorzaken? Doen we wat tegen de afbraak van het regenwoud? Tegen de woestijnvorming door de aanleg van tijdelijke plantages? Doen we wat tegen al die milieuschade waar wij geen last van hebben maar die de armen steeds armer maken op deze wereld?