Handelingen 20:13-24
13 ¶ Wij scheepten ons in en voeren alvast naar Assus, waar we Paulus overeenkomstig zijn wens aan boord zouden nemen, want hij wilde het eerste stuk te voet afleggen. 14 Toen hij zich in Assus weer bij ons had gevoegd aan boord van het schip, voeren we verder naar Mitylene, 15 vanwaar we de volgende dag vertrokken om bij Chios voor anker te gaan. De dag daarna staken we over naar Samos en weer een dag later kwamen we aan in Milete. 16 Paulus had namelijk besloten Efeze voorbij te varen om te voorkomen dat hij in Asia zou worden opgehouden. Hij wilde als het maar enigszins mogelijk was op het Pinksterfeest in Jeruzalem zijn. 17 ¶ Vanuit Milete stuurde hij iemand naar Efeze met het verzoek aan de oudsten van de gemeente om bij hem te komen. 18 Toen ze waren gearriveerd, sprak hij hen als volgt toe: ‘U weet hoe ik te midden van u geleefd heb, vanaf de eerste dag dat ik in Asia was: 19 ik heb de Heer in alle nederigheid gediend en heb al het verdriet en de beproevingen als gevolg van de samenzweringen van de Joden doorstaan. 20 U weet ook dat ik alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u daarover in het openbaar en thuis heb onderricht. 21 Zowel Joden als Grieken heb ik opgeroepen zich te bekeren tot God en te geloven in Jezus, onze Heer. 22 Nu ben ik op weg naar Jeruzalem, gedreven door de Geest, zonder te weten wat me daar te wachten staat, 23 behalve dan dat de heilige Geest me in iedere stad verzekert dat gevangenschap en vervolging mijn deel zullen zijn. 24 Ik hecht echter niet de minste waarde aan het behoud van mijn leven, als ik mijn levenstaak maar kan voltooien en de opdracht uitvoeren die ik van de Heer Jezus ontvangen heb: getuigen van het evangelie van Gods genade. (NBV)
Het verhaal over Paulus en zijn prediking wordt in het boek Handelingen vaak verstopt in een soort spoorboekje. Hier gingen we van boord, daar stapten we weer op, we reisden van de ene naar de andere stad, of een hele streek door. Wij die gewend zijn om reisbeschrijvingen te lezen en als we verstandig zijn doen we dat ter voorbereiding op de vakantie, zijn geneigd dat spoorboekje uit Handelingen na te zoeken in atlassen en encyclopediën. Sommige Bijbels en Bijbelcommentaren leveren de kaartjes er bij. Het is jammer want door je te richten op het spoorboekje vergeet je dat het gaat om de verkondiging van Jezus van Nazareth die de wereld bevrijdt van dood en ellende als wij hem erkennen als enige Heer en hem navolgen. Die erkenning als enige Heer is een politieke boodschap, alleen de Keizer van Rome noemde zich zo en liet zich zo aanbidden. Het navolgen deed de gemeente door de grenzen tussen mensen op te heffen, de muren tussen klassen af te breken en oog te krijgen voor de minsten in de samenleving.
In het gedeelte van vandaag lezen we een tegenstelling en een preek. Paulus had haast staat er. Hij wilde zijn verplichting om bij de hoogfeesten naar de Tempel in Jeruzalem te gaan na komen deze keer. Het Paasfeest had hij al gemist hebben we eerder kunnen lezen en nu wilde hij daarom tenminste het Pinksterfeest in Jeruzalem zijn. Maar Paulus gaat het eerste deel van de reis lopen in plaats van varen. Alleen lopen suggereert de verteller van het verhaal die met de rest van het gezelschap de boot neemt. Paulus trekt zich dus terug. Het waarom wordt duidelijk in zijn preek. In elke stad waar hij komt voelt hij de reis naar Jeruzalem als een noodzaak maar voelt ook aan dat die reis hem alleen maar ellende kan brengen. De boodschap die Paulus brengt is voor de Joden een ergernis en voor de Grieken een dwaasheid. En de zekerheid dat je je in een wespennest gaat steken vraagt wel enige overdenking. Toch komt Paulus tot de ontdekking dat hij niet anders kan. Het gaat immers niet om hem maar om de boodschap. Wie de reis van Jezus van Nazareth naar Jeruzalem nog eens naleest leest ook van dat terugtrekken en de aankondiging aan leerlingen van het lijden dat Jezus te wachten staat.
Paulus was als een klokkenluider in onze tijd. Hij zag wat er mis was in de samenleving en wilde dat mensen anders gingen leven. Niet langer de baas over elkaar spelen, niet langer geweld en onderdrukking maar normaal vinden, niet langer inhaligheid en bezitsdrang een voorwaarde vinden voor economisch succes, niet langer de overheid maar blind in alles volgen. Mensen zouden moeten gaan leven zoals Jezus van Nazareth had geleefd, niet voor zichzelf maar voor de liefde. Geloof, hoop en liefde zijn kenmerken van de gelovige en de meeste daarvan is de liefde. Dat had Paulus aan de oudsten in Efeze geleerd, zo zou men de gemeente in Efeze vorm moeten geven. Zo mogen wij onze samenleving inrichten, zo mogen plaatselijke kerken voorbeelden zijn voor de samenleving. En dat gebeurd. In onze plaatselijke gemeente wordt voedsel ingezameld voor de voedselbanken, wordt mantelhulp verleend aan ouderen en gehandicapten, worden asielzoekers opgevangen en wordt aan vreemdelingen onze taal aangeleerd, wordt jongeren een zinvolle tijdsbesteding geboden waarin zij zichzelf als gewaardeerde mensen leren zien. Iedereen mag daaraan meedoen. Loop zondag maar eens zo’n plaatselijke kerk binnen en doe eens mee, geloven mag, hopen zeker maar de liefde zal je verbazen.