Handelingen 19:13-20
13 ¶ Ook enkele rondtrekkende Joodse geestenbezweerders probeerden boze geesten uit te drijven door het uitspreken van de naam van de Heer Jezus. Ze zeiden: ‘Ik bezweer jullie bij Jezus, die door Paulus wordt verkondigd!’ 14 Het waren de zeven zonen van Skevas, een Joodse hogepriester, die dit deden. 15 Maar de boze geest gaf hun ten antwoord: ‘Jezus ken ik, en Paulus ook, maar wie zijn jullie?’16 De man die door de boze geest bezeten was, sprong op hen af en ging hen met zo veel geweld te lijf dat ze naakt en gewond uit het huis wegvluchtten. 17 Alle Joodse en Griekse inwoners van Efeze hoorden van dit voorval, dat hen met diep ontzag vervulde; allen prezen en eerden de naam van de Heer Jezus. 18 Veel nieuwe gelovigen kwamen in het openbaar hun praktijken opbiechten. 19 Onder hen waren ook velen die magie hadden bedreven, maar die nu hun boekrollen verzamelden en publiekelijk verbrandden. Toen de waarde ervan werd berekend, kwam men uit op een bedrag van vijftigduizend zilverstukken. 20 Zo zegevierde het woord van de Heer en vond het steeds meer gehoor.(NBV)
Het is commercieel zeer aantrekkelijk om veel mensen te genezen. Mensen betalen daar graag voor. Dat is niet alleen in onze dagen zo maar dat was ook al zo in de dagen van Paulus, en Jezus van Nazareth in wiens naam hij optrad. Er valt dan ook veel te verdienen aan de genezing van mensen. De zonen van Skevas de hogepriester hebben dat goed begrepen. Elke dag trad er wel zo’n zoon van Skevas op die op plechtige toon de toverspreuken uitspraken waarin de boze geesten in de naam van Jezus die door Paulus werd verkondigd bezworen werden. Maar het uitspreken van de naam van Jezus, het uitdrijven van boze geesten in de naam van Jezus is geen toverspreuk. Daar genees je niet van. De boze geest van de man die zelfs de burgerlijke kleding van de beschaafde samenleving niet meer kon verdragen had dat goed door. Jezus moest je navolgen, daar hoefde je niet voor te betalen daar mocht je van delen en die Paulus werkte er bij als riemensnijder, voor tenten, die vroeg ook nooit geld, hooguit voor armen die niets hadden.
De zonen van Skevas komen er berooid van af. Helaas geld dat niet voor de zogenaamde genezers die Jezus naam misbruiken om in een show te doen of ze bidden en dezelfde formuleringen als toverspreuken gebruiken als de zonen van Skevas deden. Je zou ze de mooie pakken die ze dragen van het lijf willen trekken zodat er kleding komt voor de naakten, huisvesting voor de daklozen, gastvrijheid voor de vreemdelingen. Genezing in het nieuwe Testament is niet zozeer bevrijding van de ziekten zelf maar veel vaker bevrijding van de rol waarin je als zieke of gehandicapte door de samenleving gedwongen wordt. Je mag door de Bijbelse genezing weer meedoen zoals je bent, je hoeft niet te bedelen, je bent niet meer afhankelijk van de aalmoezen van de mantelzorgers maar het volk, de samenleving staat klaar om jouw tekorten aan te vullen zodat je volwaardig mee kan doen. In onze samenleving is dat besef langzaam aan het uitsterven. Bij ons betekent mee kunnen doen, zelfstandig kunnen wonen dat je afhankelijk wordt van gunsten, gunsten van mantelzorgers en als die er niet zijn de gunst van de overheid. Tot je recht komen is er niet meer bij.
Ook in onze dagen is het verdienen aan de zorg, aan zieken en gehandicapten, een begeerlijke zaak. Bestuurders van ziekenhuizen en zorginstellingen die hoge salarissen opstrijken, dokters die tegen hoge bedragen aan het uiterlijk van mensen sleutelen en niks doen aan de genezing van hun minderwaardigheidsgevoelens, medicijnindustrieën die meer belang hechten aan de winsten die ze hun aandeelhouders kunnen uitkeren dan aan de zorg voor mensen die een zeldzame ziekte hebben. Door de rijken worden de kosten van de gezondheidszorg een last genoemd die bijna niet meer te dragen is. Als er dan via wetgeving geprobeerd wordt wat aan de exorbitante zelfverrijking in die sector te doen dan liggen de vertegenwoordigers van die rijken dwars en zoeken ze wegen om toch onder de regels uit te komen. Ze worden daarbij geholpen door zogenaamde Christenen die denken dat dat Christenen er zijn om de belangen van de rijken te beschermen. Gelovigen in de weg van Jezus van Nazareth weten dat het anders kan, de toverspreuken, de belangen van de zelfverrijkers, kunnen worden verbrand. Dat lijkt veel te kosten, ook in het verhaal dat we vandaag lazen, maar de winst voor de wereld waarin we leven is onbetaalbaar. Aan het werk voor die Weg dus.