Lucas 7:36”“8:3
36 ¶ Een van de Farizeeën nodigde hem uit voor de maaltijd, en toen hij het huis van de Farizeeër was binnengegaan, ging hij aan tafel aanliggen. 37 Een vrouw die in de stad bekendstond als zondares had gehoord dat hij bij de Farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie. 38 Ze ging achter Jezus staan, aan het voeteneinde van het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met de olie. 39 Toen de Farizeeër die hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als hij een profeet was, zou hij weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is. 40 Maar Jezus zei tegen hem: ‘Simon, ik heb je iets te zeggen.’ ‘Meester, spreek!’ zei hij. 41 ‘Er was eens een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig. 42 Omdat ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?’ 43 Simon antwoordde: ‘Ik veronderstel degene aan wie hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’ 44 Toen draaide hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon: ‘Zie je deze vrouw? Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar afgedroogd. 45 Je hebt me niet begroet met een kus; maar zij heeft, sinds ik hier binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten gekust. 46 Je hebt mijn hoofd niet met olie ingewreven; maar zij heeft met geurige olie mijn voeten ingewreven. 47 Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’ 48 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ 49 Zijn tafelgenoten dachten bij zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft? 50 Hij zei tegen de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’ 1 ¶ Kort daarop begon hij rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden hem, 2 en ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen waren uitgedreven, 3 Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna-en nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden. (NBV)
Er wordt van Jezus van Nazareth wel verteld dat hij omging met hoeren en tollenaars maar in het verhaal van vandaag lezen we hoe het hem vergaat als hij bij keurige mensen op visite gaat. Hij gaat bij een Farizeeër op bezoek. Nou klinkt de titel Farizeeër bij ons inmiddels een beetje hetzelfde als huichelaar, iemand die zich keurig voordoet maar het niet is. Dat is bij de Bijbelse Farizeeërs niet terecht. Op heel veel punten kwamen de opvattingen van Jezus van Nazareth en de Farizeeën overeen. De beweging van de Farizeeën had ook de synagoge uitgevonden. In elke plaats, in elk dorp en elke stad, stond een gebouw waar de rollen met de boeken uit de Bijbel werden gelezen en bewaard en waar men samenkwam om te leren over het verhaal van Israel en wat daarvan in het leven van alle dag toe te passen.
De Tempel in Jeruzalem was vanouds ver weg en wekelijks, of soms dagelijks, bij elkaar komen rond het oude verhaal in plaats van een paar keer per jaar leverde meer op. Jezus van Nazareth sprak vaak in de synagogen en later ging ook Paulus van Tarzus naar de synagogen die hij tegen kwam. Het grote verschil was dat bij de Farizeeën alleen de keurige burgers mee mochten doen terwijl Jezus van Nazareth er de nadruk op legde dat iedereen de weg van Liefde voor de naaste, het leven van delen, moest volgen en daarmee een plaats kreeg in de samenleving. Ook in het verhaal van vandaag wordt dat duidelijk. Een vrouw die kennelijk uitgestoten is uit de samenleving herkent in Jezus van Nazareth de mogelijkheid om weer een gerespecteerd en gewaardeerd lid van de samenleving te worden. Voor iemand die altijd met de nek wordt aangekeken en naar de rand van de samenleving wordt gedwongen een geweldige ervaring.
Deze vrouw brengt dat tot uitdrukking door Jezus van Nazareth zijn voeten te wassen en vervolgens te zalven. Daarmee wordt die Jezus van Nazareth de Christus, de gezalfde. Overigens niet als een koning die op het hoofd gezalfd wordt maar als een geliefde die de voeten wordt gezalfd. Die zalfjes van Christenen, zoals de volgelingen van Jezus later genoemd zullen worden, stellen zich dus kennelijk niet als koningen op, maar als mensen van de Liefde. Het geloof dat dat voor je mogelijk is, wat je ook hebt gedaan je kunt altijd anders, maakt dat het goed kan komen. Ondanks de wrede bezetting, ondanks het geweld in de samenleving mag je in dat geloof in het goede in vrede je weg vervolgen. En wie denkt dat Jezus er is om hoeren te redden vergist zich. De laatste verzen van het vandaag gelezen gedeelte laat zien dat vrouwen uit alle lagen van de bevolking tot de volgelingen van Jezus behoorden. Zijn gemeente werd uitdrukkelijk door vrouwen getekend die voor de beweging zorgden. Ook vandaag kan dat nog.