Numeri 19:1-10
1 ¶ De HEER zei tegen Mozes en Aäron: 2 ‘Dit is een wet die de HEER heeft ingesteld: Zeg tegen de Israëlieten dat ze je een koe brengen, een gave rode koe zonder enig gebrek, die nog nooit een juk heeft gevoeld. 3 Geef die aan de priester Eleazar. Ze moet buiten het kamp worden gebracht en daar in zijn aanwezigheid geslacht worden. 4 De priester Eleazar moet zijn vinger in het bloed dopen en het zevenmaal in de richting van de voorkant van de ontmoetingstent sprenkelen. 5 De koe moet voor zijn ogen worden verbrand: de huid, het vlees, het bloed en de inhoud van de ingewanden. 6 De priester neemt cederhout, majoraan en karmozijn, en gooit dat midden in het vuur waarin de koe verbrand wordt. 7 Dan moet hij zijn kleren en zijn lichaam met water wassen. Daarna mag hij het kamp weer binnen, maar hij blijft tot de avond onrein. 8 Ook degene die de koe verbrand heeft moet zijn kleren en zijn lichaam met water wassen. Ook hij blijft tot de avond onrein. 9 Iemand die rein is, moet de as van de koe verzamelen en op een reine plaats buiten het kamp leggen. Daar moet de as bewaard worden, omdat er reinigingswater mee moet worden bereid dat de Israëlieten van zonde reinigt. 10 De man die de as van de koe verzameld heeft moet zijn kleren wassen. Hij blijft tot de avond onrein. Deze wet blijft voor altijd van kracht, zowel voor de Israëlieten als voor de vreemdelingen die bij jullie wonen. (NBV)
Vandaag beperken we het lezen van een gedeelte uit de Bijbel tot een beschrijving van een compleet ritueel. Rituelen kennen we allemaal, van de beschuit met muisjes bij een geboorte, de witte bruidsjurk, de wensballon bij een overlijden. In de kerk kennen we nog een aantal rituelen, het Avondmaal, met brood en wijn, de doop, met water, de Paaskaars die vooraan in de Kerk brandt als je binnen komt. Rituelen vertellen een verhaal in voorwerpen en gebaren zonder dat er woorden bij te pas hoeven te komen. Als je na een geboorte een beschuit met blauwe muisjes krijgt weet je zonder te vragen dat er een jongen is geboren. Een ritueel heeft dus een betekenis en rituelen die hun betekenis hebben verloren krijgen of een nieuwe betekenis of sterven uit. Ook het ritueel dat we vandaag lezen heeft een betekenis. Rabbijnen, die de Hebreeuwse Bijbel kennen als geen ander, beginnen dan te vertellen dat elk detail van een ritueel zijn belang heeft. Een rode koe zonder gebreken moet dus een rode koe zijn, als er maar een paar haartjes zwart zijn dan is de koe ongeschikt.
Maar wat is de betekenis van dit ritueel dat ons toch vreemd voorkomt. Het staat op een bijzondere plaats in het verhaal dat in Nummeri wordt verteld. Het is namelijk de afsluiting van een serie verhalen over opstand tegen God, tegen het leiderschap van Mozes en Aäron. Bij die opstanden waren een heleboel mensen gedood. Het volk had bloed aan de handen en in bloed ligt in de traditie van Israël het leven besloten. Daarom lees je vaak bij offers dat het bloed van het offerdier uitgegoten moet worden over het altaar, het leven dat God gegeven heeft keert symbolisch weer terug naar God. Hier moet het volk gereinigd worden van het bloed dat vergoten is door mensen. Als wij ons reinigen zetten we de kraan open en wassen we ons, liefst met stromend water. In een ritueel is dat toch iets te eenvoudig. Kinderen die gedoopt worden krijgen een handje water over hun hoofd, maar dat water komt uit een fraai dopvont en tenminste de ouders staan rond dat doopvont en in Protestantse Kerken zit er een hele gemeente er bij om er getuige van te zijn. Hier moet dus een rode koe worden verbrand. Dat rode van die koe staat voor het bloed dat vergoten is.
Rood is in dit ritueel het belangrijkste gegeven. Cederhout, majoraan en karmozijn maken het ritueel nog roder. Nu is een hele koe verbranden niet echt een schoon werkje. Het moet dus ook buiten de legerplaats plaatsvinden. Contact met de as van de verbranding maakt je onrein, je raakt met het doden besmet en God wilde dat er niet gedood zou worden. Na de verbranding moet de Priester, Eleazar, dus eerst zijn kleren wassen en daarna zichzelf. Als hij eerst zichzelf zou wassen en daarna zijn kleren dan zou hij weer onrein worden door de as die in zijn kleren zit. Hetzelfde geld voor degene die het as heeft helpen verzamelen. Die is net zo onrein geworden als de Priester. Die as moet worden bewaard. Als er bloed vergoten is en er moet een reinigsritueel worden uitgevoerd dan wordt aan het water iets van deze as worden toegevoegd, dan wordt het reinigingswater. Voor ons is en blijft dit een raar verhaal. Maar voor ons is er in elk geval de boodschap dat het doden van mensen, ook al lijkt dat noodzakelijk, niet ongemerkt mag gebeuren. De mensen die dat voor ons doen zullen gereinigd moeten worden. Zij zullen niet als doders, als nemers van mensenlevens in onze samenleving moeten kunnen terugkeren. Dat kan nu wel en met veel van hen gaat het dus niet goed, zij blijven steken in wat ze hebben gedaan toen het oorlog was. Wij zullen daar meer aandacht voor moeten hebben, misschien zelfs door een rituele reiniging.