Tenzij u mij zegent

Genesis 32:23-33

23 Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf kinderen. 24 Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant. 25 Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak. 26 Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht. 27 Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’ 28 De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob, ‘antwoordde hij. 29 Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’ 30 Jakob vroeg: ‘Zeg me toch hoe u heet.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je naar mijn naam?’ Toen zegende die ander hem daar. 31 Jakob noemde die plaats Peniël, ‘want, ‘zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.’ 32 Zodra hij bij Peniël was overgestoken, zag hij de zon opkomen. Jakob liep mank. 33 Omdat de ander hem had aangeraakt bij de spier die boven het heupgewricht ligt, eten de Israëlieten de heupspier niet, tot op de dag van vandaag. (NBV)

Jacob gaat terug naar het land Kanaän. Daar zou zijn toekomst moeten liggen. Maar daar staat ook zijn tweelingbroer Esau met een legertje. En die broer had zeker nog een appeltje met Jacob te schillen. Jacob is een hele rijke herder. Zelf een oorlogje beginnen lijkt hem niet aantrekkelijk. Daarom heeft hij drie keer een geschenk naar zijn broer gestuurd. Grote kudden dieren, een rijkdom op zich. Maar nog altijd vertrouwt Jacob het niet helemaal. Zou het werken die volstrekt nieuwe aanpak van het sturen van geschenken, je als dienaar opstellen van degene met wie je en conflict hebt en je vrouwen en kinderen zo openlijk in het zicht als een schild opstellen. Zo stel je je uiterst kwetsbaar op en vermijd je elke strijd. Loopt de ander over je heen en raak je alles kwijt of dwing je op deze manier respect af. Dat zijn de vragen waarmee Jacob worstelt.

Voor hem wordt het een letterlijke worsteling die hem uiteindelijk kreupel maakt. De worsteling is pas voorbij als Jacob om een zegen vraagt aan zijn tegenstander. Dat is het uiterste tot waar je kunt gaan, je tegenstander vragen jouw als goed doende, als zegen voor je omgeving, heen te sturen. Maar het blijkt dat dat de sleutel is tot de godsdienst van Jacob. Dan krijgt hij een nieuwe naam, “God zegeviert” of wel Israël, een naam die op een heel volk zal overgaan en stand houdt tot  de dag. De manier waarop Jacob zich opstelt in dienst van zijn God, godsdienst in de beste betekenis van het woord, is ook vandaag nog heel nieuw. Jacob kon er later over meepraten. Wij hebben net als Jacob een keuze. Hij had de strijd aan kunnen gaan met zijn broer Esau.

Hij had op zijn strepen kunnen gaan staan en vasthouden aan het eerstgeboorterecht dat zo gemakkelijk was verkocht door zijn broer, hij kon zich beroepen op de zegen van vader Izaak die door ingrijpen van zijn moeder naar hem was toegegaan. Niets van dat alles koos Jacob, hij koos er voor gezegend te worden door zijn tegenstander. Het volk Israël zou geroepen worden om een licht voor de wereld te worden. De Weg die de God van dat Israël voor het volk had uitgestippeld zou een voorbeeld moeten worden voor alle volken op de wereld. De vrede en de welvaart die het volgen van die Weg  zou opleveren zou alle volken jaloers maken. De goden van vruchtbaarheid, de goden van winst en profijt zouden hun belang verliezen. Maar de Weg van die God bleef alleen in een verhaal bestaan. Een verhaal dat ons tot de dag van vandaag uitdaagt om toch die Weg van die God in te slaan. Vrede bewaren, je als knecht durven opstellen en delen van je rijkdom. Moeilijk is het niet, maar het is een hele strijd er ook in te gaan geloven.

 

Plaats een reactie