Ruth 1:19b-2:13
Wij kennen dat bijna niet meer, maaiers die met een zeis het graan maaien en schovenbindsters die de aren oprapen en in schoven te drogen zetten op het land. Wij kennen combines, grote machines die het graan maaien, opeten, en zakken graankorrels en bundels stro uitbraken. Die combines kunnen zich niet aan de wetten van Mozes houden. De maaiers en schovenbindsters wel, vooral als de eigenaar van het land die wetten serieus neemt. Want daar gaat het in dit stuk van het verhaal om. In de wetten van Mozes staat dat de aren die langs de kant van de akker staan niet gemaaid moeten worden maar moeten blijven staan voor de armen. Er staat ook dat als er geoogst wordt de maaiers en schovenbindsters niet fanatiek alles moeten oprapen en tot schoven binden maar de verspreide aren moeten laten liggen voor de armen. En arm waren Ruth en haar schoonmoeder Noömi. Noömi, wat betekent “mijn genot” of ook vertaald kan worden als “de gelukkige” vraagt of ze haar Mara, “de bittere” willen noemen. Weduwen hadden toen geen weduwenvoorziening, ze waren geheel en al afhankelijk van de familie. En voor Ruth was het dubbel moeilijk, ze was niet alleen weduwe, ze was nog een vreemdelinge ook. Nu is het verhaal opgeschreven in een tijd dat het weer belangrijk geworden was onderscheid te maken tussen in de inwoners van het land die wel bij het volk Israel hoorden en inwoners die niet bij het land hoorden. En net als in onze dagen kun je daar menselijk mee omgaan, mensen recht doen, of fanatiek alleen maar letten op de belangen van je eigen land en uit angst alles weren wat je vreemd is of vreemd voorkomt. Het boek Ruth is duidelijk een pleidooi om recht te doen aan mensen ook al zijn ze vreemdeling. Ruth wordt voortdurend aangeduid als de Moabitische en als Boaz haar uitlegt te profiteren van de regels, die hij voor haar zelfs zal verruimen, dan nog wijst ze er op dat ze een vreemdelinge is. Haar zorg voor haar schoonmoeder heeft echter indruk gemaakt. En ook al is ze niet in dienst bij Boaz ze mag toch meedelen. De schrijver Frenk van der Linden heeft een boek samengesteld over relaties tussen Nederlanders en vreemdelingen. Hoe gaan die? Wat zijn de problemen die mensen kunnen tegenkomen? Soms blijken de verschillen te groot om een relatie tot een succes te maken, maar soms is de Liefde tussen mensen zo groot dat die verschillen te overbruggen blijken. Het boek roept dan ook het vermoeden op dat de liefde tussen mensen problemen die er zijn tussen mensen van verschillende culturen doet verdwijnen en de verschillen doet vervagen. Het boek is van onze dagen, de wijsheid van de dagen van het boek Ruth en van die wijsheid mogen wij ook leven.